461
Voorzitter, ik weet niet of de heer Vuijk ook de tarieven heeft vergeleken met vergelijkbare
steden.
DE HEER VUIJK:
Dat heb ik niet gedaan maar ik heb het over de middeninkomens, een vader en moeder met 2 of 3
kinderen...,
DE HEER ÜCERLER:
Dan zou ik wel eens...,
DE HEER VUIJK:
de hoeksteen van de samenleving. Kan ik dat nog even uitleggen aan het CDA, de hoeksteen van
de samenleving. Daar gaat het over. En...,
DE HEER ÜQERLER:
Maar...,
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Ik geef nog even het woord aan de heer Ügerler want die was nog niet klaar met zijn interruptie.
DE HEER ÜQERLER:
U had het over de tarieven voor de sportverenigingen. Ik had u de vraag gesteld: heeft u de
tarieven van Breda vergeleken met vergelijkbare steden? En dan zou u erop kunnen uitkomen dat
Breda met vergelijkbare steden veel lager ligt dan...,
DE HEER VUIJK:
Ik ben gemeenteraadslid in Breda. Ik heb helemaal niks met Friesland te maken, mijnheer Ugerler.
DE HEER ÜCERLER:
Als u iets betoogt, dat Breda duurder wordt...,
DE HEER VUIJK:
Ik vind dat allemaal zo'n dooddoener. Pardon, dat ik het zo zeg.
Maar de middeninkomens wil ik ontzien. Ik zeg het nogmaals: die met 2 of 3 kinderen, de
hoeksteen van de samenleving. En ik geloof dat u dat altijd in uw vaandel heeft gehad.
We hebben daar in de commissie bij stil gestaan. Dat hoef ik eigenlijk niet meer over te doen
hoewel we dat dus toch weer hebben gedaan. En ik vraag u dan ook gewoon om de motie te
steunen en daarmee ook de clubs die alles gewoon met dubbeltjes en kwartjes verdienen.
Dank u wel.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
De heer Quaars.
DE HEER QUAARS:
Ik heb nog een vraag aan mijnheer Vuijk.
Kijk, waar ik u wel volg, en wat wij als VVD fractie ook belangrijk vinden, is dat die sport
toeg'ankelijk blijft. Voor mij ademt de nota dat ook wel uit. Maar ik heb daar toch een vraag over
als ik kijk naar de overwegingen. Want u zegt dat het vooral toegankelijk moet blijven, onder
andere voor mensen met een beperking. Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar is het niet zo
dat heel wat clubs op dit moment misschien wel meer kunnen hebben aan adviezen over het hoe
toegankelijker maken van hun sportclubs voor mensen met een beperking dan aan een klein
bedrag wat ze per lid op dit moment ontvangen?
DE HEER VUIJK:
Ik denk dat de afweging is dat er voldoende kennis zit blij clubs hoe daar mee om te gaan.
Ten aanzien van de exploitatie heb ik toevallig eens een beetje rond gevraagd bij een aantal clubs,
- dat heb ik dan weer wel gedaan, mijnheer Ügerler -, waarin bijvoorbeeld terreinknechten zeggen:
we kunnen de helft van onze reclameborden binnenkort wel opruimen want die worden
bijvoorbeeld niet meer betaald. Nou, dit college wil alles dus door de markt laten financieren. Daar
hebben we dus al moeilijkheden mee. Dus die exploitatie is op dit moment voor mij belangrijker
dan het geven van adviezen.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Mijnheer Ügerler.
