338 daar geld valt te verdienen, doen natuurlijk. Absoluut, want het grondbedrijf staat er gewoon slecht voor. DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren. U had nog een vraag. DE HEER DIJKHOFF: Ik wilde bedanken voor het heldere antwoord. Dat komt niet zo vaak voor. Ik denk: dat kan ik dan ook een keer markeren. DE VOORZITTER: Nou..., DE HEER VAN LUNTEREN: Dat heldere antwoord, of... DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: De interruptie roept veel vragen op, vooral welke partij in de coalitie dan wel dat stoepje bij het Chassé wil. DE HEER DE BEER: Ik kan u niet helemaal verstaan mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Het was nog niet echt een vraag maar in het algemeen de nieuwsgierigheid wie in de coalitie nou per se die stoep voor het Chassé wil. Maar dat is niet mijn vraag. Mevrouw Verkuylen zei net: het armoedebeleid daar hebben we het gouden randje af gehaald en dat is nu een, ik geloof dat ze degelijk zei..., U gaat zelf ook de stad in, heb ik net begrepen. Nou horen wij in de stad al dat mensen al ver voorbij dat gouden randje zijn en dat het al echt wel pijn doet bij een hele hoop mensen. Ik zal u zo wel bejubelen over uw motie. Dat komt straks. Maar ik ben wel heel nieuwsgierig wat nou de effecten zijn van het beleid tot nu toe. Heeft u die nieuwsgierigheid niet ook of deelt u het gouden randje van mevrouw Verkuylen? DE HEER DE BEER: Het lijkt me heel lastig om recht te doen aan dat hele debat wat we daarover hebben gehad. Maar laat ik er in ieder geval dit vanuit onze fractie over zeggen, dat wij op zoek waren naar een goede balans met verschillende instrumenten, tegelijkertijd wel al erachter dat er versobering komt, ik denk dat wij daar politiek iets anders in staan, maar ik vind in ieder geval de balans die we toen hebben bewerkstelligd, dat is voor onze fractie het minimum. Volgens mij kan ik ook niet helderder zijn dan dit. DE HEER VAN LUNTEREN: Maar mijn vraag was of u niet ook nieuwsgierig bent of het werkelijk zo is wat u veronderstelt, dat we een soort effectrapportage maken van wat nou de effecten zijn van het beleid tot nu toe. Want wij krijgen ook signalen dat dat anders is. Wij hebben misschien een andere doelgroep te bedienen. Maar die behoefte heeft u niet? DE HEER DE BEER: Ik heb natuurlijk altijd behoefte om te meten of de euro's die we uitgeven sowieso goed terecht komen en of er niet meer bij moet of minder, etcetera. Minder in dit geval dus niet hè. Nog een keer helder. Maar volgens mij is het meer een vraag voor het college. Want ik kan niet helemaal overzien hoeveel dat nou een bedrijfsvoerende last is, welke frequentie handig is om dat te meten, etcetera. DE VOORZITTER: Goed. DE HEER DE BEER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 19