273
Dus wat dat betreft, heel erg teleurgesteld ook over deze beantwoording die gewoon niet voldoet
aan de vragen die gesteld zijn. Ik wil echt horen van de wethouder waarom zij op 16 juni hier die
woorden heeft gesproken terwijl er in de stad andere dingen gezegd zijn. Het is mij een volkomen
raadsel.
DE VOORZITTER:
De heer Scheltens, GroenLinks.
DE HEER SCHELTENS:
Dank u wel.
Ik kan wel begrijpen wat de reactie is van met name de SP en de Partij van de Arbeid. Onze
primaire reactie was ook van dat is allemaal niet zo fijn. Maar na het verhaal van de wethouder
denken we daar toch echt anders over. Oké, de timing is misschien wat ongelukkig en dat is nog
zacht uitgedrukt en de communicatie zou ook beter hebben gekund, dat allemaal wel. Maar ais de
wethouder het heeft over een datum dat het huurcontract afloopt, ja, dan kun je ook zeggen: dat
laten we even voorbij gaan, en we gaan een paar maanden door om dan in september alsnog met
de boodschap te komen. Dat is ook waanzin ten top natuurlijk. En we weten volgens mij met z'n
allen, - zeker ook de Partij van de Arbeid -, dat er wat moet gebeuren in deze stad. Er moet
bezuinigd worden, er zijn forse ingrepen nodig. En ook in de wijken waar we komen, en we hebben
diverse verzoeken, is bijna iedereen ervan overtuigd, bijna iedereen zeg ik, dat er wat moet
gebeuren. Dat dat zo af en toe pijn doet en dat dat bij degene bij wie dat op dat moment aankomt,
heel veel pijn doet, dat begrijpen we ook. Maar we hebben al eerder gezegd, vergeleken met de
vorige periode, is de Sinterklaasperiode voorbij. Dit is de periode van Zwarte Pieten en dat is niet
leuk. Wijkbezoeken zijn wat dat betreft ook een stuk minder leuk maar het moet wel gebeuren. Het
is leuker om slingers op te hangen dan om ze op te ruimen maar het moet wel gebeuren en daar
moet je niet voor weg lopen. En het laatste nog even: ik betreur ook het toch wel forse, stevige
taalgebruik van de heer Van Lunteren. Ik vraag me ook af of de Partij van de Arbeid daar helemaal
in mee gaat. En ik betreur ook dat het toch allemaal wel erg persoonlijk wordt. Het is mevrouw
Boelema die hiervoor portefeuillehouder is. Er zijn meerdere wethouders voor verantwoordelijk, het
is collegiaal bestuur. En ik vind niet dat we de weg op moeten gaan dat we de mensen zo
persoonlijk moeten benaderen.
DE VOORZITTER:
De heer Aartsen, WD.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, dank u wel.
Ik begrijp natuurlijk dat het over een gevoelig punt gaat maar als ik het verhaal van de wethouder
zo hoor, denk ik dat het juist een erg zorgvuldig en ook gedegen verhaal is wat de wethouder hier
houdt. Ik vind het behoorlijk voorzitter dat wanneer je voornemens bent een besluit te nemen en
je met partners in de stad het gesprek aangaat voor contractverlenging, dat je daar eerlijk over
bent en dat je eerlijk zegt: het spijt me maar we zijn voornemens om het buurthuis te sluiten. Ik
zou het juist onbehoorlijk bestuur vinden als je tegen die mensen zegt: we gaan nog eventjes door
en een maand later zegt: we doen het toch niet. Dat noem ik dan pas onbehoorlijk bestuur en dat
noem ik pas piepelen, voorzitter.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog met vragen? Het gaat eigenlijk om een vragenuur, dames en heren. U vervalt in
een politieke gedachtewisseling. Ja, ik wil niet vervelend zijn. Het begint al bij de vragensteller zelf.
Dus ik vind toch dat u met de toekomst even zich moet oriënteren hoe dat u uw eigen reglement
van orde wilt invullen.
Mevrouw Verkuylen.
MEVROUW VERKUYLEN:
Wat mij betreft dan een vraag aan de vragensteller. Uiteraard bestaat er bij het CDA ook begrip
voor de pijn en de teleurstelling die er bij de gebruikers van dit buurthuis ongetwijfeld aanwezig is,
dat de toekomst anders is dan dat zij zich wellicht hadden voorgesteld. Maar goed, wij hebben nu
eenmaal het college een opdracht gegeven en het college is met deze opdracht aan de slag. Dit is
het eerste buurthuis wat dan deze mededeling krijgt. Dus ik vroeg me af: gaat u nu bij ieder
buurthuis zo'n verhaal houden en alle emotionele registers open trekken, want dan zijn we hier nog
wel even bezig.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Vuijk, Breda'97.