442
te zijner tijd door collega Willems ter hand genomen worden en aan u worden voorgelegd. Uw
conclusie overigens dat voor de nieuwe horeca 1 die in de lijst is opgenomen, er dezelfde regels
gelden als voor de detailhandel, is correct. Dus daar vindt een soort versoepeling in de toepassing
van de spelregels plaats.
Dan de vraag over het verschil tussen de binnenstad en het buitengebied, in de toch vrij liberale
bijdrage van mevrouw Koger. Dat is omdat de binnenstad een heel eigen specifiek gebied heeft als
het gaat om winkelen omdat daar nou die winkelfunctie, die detailhandelfunctie een belangrijke
hoofdfunctie van die stad is en daar die winkelondersteunende horeca ook echt geregeld moest
worden. Het is onze mening dat voor de gebieden buiten de binnenstad met uitzondering van die
uitloper die in het plan is opgenomen, dat daar wat minder acuut is, en dat dat in die zin ook op die
manier geregeld hoeft te worden, zeker ook omdat we er waarde aan hechten om uitbreiding van
de horeca in algemene zin niet toe te staan. In die zin sluiten de amendementen ook eigenlijk,
zeker ook het amendement 1, althans het eerste amendement ingediend, bij mij staat dat
overigens als amendement 2, waar u feitelijk oproept om het aantal horecazaken uit het plan van
2005 onverkort van toepassing te laten zijn. Dat is ook de lijn die we nog steeds voeren en die in
de nieuwe indeling categorieën niet gewijzigd hoeft te worden. En in die zin ondersteunt dit
amendement het beleid zoals we dat voeren. Dus ook als u hem niet aan zou nemen zal dit wel de
feitelijke praktijk zijn.
Als het gaat om het tweede ingediende amendement door de WD, dan toont de raad zich een
groot voorvechter van deregulering en vanuit die deregulering de ambitie die ook dit college ten
volle wil omarmen kan ik dus wel met enig genoegen deze denklijn van uw raad volgen.
DE VOORZITTER:
Nog behoefte aan een 2e termijn?
Mevrouw Van der Sanden.
MEVROUW VAN DER SANDEN:
Ik had 3 vragen gesteld waarop ik geen antwoord kreeg. Ik kreeg een verkapt antwoord. Ik vroeg
aan de wethouder: u heeft overleg gehad met de belangenorganisaties. Daarin heeft u afspraken
gemaakt. Dat waren die regels. Die heeft u opgenomen in het plan. Ik vroeg u: stond u op dat
moment wel of niet achter die regels en nu eindigt u net met de zin dat u met genoegen heeft
kunnen constateren dat die regels eruit zijn gehaald. Dus het was wel een verkapt antwoord maar
eigenlijk niet het antwoord waar ik op gehoopt had.
En ik had ook nog gevraagd of u toen u door had dat er een motie zou komen, of u daarna nog
gesproken heeft met Horeca Nederland en de natte horeca en het retailplatform om uit te leggen
dat we wel iets afgesproken hebben maar dat dat er uit gaat.
WETHOUDER MEEUWIS:
Om met dat laatste te beginnen, ik denk dat dat niet aan mij is of aan het college is om bij
voorgenomen voorstellen van uw raad om daar met anderen overleg over te hebben voordat daar
een uitspraak ligt. Dus dat is mijn antwoord daarop. Als u vraagt of ik achter de voorstellen stond
die we als college na overleg met de belanghebbenden hebben ingebracht, dan is het antwoord
daarop: ja. Wij hadden eerst een ander voorstel ingediend. U heeft het college opdracht gegeven.
Er is zeer veel uitvoerig overleg geweest over allerlei onderwerpen en dat heeft ook veel in het
denken opgeleverd. En wij dienen hier natuurlijk geen voorstellen in waar wij niet achter staan.
Dus het is ja en ja.
2e termijn.
DE VOORZITTER:
De heer Ernst, 2e termijn.
En de heer Bos.
DE HEER ERNST:
Dank u wel, voorzitter.
Ik doe het even vanaf deze plek.
Over dat parkeerbeleid dat was duidelijk. Maar mijn vraag was eigenlijk meer van wij vinden het
toch wel een serieus probleem. U onderkent dat ook. En ik zou eigenlijk een datum of in ieder
geval een jaar en kwartaal willen weten, wanneer dat nou opgepakt gaat worden.
En dan even op antwoord van mevrouw Van der Sanden. U was zelf bij de behandeling en wij
hebben eigenlijk tijdens de behandeling in de commissie gezegd: we gaan hier over die
deregulering een amendement maken. Ik heb daar niet vooraf of tijdens de commissie met de
wethouder over gesproken want ik vind dat wij daar een eigenstandige mening over moeten
hebben en daar ook in moeten handelen. Wij zijn ook wetgever en wij moeten zeker zorgen dat we
niet extra regels gaan maken. Ik heb wel overleg gehad met Horeca Nederland wan ik vond het wel