385 van bijstandsverlening als doel hebben om participatie te bevorderen, om de drempel, de armoedeval te verlagen, dus u mag ook verwachten en eisen dat dat dan ook op enig moment zichtbaar is, dat dat z'n nut heeft. Dus in die zin is het verstandig om uw vraag te betrekken, althans die zou ik graag willen betrekken bij de beantwoording, dus als extra vraag willen toevoegen bij de beantwoording van de vragen, zoals die door de werkgroep re-integratie aan het college zijn voorgelegd en waarbij ik heb aangegeven dat na de zomer te zullen beantwoorden. Kunt u daar...? DE HEER VAN LUNTEREN: U heeft altijd zo heel veel woorden nodig. Dat is zonde want ik principe zegt u, komt u dan nu bij die uitwerking met een voorstel voor een effect rapportage. U zegt het nu met zoveel woorden, maar komt er dan een effect rapportage of gaan we dan meten wat de effecten van het beleid zijn of komt dat er niet? WETHOUDER MEEUWIS: Wat ik u zeg, is dat ik in de beantwoording wil aangeven hoe we dat effect zouden kunnen toetsen of dus kunnen beoordelen of datgene wat we doen effect heeft. En dan wil ik uw suggestie daarin graag meenemen. DE HEER VAN LUNTEREN: Ja. Oké. WETHOUDER MEEUWIS: Ja? DE HEER VAN LUNTEREN: Ja, dan houd ik mijn motie aan tot dan. WETHOUDER MEEUWIS: Heel goed. DE HEER VAN LUNTEREN: Dank u wel. WETHOUDER MEEUWIS: Dan kwam u ook nog terug op uw koekjesverhaal. Ik weet niet precies wat de vraag is. DE HEER VAN LUNTEREN: Die wil ik nog wel een keer herhalen hoor. WETHOUDER MEEUWIS: Maar..., DE HEER VAN LUNTEREN: Wat is eerlijk, bij welk koekje zou u het weg halen? Dat was eigenlijk de vraag. Er staan 3 koekjes op groot, middelgroot en heel klein. En waar zou u nou een flinke hap van nemen als u een hap móest nemen. Wat zou eerlijk zijn. Als je dat plaatje bekijkt, wat is dan eerlijk. Dat is eigenlijk de vraag. WETHOUDER MEEUWIS: Nou ja, neemt u van mij voor zoete koek aan, dat is voor u misschien wat andere koek maar voor ons gesneden koek, de koek is op, mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, ik constateer dat dit geen antwoord op mijn vraag was. Maar ik laat het er maar bij. DE VOORZITTER: Er zijn veel soorten koek. Ik geef het woord aan wethouder Bergkamp. WETHOUDER BERGKAMP: Als ik kijk naar de vragen die nog gesteld zijn en de ingediende motie, dan ligt er nog een dringend verzoek van mevrouw Verkuylen van het CDA om toch nog eens naar het idee van het Claudius

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 66