201
Wat betreft het aanvangstijdstip, moet u dat toch zien met de omvang van de agenda. Op het
allerlaatste vindt er soms een aanpassing plaats maar inmiddels zijn wij ook al een half uur
onderweg zonder nog de punten inhoudelijk besproken te hebben. Met andere woorden, ik denk
dat we daar met de fractievoorzitters...., Ik ben daar zeer terughoudend in maar ik denk dat er
soms agenda's zijn en daar moet je dan ook de tijd voor nemen tenzij je er voor kiest om tot
's nachts 2.00 uur of 3.00 uur door te gaan en dat lijkt mij om meerdere redenen niet verstandig.
We zijn een grote stad. De meeste grote steden proberen ook in de middag een aanvang te
nemen. Wij zijn daar een uitzondering in. Dat is uw keuze maar soms moeten we wel met de
omvang ook rekening houden. Dat is een.
Ten tweede, de stemmingen. Zoals met de fractievoorzitters afgesproken is, zouden we de
stemmingen van de punten voor de pauze aan het begin van de avond behandelen. Dat zou
kunnen want dan verwacht ik dat wij compleet zijn om 19.00 uur als we weer aanvangen. En de
rest kunnen we dan gewoon door laten lopen. Ja? Mag ik het zo doen?
Kunt u instemmen met de agenda?
Het punt Communicatie is ook afgevoerd van de agenda maar dat heb ik volgens mij al gezegd.
Bij het interpellatiedebat geef ik 5 minuten aan iedere fractie. En bij de overige agendapunten 4
minuten zoals ook besproken is. Laten we dat als vertrekpunt nemen.
En dan kijken we straks hoe het een en ander.
IV. VRAGENUUR.
DE VOORZITTER:
Er zijn vragen binnen gekomen van de Partij van de Arbeid van de heer Hardorff, een over het
Bredaas Museum, twee over Brabant Culturele Hoofdstad.
Ik wil eerst het Bredaas Museum behandelen, dat afwikkelen en daarna doorgaan naar Brabant
Culturele Hoofdstad. Mijnheer Hardorff.
De procedure is trouwens voor de goede orde: de vragensteller, wethouder Willems, dan
vragensteller, en zo nodig andere fracties die vragen of bemerkingen hebben in de richting van
vragensteller of college.
Het woord is aan de heer Hardorff.
DE HEER HARDORFF:
Dank u wel, voorzitter. Afgelopen donderdag, - op dat moment was er overigens ook een
commissie aan de gang -, ben ik naar de manifestatie geweest voor het Bredaas Museum. Het was
een mooie opkomst en mensen van allerlei achtergronden en betrokkenheid hebben daar gepleit
om vooral niet onzorgvuldig met het Bredase erfgoed en het museum in het bijzonder om te gaan.
Namens de Partij van de Arbeid complimenten dus aan de organisatoren van die manifestatie. Wat
wel duidelijk was, is dat veel mensen verontwaardigd zijn over de wijze waarop met het museum
wordt omgesprongen door de politiek. Men wil duidelijkheid, en terecht wat ons betreft. Een manier
om duidelijkheid te krijgen was de opdracht aan Peter Rijntjes om de kansen van het museum aan
de Parade of op een andere plek te inventariseren. Echter, we wachten nu al een paar weken meer
dan beloofd was op de uitkomst van het onderzoek. Hij zou dat in april afronden en we leven
vandaag begin juni. En ondertussen ligt de motie over de rigoreuze bezuiniging, - en ik citeer hier
de organisatoren van de manifestatie, - nog steeds op de plank en wordt er voor 1,5 miljoen euro
aan bezuiniging rijk gerekend.
Daarom de volgende vraag aan de wethouder. Wanneer kunnen we het beloofde rapport van Peter
Rijntjes tegemoet zien over de toekomst van het Bredaas Museum? En wat ons betreft, gebeurt dat
voor de behandeling van de Voorjaarsnota. En dan geven we al 2 maanden respijt. En ik wil zeggen
dat vele partijen daar op dit moment al aan het wachten zijn, dolgraag willen reageren, in willen
stappen in dat Bredaas Museum, maar voor hun gevoel nu echt al veel te lang zitten te wachten.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan wethouder Willems.
WETHOUDER WILLEMS:
Voorzitter, mijn antwoord kan eigenlijk vrij kort zijn. Allereerst sluit ik mij aan bij de complimenten
aan de organisatoren van de manifestatie. Het was ook een buitengewone vrolijke en betrokken
manifestatie die inderdaad ook de zorgen van het college voor het erfgoed van Breda nog eens
onderstreept. Dus wat dat betreft, staan onze belangen eigenlijk precies in dezelfde richting. En het
zal er nu om gaan hoe we met dat gebouw, waar nu het Bredaas Museum gehuisvest is, omgaan.
De motie die in de raad is aangenomen op 22 maart heeft natuurlijk een beetje roet in het eten