254
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
DE HEER DIJKHOFF:
Ik zal niet de discussie opnieuw openen, alleen heb ik bij mijn herinnering dat eerste niet gezegd.
Dus er is ook geen discrepantie als ik van de twee dingen er een gezegd heb.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Jawel, de burgemeester.... of een meerderheid in het land zoals u dat noemde, ervan overtuigd
was dat het akkoord ondeelbaar was.
DE HEER DIJKHOFF:
Voorzitter, dat ging over dat het een akkoord zal zijn, als het er uit komt, dat in zijn geheel wel of
niet geaccepteerd kan worden en niet deels wel en deels niet.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ja.
DE HEER DIJKHOFF:
Dat is iets anders dan dat het akkoord al dicht getimmerd zou zijn.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Nee, precies. Dus u hoort zelf de dubbeling in uw verhaal niet. Of het is een en ondeelbaar, of het
is.... Dat is toch ongelooflijk. Als de VNG geen ruimte meer heeft om te onderhandelen met het rijk,
dan kunnen ze beter tegen stemmen en als ze wel ruimte hebben, dan hoop ik dat ze onze punten
er uit halen. Van mij hadden er nog wel meer in die motie mogen staan maar ik vind dit al een vrij
goed resultaat...
DE HEER DIJKHOFF:
Om hier niet nog meer tijd aan te besteden, stel ik voor dat de heer Van Lunteren en ik over een
aantal weken samen het woordelijk verslag van deze vergadering doornemen en dan komen we er
wel uit denk ik want..
DE WAARNEMEND VOORZITTER:
Ik stel voor dat de heer Van Lunteren zijn verhaal voortzet.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Daar is de SP helemaal voor maar dan wel met een menselijke maat als leidraad. 8 juni gaat u
naar Ulft bij Doetinchem om te stemmen over het akkoord en wat de SP betreft is dat akkoord
gewoon heel slecht.
Dank u wel.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Dan wil ik het woord geven aan de heer De Jong.
DE HEER DE JONG:
Dank u, voorzitter.
Het CDA heeft het heel goed verwoord. Deze motie is eigenlijk bedoeld om een krachtig signaal af
te geven. Mevrouw Koger had het ook over het grote belang wat zij ook ziet voor re-
integratiebudgetten, iets wat voor Breda maar ook voor andere steden heel belangrijk is om de
komende jaren zowel de arbeidsmarkt te kunnen voorzien als de uitkeringsdruk te kunnen
verminderen. Ik ben voor de motie, om die beide punten te kunnen benadrukken.
Mijnheer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Dank u wel, voorzitter. Ik kom toch even hier naar toe. Dat is mijnheer de Jong. Ik ben jonger. In
buurgemeente Dongen rommelt het in de coalitie over de motie van coalitiegenoot Democratisch
Podium. Halderberge is tegen, evenals Zevenbergen, Bergen op Zoom en Steenbergen. Het college
van Breda is, ondanks de mooie woorden over gemeenschappelijke regelingen West Brabant,
zomaar voor. En dit VVD college neemt zomaar de taken van Den Haag over zonder daar eerst het
nodige geld bij te krijgen. Je zou bijna denken dat, zeker als ik de heer Dijkhoff hoor, de Haagse
belangen voor de VVD zwaarder wegen dan de Bredase belangen. Dat zagen we ook al bij de
discussie over de wietpas.
