401 daar zo meteen wel een voorstel voor indienen en dat de wethouder dat nog eens goed evalueert. Staat u nog steeds wel achter die woorden ook dat dit proces niet zo schoon is verlopen? DE HEER AARTSEN: Ja voorzitter, een van onze taken hier in de raad is onder andere het controleren van het college en buiten hoe deze motie is uitgevoerd, is het over het algemeen naar mijn mening goed gegaan, alleen is er een fout gemaakt. Dat klopt. Rondom het Kraaiennest, dat weet u ook. En daar heb ik het college op aangesproken. Het college heeft daarvoor tijdens de commissie haar excuses aangeboden en beloofd daar beter over verder te gaan. En dat is voor mij voldoende. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik nog even? U betrekt het nu alleen op het Kraaiennest. U vindt dat het bij al die andere buurthuizen dan wel goed is verlopen? Want die indruk heb ik dan persoonlijk weer niet. DE HEER AARTSEN: Nou ja goed, het college heeft met alle buurthuizen, voorafgaande aan het besluit, een persoonlijk gesprek gehad. Twee wethouders zijn bij alle buurthuizen langs geweest en dat vind ik goed. En ook de inzet van het college die zij heeft beloofd tijdens de commissie om er voor te zorgen dat activiteiten naar andere locaties gebracht kunnen worden, laat ik het passie noemen van de wethouder die dit voorstel hier gaat verdedigen om ervoor te zorgen dat al die activiteiten die nu plaats vinden in al die buurthuizen, om er voor te zorgen dat die terecht kunnen bij locaties die misschien nu net niet erg moeilijk zijn om er te komen, die scholen die zeggen, ach ik hoef al die activiteiten niet. Ik geloof..., DE HEER HARDORFF: Voorzitter..., DE HEER AARTSEN: Ik geloof, om mijn verhaal af te maken, ik geloof er echt in dat dit college er voor kan zorgen dat ze die laatste drempel weg kan halen om er voor te zorgen dat die mensen daar wel terecht kunnen. Want nogmaals, dat verdienen ze. DE HEER HARDORFF: Voorzitter..., DE VOORZITTER: Mijnheer Hardorff. DE HEER HARDORFF: U geeft toch wel een beetje een dubbel signaal af. Dat ben ik wel met de heer Van Lunteren van de SP eens. Want aan de ene kant steekt u de loftrompet. Het doet bijna zeer aan mijn oren. Maar aan de andere kant stelt u ook de vraag: bent u bereid om organisaties te ondersteunen bij het vinden van alternatieve locaties? Dus gaat u er nu van uit dat dat wel gebeurt of niet? Want anders stelt u ten onrecht een vraag. Of aan de andere kant: dan zou u onze moties moeten steunen maar daarvan hebben we ook de indruk dat dat niet gaat gebeuren. Hoe zit het nou precies? DE HEER AARTSEN: Voorzitter, de heer Hardorff heeft inderdaad goed geluisterd naar mijn verhaal. Ik ben hier positief kritisch over, ja dat klopt. En ik ben positief omdat wij dit moeilijke besluit helaas moeten nemen in deze situatie. En dat betekent dat heel veel organisaties op zoek moeten gaan naar een alternatieve locatie. Heel veel organisaties doen dat al en sterker nog, het is heel veel organisaties al gelukt. Alleen is er een heel klein gedeelte wat misschien..., DE HEER HARDORFF: Oké..., DE HEER AARTSEN: Als ik even mijn verhaal zou mogen afmaken..., DE HEER HARDORFF: Even een reactie..., DE HEER AARTSEN:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 9