312
Ik stel voor dat de wethouder even verder gaat. U krijgt zo nodig nog...
WETHOUDER ARBOUW:
Ik heb al aangegeven dat toen ik me beraadde, ik natuurlijk wel even goed gekeken heb naar de
juridische positie van de gemeente. Daar heb ik me natuurlijk rekenschap van gegeven. Ik heb
natuurlijk ook aangegeven dat op het moment dat je zegt het moet allemaal groen worden, en we
gaan helemaal niets doen, - een deel van het gebied is ook van de gemeente Breda, dus van het
Grondbedrijf -, dat dat dus altijd consequenties heeft.
Ik heb u ook aangegeven dat wat mij betreft, de historie van hoe dit bouwplan tot ontwikkeling is
gekomen, leidend is en dat je daar niet zomaar van af kunt en van besluiten die in het verleden
genomen zijn.
In februari 2010 heb ik in de briefwisseling aan u toegezonden, is er wel degelijk door de gemeente
aangegeven dat zij, ondanks de stedelijke programmeringsdiscussie die toen al liep, aan de
ontwikkelaar heeft aangegeven: we hebben wel behoefte aan dit plan en met name omdat het
starterswoningen betreft op deze locatie. En dat is een belangrijke constatering dat we met die
ontwikkelaar op die wijze gecommuniceerd hebben. Dat betekent dat ik mij op het moment dat u
zegt: ik vind dit plan niet goed, ik vind dat dus ook de gemeente moet afwegen of in de stedelijke
programmering waar we mee bezig zijn, of we denken dat we een plan kunnen maken op deze
locatie die enerzijds voldoet aan de behoefte die er in de stad is aan woningen voor die categorie
en anderzijds of die locatie ook een invulling kan geven die met de bewoners ook op een draagvlak
kan rekenen. En dat gaan we dus afwegen de komende periode. Ik kan nog niet van tevoren nu al
zeggen wat dat gaat worden maar ik vind inderdaad dat we die mogelijkheid dan ook open moeten
laten, dat er wellicht dus een ander bouwplan komt wat wel aan de bezwaren van de bewoners
tegemoet komt.
Het tweede punt is het aantal woningen. Die 29 staan op de snelkookpanlijst, als ik dat zo mag
noemen. U weet onmiddellijk waar het over gaat. Kortom die waren meegerekend voor de
stedelijke programmering als snel in te boeken op de groene lijst maar hadden die status dus niet
formeel omdat het bestemmingsplan nog niet goedgekeurd was. Maar wij hadden deze wel degelijk
ingerekend.
Hoe nu verder? Beide partijen, zowel ontwikkelaar als de gemeente, gaan dus nu bekijken wat de
mogelijkheden zijn om eventueel toch nog een bouwplan op deze locatie te krijgen wat wel past. Er
zullen dus de nodige gesprekken gevoerd moeten worden, ook met de bewoners. En zodra we daar
de conclusies aan kunnen verbinden, zullen we dat met u delen. Wat mij betreft, staan dus alle
opties voor deze locatie open.
En ik wil voorzitter, ter afsluiting nog even de heer Van Lunteren tegenspreken alsof alle mensen
die daar nu wonen, in de walwoningen, of de mensen die er tegenover wonen, bij het sportveld,
zich bevinden in een ongezonde en gevaarlijke situatie. Daar is natuurlijk absoluut geen sprake
van.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter...,
WETHOUDER ARBOUW:
Laat me even uitduiden wat ik daar mee bedoel. We bouwen namelijk heel veel langs het spoor in
Breda, waar diezelfde gevaarlijke stoffen langs komen rijden. En u weet precies aan welke
vereisten dat moet voldoen waardoor bewoners veilig en op de juiste wijze, zoals dat wettelijk
voorgeschreven is, kunnen wonen. Daarnaast, als het gaat over het geluid, is de situatie wel
anders dan toen de walwoningen destijds daar bij Tuinzigt gebouwd zijn. Bij het rijden van de
shuttle zijn de geluidsschermen neer gezet waardoor ook die groene hoek, als het gaat om het
geluid, ook binnen zeer acceptabele grenzen zich bevindt.
Tot zover, voorzitter.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter...,
2e termijn.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik begrijp dus nu dat deze wethouder dat zelfs willens en wetens doet. Die walwoningen zijn
speciaal ontworpen met een walwoning omdat dat op een geluidsgevoelige plek ligt. Nou begrijp ik
dat deze woningen nog dichter bij het spoor liggen en zelfs de geluidscontouren moeten er voor