384
begrotingsbehandeling ook nog geen zekerheid over kunnen zien. Ik vind dat eerlijk om te zeggen
want we hebben pas eind december de plannen klaar. En dat hebben we u ook beloofd dat we pas
in december terug komen rondom de motie Brede School Brabantpark, alsook de
doordecentralisatie. Dus ja, ik denk dat dit dan toch helaas moet opschuiven tot een ander
moment. Overigens kan het college over een jaar bij de Voorjaarsnota ook meer inzicht geven in
welke risico's zich het afgelopen jaar hebben voorgedaan en of die hele 10 miljoen daarvoor
beschikbaar zou moeten blijven. Maar goed, dat terzijde.
Dan nog een andere motie. De motie beheer openbare ruimte rondom scholen. Ik begreep dat daar
ook al, en ik denk dat dat ook heel goed is, dat u daar ook al met het onderwijsveld afstemming
over heeft gehad. Zo maken we met elkaar een goede co productie om ook te komen tot iets waar
de stad wat aan heeft. Tegelijk zal ook ik het de komende week bij het onderwijs op de agenda
zetten en dan hoop ik dat we tot een mooie uitvoering kunnen komen van deze motie.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Wethouder Meeuwis.
WETHOUDER MEEUWIS:
Dank u wel, voorzitter.
Kort een aantal vragen nog.
Van mevrouw Verkuylen over de stichting Vluchtbed. De toezegging waarom gevraagd wordt, doe
ik graag. Binnen de afspraken die we in het verleden hierover gemaakt hebben, die staan er wat
mij betreft ook, dat gaat dan over de afspraken die we tot nu toe met de stichting Vluchtbed
hebben gemaakt, ook in relatie met de afspraken die we hebben gemaakt met de dienst terugkeer
en vertrek van het ministerie. Maar als de vraag is, er mag niks tussen wal en schip vallen, dan zeg
ik u dat graag toe dat ik daar persoonlijk op zal toezien.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, misschien een aanvullende vraag hierop nog, als het mag. Want ik deel ook wel de
zorgen die onder andere door mevrouw Verkuylen geuit zijn. Kennelijk zegt u: er volgt op korte
termijn weer een gesprek. Is het dan mogelijk om de briefschrijvers die eerder daar al over
gevraagd hebben, om die op de hoogte te houden van de uitkomsten van het gesprek en de wijze
waarop invulling wordt gegeven aan de belofte die u nu aan deze raad doet.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, ik ben even kwijt over welke brief u het nu heeft.
DE HEER AKINCI:
Er is door een aantal fracties over deze hele kwestie al wel eens een brief naar u gestuurd. Dat u in
ieder geval die, maar wat mij betreft de hele raad, op de hoogte houdt van het gesprek wat dus
nog gaat plaats vinden en ook de uitkomst en de invulling die u geeft aan de belofte dat er
niemand tussen wal en schip valt.
WETHOUDER MEEUWIS:
Ja, dat zeg ik u graag toe.
Dan ten aanzien van de toeristenbelasting, daar zou ik de indieners van de motie misschien de
wijsheid willen toewensen of mee willen geven die de WD met Krajicek heeft gedaan. De vraag of
het voor december zo'n beetje, of we daar een concreet plan zouden hebben, ik zou daar op willen
zeggen: dat is wel de ambitie, want uiteindelijk moet al dat gepraat en al dat zoeken naar
draagvlak wel tot iets concreets leiden. Ik denk dat het geen kwaad kan, zoals de heer Akinci dat
zo mooi zei, om een dergelijke motie als stok achter de deur te houden. Dus als u met de planning
genoegen neemt en ik voldoende vertrouwen uitstraal dat ik in ieder geval mijn uiterste best doe
om hier iets van te maken, dat ondernemersfonds, dan wens ik u veel wijsheid toe om die motie
ook in die zin achter de hand te houden met wat u van uw collega's hier heeft gehoord.
Dan ten aanzien van de heer Van Lunteren, die verzoekt naar een beleidseffect rapportage. De
armoedemonitor is niet iets wat we standaard doen. Ik wil er wel even naar kijken; het kost
allemaal geld natuurlijk. Er zijn wei in de onderzoeken die we doen, bijvoorbeeld naar de uitvoering
van de Wet Werk en Bijstand, daar zit armoede ook wel ingebakken, of is onderdeel in wat we daar
onderzoeken. Het lijkt me goed dat ik u de toezegging doe, want we hebben nog een vraag open
staan ten aanzien van de participatiediscussie die we hebben gehad, de re-integratie, vragen die
bij het college zijn neergelegd vanuit uw werkgroep, om in de beantwoording en de behandeling
daarvan zeg maar na de zomer om daar dit onderdeel even in mee te nemen. U heeft van het
college gehoord dat een belangrijke inzet in het versoberen van een aantal regelingen in het kader