258 DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: de heer Van Lunteren is het antwoord op de heer Szablewski. Wij staan hier voor Breda. En dat er allerlei andere problemen in het land zijn, ja dat zie ik ook. Maar goed, ik voel me alleen verantwoordelijk, en dat is niet egoïstisch, dat is gewoon de rol die ik hier heb en de rol die dit college heeft: wij staan hier voor Breda. Dus ik vat het nog even samen en dan heb ik volgens mij voldoende tekst met u gedeeld. Ik heb het vertrouwen dat wij in Breda onder de nieuwe regels, dat we daar uit kunnen komen. Dat is een zekerheid en een veronderstelling die ik u meegeef. Ik ga er van uit dat als er geen akkoord komt, tussen VNG en het Kabinet, dat er dan niet daarna iets beters uit komt. Dat is natuurlijk feitelijk de politieke afweging. Als u zegt, ja, dat kan hij wel vinden, maar wij denken op basis van wat wij horen, dat als we dit akkoord verwerpen, dat er daarna iets veel beters uit komt. Ik denk dat dat niet zo zal zijn. Ik denk dat er iets minders uit komt. Mijn persoonlijke taxatie is dat als het akkoord verworpen wordt, dat er daarna uit gaat komen dat alleen de termijn opgerekt is omdat we zo lang in gesprek zijn geweest, en dat de additionele middelen en voorzieningen dat die niet worden gedistribueerd over de gemeenten. Maar dat is een taxatie. De heer Bos wil even interrumperen. DE HEER BOS: Dank u wel. Ik wil allereerst zeggen dat ik er met de heer Meeuwis van overtuigd ben dat dit college in staat zal zijn om elke verandering die op haar weg komt succesvol te implementeren. Dus daar zit geen enkele twijfel die wij daarover willen uitspreken. Er is geen beter college die deze job kan doen dan dit college. DE HEER VAN LUNTEREN: Ik weet er nog wel een paar, mijnheer Bos. DE HEER BOS: Maar DE HEER SZABLEWSKI: Heeft iemand zakdoekjes bij zich? DE HEER BOS: Maar wat,... DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: De heer Bos. DE HEER BOS: Mijn vraag is: kent u al de uitwerkingen van de plannen, de details voor Breda. Want wij willen er voor zorgen de maximaal succesvolste plan krijgt om succesvol te zijn, als college, als raad en als stad. Dus volgens mij zitten we helemaal op een lijn. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: De heer Meeuwis. DE HEER MEEUWIS: Wij kennen niet alle detailplannen omdat die er voor een deel ook nog niet zijn maar wij kunnen op basis van het akkoord wat er ligt, en de gesprekken die ook met het ministerie gevoerd worden vanuit de gemeente, wel een beeld hebben waar het ongeveer naar toe zal gaan. En dat beeld is inderdaad een beeld dat het zwaar is, dat het lastig wordt, dat we een hoop inspanning zullen moeten leveren om onze mensen op een goede manier ook aan de gang te houden. Dus ik deel uw ambitie dat we dat liever met meer middelen zouden doen. Ik wil die motie ontraden omdat die ons tot iets oproept waarvan we eigenlijk ook met rechte rug kunnen vinden dat we dat niet hoeven te doen. Ik vind, als u hem zou aanpassen, het dictum zou aanpassen door ons de opdracht te geven om onze stinkende best te doen, om in deze moeilijke omstandigheden het onderste uit de kan te halen voor Breda, en dan zou ik u daar bij willen aangeven, en niet alleen door het overleg op het VNG congres. Want op 8 juni stopt de discussie niet. Die gaat, ook als het akkoord verworpen wordt, door. En misschien wordt er wel voor een andere benadering gekozen. Als de VNG niet het platform is om binnen de bezuinigingsdoelstelling van het Kabinet dit vraagstuk op te lossen, misschien dat het Kabinet naar een andere vorm gaat richten. Dat weten we allemaal niet. Maar als u die oproep in zijn algemeenheid doet, dat u vindt dat wij onze re-integratie inspanningen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 66