371
Ik...,
Voorzitter...,
MEVROUW HAAGH:
Daar maken wij andere keuzes in.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter...,
MEVROUW HAAGH:
En wij zeggen volop voor die wijkontwikkeling...,
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, is de stelling van mevrouw Haagh dat er deze periode bij de wijkontwikkeling geen geld
is bij gekomen? Kunt u dat even heel helder beantwoorden? Is het uw stelling dat er geen geld is
bijgekomen?
MEVROUW HAAGH:
Dat is mijn stelling niet en dat heeft u mij niet horen zeggen.
DE HEER DE BEER:
Is dat het uitgangspunt van uw motie? Dan zal ik het anders formuleren.
MEVROUW HAAGH:
Nee, nee. Het uitgangspunt van de motie is dat er wijken bij komen, dat het verbreed wordt en dat
er ergens nog tekorten zijn en dat wij er zeker van willen zijn dat er een echte goede duurzame
wijkontwikkelingsaanpak ligt.
DE HEER DE BEER:
Maar uw voorstel is...,
MEVROUW HAAGH:
En daar maken we ons gewoon heel hard voor.
DE HEER DE BEER:
1,9 miljoen euro. Terwijl in het jaarverslag op pagina 107, bovenaan staat dat we 1,7 miljoen euro
programmakosten hebben toegevoegd in deze periode. Dus, volgens mij heeft u die informatie
over het hoofd gezien, en staat de situatie er dus veel beter voor dan u werkelijk zelf denkt, fijn
om te horen dat u dat ondersteunt die wijkontwikkeling, maar is die 1,9 wat u betreft dan genoeg?
Wat ons betreft niet. Wij vinden dat...,
MEVROUW HAAGH:
DE HEER DE BEER:
het college verder moet zoeken naar budgetten. Die 1,9 daar wrijven wij ons niet mee in de
vingers.
MEVROUW HAAGH:
Nee, maar...,
DE VOORZITTER:
Ik denk dat het punt gemaakt is. Het dreigt een herhaling van argumentenuitwisseling te worden.
MEVROUW HAAGH:
Dat lijkt me ook.
DE VOORZITTER:
Dus gaat u verder.
MEVROUW HAAGH:
Ik baseer me echt op deze Voorjaarsnota.
DE VOORZITTER:
Gaat u verder.