327
Nee, we hebben zelf niet als WD gemeend om nu al daarop te moeten voorsorteren maar om in
overleg met het college te kijken hoe dat beter past in de bredere aanpak omdat we natuurlijk later
in het jaar naar allerlei voorzieningen ook nog gaan kijken, hoe die te verdelen zijn en waar die het
beste geplaatst kunnen worden. En ook overleg met de Foundation op welke plek zij de meeste
meerwaarde zouden kunnen bieden.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mag ik op dit punt nog even een vervolgvraag stellen? Want het valt ons op dat
diezelfde 1,5 ton door zijn fractiegenote mevrouw Van Oosterhout wordt toegekend aan de
weekendschool. Gaat u het 2 keer uitgeven? Of mogen we kiezen en gaat u dan een van beide
moties terug nemen? Die kunnen we niet allebei met hetzelfde geld dekken.
DE HEER DIJKHOFF:
Niet met hetzelfde geld maar gelukkig, zoals ik zei, is er voor de resterende bestuursperiode 1,5
ton per jaar, 3 maal 1,5 is 4,5. Als je 1,5 ton zou besteden aan de weekendscholen, dan heb je 3
ton over voor de Krajicek Foundation Playground. Als je het andersom zou doen, dan heb je 1,5
ton over voor de weekendschool. Dus zolang 3 plus 1,5 4,5 is en niet meer
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, mag ik daar toch nog even een vraag over stellen want de weekendschool is niet iets
wat je zoals een veldje eenmalig aanlegt. Dat is gewoon een exploitatie die jaarlijks terug komt.
Dus ik begrijp niet zo goed hoe u het dan over houdt. En wat ik ook wel van u zou willen weten, is:
hoe verhoudt dit zich nou tot alle plannen en afspraken die er zijn rondom gewone velden,
bijvoorbeeld de NAC Street League, waar we volop in de stad mee bezig zijn?
DE HEER DIJKHOFF:
Dat eerste, dat denk ik niet dat je daar per se structureel 1,5 ton aan moet besteden. Dat kan ook
een vliegwieleffect hebben. Dit is wel eenmalig geld. En als het gaat om die verdeling met die
laatste punten, dan zie ik niet hoe die elkaar zouden bijten. En ik zie wel, want als je die in een
grote hap mee moet nemen en moet beoordelen hoe je dat doet...,
MEVROUW HAAGH:
Ik vraag ook niet hoe het elkaar bijt. Ik vraag hoe het elkaar aanvult en wat uw visie en gedachte
daarachter is. Ik neem aan dat u niet zo maar met een middel komt als de Krajicek Foundation en
dat daar wel een echt doel achter zit en dat u dat niet nu nog moet zoeken.
DE HEER DIJKHOFF:
Nee, dat lijkt me ook niet en dat is ook niet zo. Maar u vraagt hoe die bijten.
MEVROUW HAAGH:
Nee, ik vraag hoe het aanvult op elkaar.
DE HEER DIJKHOFF:
Hoe het aanvult?
MEVROUW HAAGH:
En hoe je dat totaal ziet.
DE HEER DIJKHOFF:
Hoe het aanvult, is natuurlijk perfect. Op verschillende manieren dienen ze dezelfde doelen en we
hebben gesignaleerd vorig jaar dat we de behoefte hadden om op deze specifieke doelgroep wat
meer te doen. En wij hebben gemeend dat dat, - via werk is in deze doelgroep niet aan de orde -,
via sport van belang is. Het gaat ook niet ten koste van die projecten die u net noemt. Dus het vult
elkaar inderdaad aan. En de visie daarachter is datje niet alleen mensen laat sporten. Maar datje
ook kijkt, dat doen zij specifiek, hoe je talent in de buurt erbij betrekt, zodat uiteindelijk zo'n
voorziening gedragen wordt door de buurt. Dat je ook jongeren uit die buurt de kansen biedt om
verder te komen via een scholarship om zelf ooit begeleider te worden en om van dat traject een
hele sociale uitrolplaats te laten worden. Wij zien het meer als een aanvulling die je niet breed uit
kunt smeren omdat die wat meer vereist van mensen, omdat die ook meer biedt en die je alleen
als maatwerk kunt doen in een wijk waar het nodig is.
Verder hebben we meen ik, de voormalige Muzipo en de kerstbomen wel gehad dit jaar.
DE VOORZITTER:
Goed, dat was het mijnheer Dijkhoff?
