406
Dan motie 3. Overgangstermijn begeleiding en garanties. Ondersteund door Partij van de Arbeid en
Breda'97.
Een voorstel uit te werken waarin gegarandeerd wordt dat er een reële overgangstermijn tot 1 juli
2012, waarbij het merendeel van activiteiten elders is ondergebracht, gehanteerd zal worden
voordat de huidige buurthuizen die op de nominatie staan gesloten te worden, definitief de deuren
sluiten, duidelijk wordt hoeveel geld en menskracht in termen van ambtelijke uren de gemeente uit
trekt voor maatwerkbegeleiding naar de nieuwe situatie. Het college concreet maakt hoe ze bij de
buurthuizen die over blijven zowel in gemeentelijk bezit als niet gemeentelijk bezit afdwingt dat
alle organisaties een gelijke kans maken om hun activiteiten daar onder te brengen.
2. Dit voorstel voor eind 2011 voor te leggen aan de commissie Maatschappij.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Het woord is aan mevrouw Van Beek namens de CDA fractie.
MEVROUW VAN BEEK:
Het CDA vindt het belangrijk dat de buurthuizen en gemeenschapshuizen aanwezig zijn in de
wijken waar Bredanaars activiteiten kunnen ontplooien en elkaar kunnen ontmoeten. Tegelijkertijd
bleken er in Breda veel buurthuizen te zijn, hetgeen niet doelmatig was. En we moeten met z'n
allen ook inleveren.
Het beëindigen van de wijkfunctie kan naar de mening van het CDA een aantal zaken betekenen.
Het kan betekenen dat activiteiten elders geplaatst moeten worden. Maar het kan ook betekenen
dat er gewerkt wordt aan een nieuwe toekomst waar eventueel nog steeds plek is voor de
activiteiten. Ik kom daar straks op terug. In het eerste geval betekent dat dat de activiteiten die in
zo'n buurthuis plaats vonden, verplaatst moeten worden naar andere accommodaties in de wijk of
naar buurthuizen die wel open blijven. Dat biedt ook mogelijkheden voor andere buurthuizen om
exploitabel te blijven. Wij snappen echter dat dit geen vanzelfsprekend proces is en we eisen dan
ook een actieve houding van het college. Op dit moment weten accommodaties soms niet welke
activiteiten op zoek zijn naar een plek en organisaties weten weer niet welke accommodaties
geschikt zijn. We hebben in de commissie Maatschappij voorgesteld om hiervoor een digitale
marktplaats te laten maken. Het college heeft toegezegd dat deze er komt. We kijken uit naar het
moment dat deze website gelanceerd wordt. Maar met alleen digitale ondersteuning redden we het
niet. Er zijn ook ambtenaren aangewezen om bij het proces te helpen. Wij vragen het college om
dit ook duidelijk te communiceren naar de gebruikers.
Communicatie is in dit proces heel erg belangrijk. Een van de accommodaties waar in het
voortraject al het een en ander was mis gegaan, was het Kraaiennest. En die geven nu op dit
moment nog steeds aan dat zij onduidelijkheid hebben omdat de nota op dit moment op bepaalde
plekken tegenstrijdig lijkt te zijn in hoe hun toekomst er uit ziet. We vinden het ook heel belangrijk
dat dat ook in de communicatie goed recht wordt gezet.
Onze fractie heeft daarnaast signalen ontvangen dat alternatieve locaties zich niet altijd
ontvankelijk tonen. Organisaties worden bijvoorbeeld geconfronteerd met onmogelijke
voorwaarden, beperkte tijden of disproportionele huurprijzen. Ook leiden de nieuwe verbindingen
tot uitvoeringsvraagstukken. Wie sluit bijvoorbeeld de accommodatie als het pand gesloten wordt
en wie draagt uiteindelijk ook de verantwoordelijkheid? Allemaal moeilijke vraagstukken waarbij wij
het college willen vragen of zij hiermee bekend is, met deze signalen, en hierover ook het gesprek
wil aangaan op bestuurlijk niveau met de zorginstellingen en het onderwijs om hier kracht bij te
zetten zodat er oplossingen gevonden worden.
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter, mag ik een vraag stellen aan mevrouw Van Beek?
Wat vindt u van het feit dat exact op de vragen die u stelt en die wij schriftelijk hebben gesteld en
geen antwoord hebben gekregen van dit college?
MEVROUW VAN BEEK:
Ik stel de vragen niet voor niks dus ik hoop hier antwoord op te krijgen. Ik denk dat we daarvoor
ook vanavond het debat hebben.
In het tweede geval kan dit naar de mening van het CDA betekenen dat de wijkfunctie wel vervalt
maar het buurthuis niet hoeft te sluiten. Dat klinkt een beetje raar. Maar ik zal het uitleggen. Er
leeft namelijk een diepe wens in de samenleving om voort te gaan en er wordt ook druk vergaderd.
Ik noem bijvoorbeeld de Zilverberk en de Dobbelsteen waar men de handen ineen heeft geslagen
en wil kijken naar een nieuwe toekomst. De CDA fractie meende te bespeuren tijdens de vorige
vergadering dat het college ook wel iets ziet in de denklijn dat als de samenleving er zelf voor
kiest, wanneer de formele gemeentelijke rol van de wijkfunctie vervalt, er toch een
maatschappelijke rol moet blijven en dat de accommodatie op die manier in stand kan blijven.