243 DE VOORZITTER: Mijnheer Vuijk. DE HEER VUIJK: Voorzitter, ik probeer niet de wethouder te overtuigen maat ik probeer de rest van de raad nog even te overtuigen. Het argument parkeerdruk, nou dat verplaatst zich naar de Galderseweg, dat kan ik u beloven. In het Valkenberg ruimen we de rommel ook op, zou ik willen zeggen. Dat wordt ook gebruikt om mensen.... Daar staat wel een hek omheen maar daar kunnen we nog wel doorheen. En daar wordt een accent gelegd op handhaving. Maar waar ik nog het meest bevreesd voor ben, is voor die man die met die kaartjes met die tas op zijn buik daar gaat staan. Die kan volgens mij wel een extra bewakertje gebruiken. Pardon. DE VOORZITTER: Andere leden nog van uw raad? Dan gaan we over tot stemming. Aan de orde is het amendement. Wie wenst stemverklaring? Dan is aan de orde: wie is voor het amendement? De heer Stubenitsky en de SP. Wie is tegen het amendement? Het amendement is geacht te zijn verworpen. Aan de orde is het voorstel. Wie is voor het voorstel? Wie is tegen? Fractie van de Partij van de Arbeid, SP en Breda'97. Het voorstel voor de pilot is aangenomen. 10. INTERPELLATIE OVER HET BESTUURSAKKOORD TUSSEN HET RIJK EN DE VERENIGING VAN NEDERLANDSE GEMEENTEN. DE VOORZITTER: De procedure is als volgt. Eerst de interpellant..., Mag ik even vragen of u toch wilt luisteren? Al is het maar dat we straks misschien toch weer niet moeten zeggen wat de procedure is. Interpellant, dan het college, dan de interpellant, dan de andere fracties richting vragensteller of college, en dan eventueel het indienen van de moties. Dat is de gang van zaken bij een interpellatie. Aangezien het gaat om bevraging aan het hele college, stel ik voor dat de plaatsvervangend voorzitter, mevrouw Van Hasselt, de vergadering daarvoor voorzit. Mevrouw Van Hasselt. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER MEVROUW VAN HASSELT, HIERNA TE NOEMEN DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Aan de orde is de interpellatie. Ik geef het woord aan de indiener, de PvdA, de heer Szablewski. DE HEER SZABLEWSKI: Dank u wel mijnheer de voorzitter, aan de orde is het interpellatiedebat wat wij aangevraagd hebben naar aanleiding van..., Wat is er? DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: De voorzitter is vrouwelijk. DE HEER SZABLEWSKI: Mevrouw de voorzitter, ja natuurlijk, ja, ja. Ik zal het waarschijnlijk nog een paar keer zeggen en dan zie ik wel aan de gezichten aan de overkant dat ik het verkeerd gedaan heb. Of ik zal het even opschrijven, groot: mevrouw. Mevrouw de voorzitter. En dat komt met name vanwege het feit dat er op 21 april jongstleden een akkoord is gesloten of in ieder geval een onderhandelingsresultaat tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Kabinet. En dat onderhandelingsresultaat heeft nogal wat commotie teweeg gebracht in het land en uiteindelijk heeft dat ook geleid tot nogal wat kritiek. En de kritiek richt zich met name op de herstructurering van de sociale werkvoorzieningen en de financiële mogelijkheden die gemeenten daarbij krijgen. Kijk, meer decentraal aan de lokale overheden overlaten is goed want wij weten het beste wat in deze stad voor onze mensen goed is en dat weten ze in Den Haag iets minder. Helaas, mijnheer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 51