417
DE HEER VAN LUNTEREN:
Bent u in T termijn dan wel blij met de beantwoording van de wethouder?
DE HEER STUBENITSKY:
Ik was tevreden met de beantwoording, ja. Maar ik ben gauw tevreden, mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dank u wel.
DE HEER STUBENITSKY:
Hoeveel extra geld kost die motie? Bijna 60.000,-- per maand. En ik heb nergens gehoord waar
dat vandaan moet komen. En dan een half jaar uitstel tot 1 juli, dat wordt dan 350.000,--. Het
ziet er naar uit dat de werkelijkheid van de dag gelukkig de motie van de Partij van de Arbeid over
Geeren Zuid overbodig maakt.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Fractie Trots op Nederland.
DE HEER DE JONG:
Dank u, voorzitter.
Ik zal het heel kort houden. Daarom blijf ik ook zitten.
In de commissie hebben we het er heel uitvoerig over gehad. Er waren ook heel veel insprekers,
waaruit ook blijkt dat het ontzettend leeft in de stad.
Wat ons betreft, mag het sluiten van wijkcentra niet leiden tot vermindering van activiteiten. Wij
vinden het heel belangrijk dat die behouden blijven omwille van de sociale cohesie in onze stad.
Daarom steunen wij ook de moties van het CDA.
Het tweede punt wat me erg is bij gebleven tijdens de commissievergadering was het convenant
waar de vertegenwoordiger van Torna naar verwees. Ook ik ben van mening dat je dat niet zomaar
even eenzijdig kan wijzigen en daarom steun ik de motie van de SP.
Dat was het.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Dan is het woord aan wethouder Boelema.
Daarbij denk ik dat het vooral van belang is om op de vragen zoals die heel concreet geformuleerd
zijn, in te gaan. Ik heb die genoteerd maar ik denk dat dat een beetje overbodig is, ervan
uitgaande dat de wethouder dat ook weet. Het gaat vooral om de gestelde vragen en daarbij weten
we ook dat in commissieverband al buitengewoon veel van gedachten gewisseld is.
Het woord is aan wethouder Boelema.
WETHOUDER BOELEMA:
Dank u wel, voorzitter.
Allereerst hebben een aantal van u gerefereerd aan de uitvoerige commissiebehandeling en ook de
emotie die daar door insprekers getoond is en die wij, wethouder Bergkamp en ik, ook gevoeld
hebben in gesprekken die wij gevoerd hebben. Naast een hele hoop teleurstellingen, hebben wij
tegelijkertijd de afgelopen weken ook heel veel initiatief gezien. En dat doet ons goed want dat
sterkt ons in de gedachte dat we er met elkaar uit kunnen komen om activiteiten te verplaatsen
met elkaar en dat we daar niet eens altijd de hulp van de gemeente bij nodig hebben. Want heel
veel van de clubs die nu actief zijn, kunnen het gelukkig ook zonder ons steuntje in de rug. En dat
sterkt ons in de gedachte dat we in ieder geval daarmee met elkaar op de juiste weg zijn.
Maar we zijn er nog niet. Dit is het begin van het proces waarin we staan, dat hebben we ook in de
commissievergadering als zodanig gezegd. Pas nu, als er straks een definitief besluit ligt, dan
zullen we met elkaar moeten zorgen dat we het komende de ambtelijke organisatie die wij als
bestuur en u af en toe op afstand als raad waarop u ons kritisch mag bevragen van hoe gaat nou
dat proces en zorgt u wel dat u alles uit de kast trekt om te zorgen dat mensen goed terecht
komen. Daar staan we voor als college en dat gaan we ook doen. Maar niet ongebreideld want het
gaat er natuurlijk wel om dat je vooral ook het eigen initiatief stimuleert. Dat zien we en dat doen
we en daar waar nodig duwen we ook wat mee. Ook bestuurlijk.
We hebben ook gezegd, en het is ook in de brief gememoreerd, en een aantal van u hebben daar
nog nader naar gevraagd, ook in het BOB, het bestuurlijk overleg Breda waar ik zelf onderdeel van