425 Voorzitter, mag dat van de heer Aartsen dan ook in de gebruikelijke jaarrekening en begroting, mag dat dan in die cyclus mee of moeten we daar dan een aparte rapportage van hebben? Ik zou toch sterk opteren voor het eerste. Dat wordt in het gebruikelijke meegenomen, maar nogmaals: het gaat om vastgestelde data. Dus daarom vraag ik aan het college, mocht het zo zijn, kunt u ons dan door middel van een raadsbnef informeren, dit zijn eventuele consequenties en niet achteraf in zo'n document. Ik hoop, laat ik dat nogmaals uitspreken, dat dit niet het geval is en dat wij gewoon binnen de financiële taakstellingen de mogelijkheid krijgen om buurthuizen te verzelfstandigen. Dat is de hoop die ik uitspreek en als er misverstand is ontstaan, dan wil ik dat graag bij deze weghalen, voorzitter. DE VOORZITTER: Gaat u verder. DE HEER AARTSEN: Dank u wel, voorzitter. Ten aanzien van het kenniscentrum Avans, ook die motie zullen wij ondersteunen..., DE HEER VUIJK: Voorzitter, mag ik even een pragmatische vraag stellen? Het is natuurlijk hartstikke mooi dat de heer Aartsen hier alle moties staat te behandelen, terwijl ik toch sterk de indruk kreeg dat er een aantal moties gewoon door het college zijn overgenomen. Dus wellicht is dat voor de behandeling van 2 minuten wel net zo handig om dat even te checken vooraf. DE HEER AARTSEN: Voorzitter, voor zover ik weet, kunnen moties in dit huis niet overgenomen worden maar zullen die in stemming gebracht moeten worden..., DE VOORZITTER: Daar heeft u gelijk in. DE HEER AARTSEN: Maar ten aanzien van het kenniscentrum wil ik zeggen dat ik het goed vind. Laat ik daarover dan mijn politieke mening uitspreken en dat ik ook hoop dat dat kenniscentrum ook gebruikt zal kunnen worden bij verdere professionalisering en ondersteuning van bijvoorbeeld andere vrijwilligersorganisaties die wij in de stad hebben. Dat lijkt mij een positieve. Maar nou ga ik er heel eventjes tempo in gooien, voorzitter. ««/„„hl. Dan ten aanzien van de evaluatiemotie. Daar heb ik nog een vraag over aan de wethouder. Want ik ga er een beetje van uit dat die motie overbodig is. Ik denk dat het goed is om dit te evalueren maar de politieke stelling in deze motie ga ik niet helemaal onderschrijven. Misschien als de wethouder er iets over zou kunnen zeggen, dat zij graag deze evaluatie goed zou willen uitvoeren zoals dat gebruikelijk is vanuit wethouders en colleges, dan ben ik daar tevreden over en dan denk ik dat de motie overbodig is. Maar dat oordeel is niet aan mij maar aan de indiener. Tot slot wil ik zeggen voorzitter, dat de VVD erg blij is met de toezeggingen van de wethouder, van de concrete oplossingen zoals een fysieke mogelijkheid van matching tussen activiteiten en buurthuizen en ook die via internet. Tot zover, voorzitter. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan de heer Hardorff, Partij van de Arbeid. DE HEER HARDORFF: Dank u wel, voorzitter. Ik zal proberen het heel kort te houden. We hebben uiteraard met belangstelling geluisterd naar de gedachtewisseling in de le termijn en de beantwoording van de wethouders. En eigenlijk kunnen we toch niet anders dan constateren dan dat de toezeggingen boterzacht zijn, zowel van coalitiepartijen, die wel aangeven een hoop dingen belangrijk te vinden en aan de andere kant ook niet heel erg scherp de wethouder bevragen over de toezeggingen die plaats vinden. En ook de wethouder heeft het over schrijnende gevallen en als je dan vraagt wanneer daar precies sprake van is en waar de mensen dan op kunnen rekenen, is ook dat antwoord wat ons betreft eigenlijk te vaag om onrust in de stad weg te nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 33