276
Dank u wel, voorzitter.
DE VOORZITTER:
Dictum luidt: zegt haar vertrouwen op in wethouder Boelema als bestuurder van Breda.
Is er behoefte tot het afleggen van reacties?
Mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid.
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, voor ons was vooral de beantwoording verbijsterend. We betreuren het proces zoals het
ging, maar het feit dat de wethouder echt om de hete brij blijft heen draaien. We stellen een
duidelijke vraag: waarom heeft u hier op 16 juni in de raadszaal niet hetzelfde gezegd als wat er
op dat moment in buurthuis Doornbos gezegd werd? Het feit dat ze daar gewoonweg niet op
reageert, daar niet eerlijk over is, dat betreuren we ten zeerste. Daarom zullen we beide moties
steunen.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van den Berg.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u, voorzitter.
Ook wij betreuren de zaak. Want de essentie van het verhaal is gewoon a zeggen en b doen.
DE VOORZITTER:
Even voor de orde, er is nog een andere motie ook ingediend, die krijg ik net. Dat had de heer Van
Lunteren ook aangegeven.
Verzoekt het college alle plannen voor sluiting van buurthuizen dan wel opzegging van huur op te
schorten tot na goedkeuring van de raad en de raad ruim voorafgaand aan de beraadslagingen
volledige openheid en inzage te geven en alle plannen voor verkoop dan wel exploitatie die er per
buurthuis al gemaakt worden. Verzoekt het college tevens na het definitieve besluit de buurthuizen
en haar huurders en bezoekers een redelijke termijn te geven om voor een alternatieve locatie te
zoeken.
En dat is een motie, getiteld: zorgvuldigheid accommodatiebeleid.
Nog behoefte aan andere reacties?
De heer Dijkhoff, VVD.
DE HEER DIJKHOFF:
Voorzitter, het is altijd treurig om te constateren wanneer een gemeenteraad of een ander politiek
orgaan overgaat van de inhoud naar operatie beschadiging. Wij snappen echt totaal het nut van
deze motie niet en ook de aanleiding niet. Er zijn vragen gesteld. We hebben de wethouder horen
antwoorden en keurig. Maar ja, als antwoorden niet in je eigen beeld van de werkelijkheid vallen
en je daarom uitfiltert en niet daar naar luistert, dan is het einde natuurlijk zoek. De ene keer
wordt het college verweten dat ze hier iets in de raad brengen wat niet is overlegd in de stad en als
je gaat overleggen in de stad, krijg je het verwijt dat het niet overlegd is in de raad. En er werd in
aanloop naar deze vergadering geroepen in de pers dat de geloofwaardigheid in het geding is en
excuses op zijn plaats. Nou dat ben ik na dit vragenhalfuur wel eens met de mensen alleen zie ik
het toch echt zo dat die geloofwaardigheid van de andere kant in het geding is en excuses eerder
op zijn plaats zijn bij het indienen van deze motie van wantrouwen. Want voorzitter, als we hier
een motie van wantrouwen gaan indienen, als collegeleden voortvarend besluiten gaan uitvoeren
op een zorgvuldige manier met overgangsperioden, waarbij zelfs in uiterste nood, dat is zelfs nog
gezegd, tot 1 januari daar gezeten kan worden, ja dan verwacht ik hier voortaan iedere keer wel
een motie van wantrouwen en dan gaan we die gewoon sparen.
Het zal wel duidelijk zijn dat de WD beide moties verre van zich werpt.
DE VOORZITTER:
De heer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Mijnheer Dijkhoff heeft eigenlijk gezegd wat ik had willen zeggen. Dus ik sluit me daar volledig bij
aan.
DE VOORZITTER:
Dan nog mijnheer De Beer.