379 uitvoering aan te geven. Dus het gaat toch wel ergens om vanavond. Anders is het ook zonde van de tijd van ieder van ons dat we hier zo lang zitten. DE HEER DE BEER: Het is toch grappig dat u 35 miljoen euro noemt want ik heb onze fractieondersteuning gevraagd om eens in kaart te brengen wat u met uw uitspraken heeft uitgegeven en niet heeft bezuinigd en dan kom ik voor deze periode op ongeveer 35 miljoen euro. Dus nu zegt u heel makkelijk: maak van die 4 maar 35 miljoen euro. Maar het is allemaal heel erg makkelijk gezegd. Vorige week heb ik de heer Hardorff horen zeggen: wij zijn voor financiële degelijkheid. Aan het begin van deze avond gaf u daar ook gevolg aan, aan die uitspraak. Maar toch glijdt dat wel heel erg snel weg. Wij nemen het onderwijsveld serieus maar wij nemen het proces ook serieus. En wij kennen uw partij ook als een partij die het proces serieus neemt. DE VOORZITTER: Goed. DE HEER DE BEER: Dus als we het over schrikken hebben, ik zou zeggen: volg dat proces. DE VOORZITTER: Ik stel voor dat dit nou zo buitengewoon gewisseld is, ik heb niet het gevoel,ja, men kan schorsen maar dan moet je met jezelf in beraad, de anderen gaan niet in op die invitatie. De argumenten zijn gewisseld. Gezien de tijd, wil ik de heer Akinci vragen naar een afronding te komen. DE HEER AKINCI: Dat doe ik met het laatste onderwerp, de toeristenbelasting. Bij de takendiscussie hebben wij voor een motie voor de toeristenbelasting gestemd. Dat deden wij toen met de nadrukkelijke opmerking dat het wat ons betreft, een stok achter de deur is voor een model van fondsvorming omdat dat de voorkeur heeft. Het is al eerder als argument gewisseld. Wij hebben liever dat iedereen die profiteert van toeristische activiteiten, dus ook de investeringen die je als stad daarin doet, daaraan meebetaalt dan een specifieke sector. Ik heb het idee, en wat dat betreft neem ik de woorden van de wethouder weer heel serieus, dat hij een heel eind is met die fondsvorming. Dus op basis daarvan wil ik hem eigenlijk nog even de tijd geven om met dat voorstel te komen wat, wat ons betreft, de voorkeur geniet boven alleen maar de toeristenbelasting voor de hotelbranche. Overigens, als dat lukt, mag u dat wat mij betreft nadrukkelijk als een winstpunt van uw fractie incasseren als u dan vervolgens weer niet zegt, nee we willen per se die toeristenbelasting. Dan hoop ik dat u zelf zegt..., DE VOORZITTER: Ik stel voor dat u naar een afronding gaat, mijnheer Akinci. DE HEER AKINCI: Dat was mijn laatste zin. DE VOORZITTER: Dan dank ik u voor die laatste zin. MEVROUW HAAGH: Er werd een vraag aan mij gesteld. DE VOORZITTER: Nee. MEVROUW HAAGH: Voorzitter, maar..., DE VOORZITTER: Korte reactie dan mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Kijk, wij blijven echt staan voor die toeristenbelasting wat dat betreft, maar ik vraag me wel even af, en dan stel ik een vraag terug -, hoeveel tijd geeft u de wethouder dan in de uitwerking van dat verhaal want die uitdaging nam hij wel erg serieus op.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 60