465
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
termijn ook weer in de eigen portemonnee terug vinden. Nou zal die oplossing niet een op een
gekoppeld zijn aan het probleem wat gesignaleerd wordt, maar laat ik het even zo formuleren, op
het moment dat een vereniging in problemen zou komen door het wegvallen van de generieke
jeugdsubsidie, is er juist aanleiding om in de adviesfunctie met die vereniging aan de slag te gaan.
Want dan is er dus iets niet goed. Dus daar is het antwoord ja op maar niet dat de wethouder zegt.
ik heb de portemonnee bij me en ga die alsnog openen. Dan zegt de wethouder, blijkbaar is er iets
niet goed met jullie. Kunnen we helpen om op langere termijn naar een duurzame oplossing te
komen en laten we daar dan over praten en laten we eens kijken waar we het over hebben in dat
kader. En dat geeft volgens mij voldoende ruimte om dat te doen wat u zelf ook eigenlijk wilt.
De heer Vuijk stelt geen vraag, dus daar heb ik ook geen antwoord op. En het antwoord op de heer
Tsouli is: ja.
DE HEER NOUHI:
Het is nog steeds Nouhi.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
De heer Nouhi, ja.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter mag ik nog een vraag stellen?
De heer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, wat is nou precies het advies wat die adviseur gaat geven aan die club die noodlijdend
is? U moet geld zoeken? Dat zullen ze zelf vast nog niet bedacht hebben.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, ik heb er op dit moment niets aan toe te voegen.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
DE HEERT NOUHI:
Voorzitter, mag ik nog een interruptie plegen?
Mijnheer Nouhi, ja.
DE HEER NOUHI:
Ik heb dus blijkbaar nog geen antwoord gekregen over het JOGG project en de evaluatie. Want als
we pas over 3 jaar gaan evalueren, dan is dat een beetje laat om het overgewicht aan te pakken in
de rest van de Bredase wijken. Dus ik weet niet hoe de wethouder dit precies ziet.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, ik stel vast dat dit een nieuwe vraag is. De vraag van de heer Nouhi was: kan er op
basis van een evaluatie in het project van de Heuvel een verbreding plaats vinden. En mijn
antwoord was, in overleg met de wethouder Jeugd, als in het project daar aanleiding toe bestaat:
ja. En de toegevoegde informatie die ik u geef, is dat die evaluatie over 3 jaar is. Dus ik geef
antwoord op uw vraag. Het antwoord is dus: ja. Want dat was uw vraag.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, ik zou toch wel graag een soort van antwoord op mijn vraag willen. Het is ook een
beetje uw rol om te kijken dat wij antwoord krijgen om een goede afweging te maken.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Volgens mij heeft de wethouder geantwoord zoals hij geantwoord heeft.
WETHOUDER BERGKAMP:
Ik wil nog een poging wagen.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Nou, hij waagt nog een poging.
