382
DE VOORZITTER:
Daar ben ik ook reuze blij mee.
Dan is het woord aan Breda'97. De heer Van den Berg.
DE HEER VAN DE BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Allereerst uiteraard de complimenten aan het college voor de beantwoording. Ik zal het zelf maar
als een compliment opvatten dat ik persoonlijk wordt aangesproken over een motie die ik nog niet
eens zelf heb ingediend, door de wethouder.
Daarnaast wil ik opmerken dat ik inderdaad heel erg meevoel met mevrouw Verkuylen, ook van
het CDA, inzake de portefeuille van de wethouder. Want wij hadden vroeger ook zo'n wethouder
met een prachtige portefeuille maar ook geen cent te makken.
DE VOORZITTER:
Dat werd niet altijd gezegd.
DE HEER VAN DEN BERG:
Ja, gedeelde smart is halve smart zullen we maar zeggen.
MEVROUW VERKUYLEN:
Wat dacht u van die miljoenen extra voor de Buitenruimte? Daar zijn wij heel tevreden over hoor.
DE HEER VAN DEN BERG:
Vervolgens wil ik dan nog even ingaan op een paar moties.
Wij steunen de motie van het CDA, ingediend inzake sport. Wethouder Bergkamp had mijn puntje
inzake dualisme niet beter kunnen onderstrepen.
Ik had even de indruk dat de motie van de Krajicek Foundation, dat de Playground er al lag. Want
volgens waren de heren De Beer en Dijkhoff al heerlijk balletjes aan het overslaan links en rechts.
Ik zal geen grapjes maken over mix dubbels.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, dit is klinkklare nonsens. Ik weet niet waar de heer Van den Berg het over heeft. Het is
eigenlijk verspilde moeite om hier energie aan te besteden maar ik moet hier toch echt afstand van
nemen.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dat mag. Ik wil het eigenlijk alleen als bruggetje gebruiken om even het puntje polarisatie aan te
halen waar mijnheer Dijkhoff op terug kwam. Want wat mij dan ook weer van het hart moet, is het
volgende. Ik heb het zelf bewust niet opgebracht de Galderse Meren, mijnheer Dijkhoff is er zelf
mee gekomen. Ik heb een paar weken geleden aangegeven dat ik daar iets mee wilde doen, want
ik vond ook de regeling zoals ze hem uitvoerden, ja, verre van ideaal. En ik kreeg daar geen enkele
indicatie dat er ook maar enige ruimte was voor bespreking, wijziging in het dictum, of nader tot
elkaar te komen. Dus dan vraag ik mij af: die polarisatie komt dan toch van twee kanten. Dat
gevoel heb ik echt een beetje.
En vervolgens wil ik eigenlijk afsluiten met de motie van Leefbaar inzake de verlichting van de
raadszaal. Eigenlijk zijn wij tegen want wij vinden wetenschappelijk het een en ander niet goed
onderbouwd en daarnaast vinden we het ook van de knotse dat we door middel van een motie
moeten vragen of hier iemand alstublieft een paar spaarlampen kan indraaien. Maar puur om op
uw lijstje te komen, stemmen we toch voor.
DE VOORZITTER:
Mijnheer De Jong, Trots op Nederland.
DE HEER DE JONG:
Ik heb geen behoefte aan een 2e termijn, voorzitter.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Dan Leefbaar Breda, mijnheer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Ik zal mijnheer Van de Berg nog wel eens precies voorrekenen hoe dat zit met koelen en met
verwarmen.