387
Het woord is aan wethouder Willems.
Kort.
WETHOUDER WILLEMS:
Ja voorzitter, ik mag blijven zitten, heb ik begrepen.
WETHOUDER BERGKAMP:
Jij wel. Jij wel.
WETHOUDER WILLEMS:
Er is een vraag aan mij gesteld. Die wil ik graag beantwoorden. Dat is of ik al zicht kan geven op
de gevolgen van de rijksbezuinigingen voor het Bredase cultuurbeleid.
Dat kan ik nog niet helemaal. Ik ben wel druk in gesprek met alle betrokkenen, zowel hier in
Breda, volgende week ook een gesprek met de Stilte, maar ook met het Chassé, die veel zal voelen
van de bezuinigingen onder andere van de BTW verhoging. Maar ook met onze Brabantstad
partners. Ik kan mij voorstellen dat het mij lukt, omdat de stofwolken van de moties in de tweede
kamer afgelopen donderdag, nu pas aan het neerdalen zijn, dat ik de consequenties daarvan
verder in beeld zal brengen en bij de begroting of rond de begroting u daar nader over zal
informeren.
DE VOORZITTER:
Goed.
Dan heb ik nog wat te beantwoorden. Dus misschien wil mevrouw Van Hasselt even mij vervangen.
DE BURGEMEESTER:
Even een reactie op de motie toewijzing thema drugs aan stadsmarinier.
Ik beluister het zo dat het u buitengewoon ernst is om daar adequaat naar te kijken. En die
opvatting deel ik volledig en met mij het hele college. Ik zou wel aan u willen vragen, laat nu die
inkleuring en de manier waarop we dat aanvliegen gewoon omdat het toch ook invulling, operatie
is, laat ik zeggen toch aan het bestuur over. En als ik u zeg dat een man op het kabinet expliciet
met de drugsproblematiek in de juridische politieke context zeer actief is en dat met een zeer grote
mate van autoriteit doet, en tegelijkertijd, - en dat vind ik niet meer dan vanzelfsprekend -, dat
deelt, als er problematieken zijn, met de aanpalende stadsmariniers die op dit moment meer dan
voortreffelijk met hen zaken doen. Dus als het gaat om de drugsproblematiek rondom het centrum
weet iedereen bij wie hij moet zijn. Dan gaat het in Zuid Oost ook. En als het dan gaat om het
denkgebeuren, de beleidsmatige kanten, is het een iemand die volledig daarin de supporting geeft
op allerlei terreinen. Dus ik snap uw wens, uw betrokkenheid, maar ik moet u wel zeggen: wees
voorzichtig, waak ervoor om met die concrete inkleuring die lijn zo te kiezen. Dat zeg ik omdat ik
denk dat wij op een hele adequate wijze oprecht bezig zijn. Mag ik dan toch mijnheer De Beer
citeren omdat hij straks het woord pakte: kies voor slimme verbindingen. En ik denk dat juist de
openbare orde en de veiligheid met ongelooflijk lastige klussen waar we mee van doen hebben,
met de stadsmariniers, maar ook in de collegialiteit tussen de wethouders en de burgemeester,
dat we daar ook best wel interessante stappen maken. Dus ik snap uw zorg...,
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter...,
DE BURGEMEESTER:
Maar ik zou u willen vragen, waak ervoor om dat nu bij een marinier terug te leggen want dan
denk ik dan gaan we ook met de bedrijfsvoering aan de gang.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, ik snap erg goed wat u bedoelt burgemeester. Waar het ons wel om gaat, is juist die
operationele kant ook. Als we zo dadelijk, daar hebben we meerdere malen over gesproken, we
hebben zorgen over hoe de straathandel zich wellicht zal gaan ontwikkelen. Daar moet een goede
kijk op blijven. Wie mogen de mensen zo dadelijk gaan aanspreken wat dat betreft. En kunt u het
zo borgen in uw organisatie dat dan ook de kennis daarover van welke groepen zich waar
bevinden, dat dat dan ook echt bekend is bij al die stadsmariniers, want het gaat mij om die
operationele kant. Wie kunnen er vanuit de stad aangesproken worden en krijgen zij ook een