249
DE HEER BOS:
Ik geloof wel dat u in een gedoogcoalitie zoiets aan de orde is, mijnheer Dijkhoff.
DE HEER DIJKHOFF:
Hoe bedoelt u dat? Ik weet niet of dit buiten de orde valt maar ik. vind het wel interessant.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Het was een interruptie van mevrouw Van Beek en mevrouw Van Beek wilde daar nog op
reageren? Of niet?
MEVROUW VAN BEEK:
Voorzitter, volgens mij gaat de vergelijking absoluut niet op. Waar het om gaat, is dat het college
onderdeel uitmaakt van de vergadering van de VNG. En de VNG gaat uiteindelijk weer
onderhandelen met het Kabinet. Dus de VNG vergadering is ook niet het punt waar onderhandeld
wordt. Dus wat dat betreft, denk ik dat het goed is dat je alleen maar een krachtig signaal kunt
aangeven als dat ook consequenties zal gaan hebben tot het stemmen. En daarvoor moetje toch
een signaal afgeven en een duidelijke uitspraak als raad van het akkoord zoals het er nu ligt, wat
je daar van vindt.
DE HEER DIJKHOFF:
Wat deze motie doet, is een soort powerplay in stappen van we zijn de 6e laag ongeveer, - ik heb
het even geteld -, en die delen we met ongeveer 450 gemeenten. En dan te zeggen van nou, wij
spelen een soort powerplay door een voorbehoud te maken of eigenlijk nu al te zeggen dat we
tegen stemmen, terwijl je juist ruimte wilt bieden in die onderhandelingen. Als je ruimte wilt bieden
aan de onderhandelingen die de VNG nu nog voert tot aan het congres, zijn signalen helder. Als je
nu al zegt, stem tegen, dan heeft die onderhandeling ook weinig zin. En dat staat nu in die motie.
Die ruimte wordt niet meer geboden aan het college om daar iets over te zeggen. En juist omdat
het college niet gaat onderhandelen maar een eindbod krijgt waar ze ja of nee tegen kunnen
zeggen, lijkt het mij niet sterk om nu al niet te weten wat het eindbod is en een verplicht
stemgedrag mee te geven. Dat is waar ik hier vooral op hamer.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Goed. Dank u wel.
Ik geef het woord aan mevrouw Van Beek.
MEVROUW VAN BEEK:
Dank u wel, voorzitter.
Ik denk dat het belangrijk is dat we het vanavond ook over de inhoud van dit akkoord hebben en
niet omdat we zelf aan de onderhandelingstafel zitten maar met name omdat het akkoord
vergaande consequenties gaat hebben ook voor de gemeente Breda en dat dit een moment is
waarop we als raad daar een standpunt over kunnen innemen.
Als CDA steunen wij de ontschotting, die tussenregeling die door het rijk is ingezet en ook de keuze
om daarin de gemeenten de vrijheid te geven om tot een gepast beleid en uitvoering te komen.
Maar wat heb je eigenlijk aan deze vrijheid als daarvoor substantieel middelen tekort schieten? Het
CDA vindt het zeer onverstandig dat er vergaande financiële beslissingen worden genomen zonder
voldoende visie te hebben op het kunnen dragen van de consequenties. De vele discussies die wij
in Breda gehad hebben over re-integratie laten ook zien dat er geen one size us all oplossing is en
dat er mensen blijven voor wie het uitzicht op een reguliere baan nog even niet aan de orde is of
mensen voor wie de sociale werkplaats de meest geschikte oplossing op dat moment is.
Helaas hebben wij in deze raad ook de conclusie getrokken dat veel mensen wel naar werk geleid
kunnen worden maar dat hier de nodige zorg en aandachtvoor vereist is. Dat betekent wel dat
daarvoor de nodige budgetten en visie beschikbaar moet kunnen zijn. De CDA fractie hecht grote
waarde aan een akkoord tussen VNG en het rijk, maar dat zou juist gebruikt moeten worden om de
consequenties van het beleid nader te bezien en hierover met elkaar afspraken te maken. Deze
slag moet naar de mening van het CDA nog verder gemaakt worden. Dat is ook het signaal wat wij
gekregen hebben vanuit de Kamer en ook vanuit het rijk. Als er genoeg goede suggesties komen
vanuit de VNG waarin bijvoorbeeld de Wet werken naar vermogen beter tot zijn recht kan komen,
dan staat men daar nog voor open. En dat is niet alleen in het belang van de gemeenten maar
vooral ook in het belang van de helaas nog steeds grote groep waarvan het nog niet gelukt is om
die naar werk te geleiden.
Naar de mening van het CDA zitten er te grote financiële risico 's aan dit akkoord na alles wat we
in Breda al hebben gedaan op dit terrein. Met deze voorstellen vrezen wij dat veel ambities die wij
in Breda hebben, niet gerealiseerd kunnen worden. En het CDA wil dat niet laten gebeuren dat
bijvoorbeeld arbeidsgehandicapten die naar vermogen willen en kunnen werken, daar in Breda en