472
hebben wij ook daarvoor een motie achter de hand om de wethouder een zet in de juiste richting
te geven.
Voorzitter, de wethouder en SP collega Spapens debatteerden in de commissie over de dag van de
vrijwilliger. Het schouderklopje dat de wethouder wil uitdelen aan vrijwilligers is leuk maar de SP
wil meer dan de klop van Bob. Een dag waarop niet alleen de beste vrijwilligersorganisatie en
vrijwilligers in het zonnetje worden gezet en de aandacht krijgen, zoals al op 16 december gebeurt.
Volgens de SP verdienen alle vrijwilligers het om op een speciale dag bedankt te worden en dat kan
aan 16 december gekoppeld worden. U kunt op die dag een e mail of brief sturen aan vrijwilligers
of hen bedanken via een banner op de website of posters of zelfs een feestje. Maar feestjes zijn net
weg bezuinigd. Maar wellicht dat de wethouder ook een bedrijf kan vinden om dit te sponsoren. En
ook voor de vrijwilligersdag hebben we een motie achter de hand.
Dank u wel, voorzitter.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
De heer De Jong.
DE HEER DE JONG:
Dank u voorzitter.
In de commissie hebben we het al uitvoerig besproken. De wethouder noemde het daar ook terecht
een topdossier, 3 op de 10 inwoners is vrijwilliger. Die mensen hebben we ook hard nodig, ook in
de toekomst en dat zal steeds belangrijker worden. Vandaar dat ik ook de motie van de SP
ondersteun en mede heb ingediend om het belang van al die vrijwilligers te onderstrepen, om een
dag van de vrijwilliger te houden.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
De heer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Dank u wel, voorzitter.
Natuurlijk delen wij ook de vele woorden van lof over onze vrijwilligers. Maar de motie van het
CDA, 47000 vrijwilligers op het podium in het Spanjaardsgat zetten, lijkt me wat moeilijk. De dag
van de vrijwilligers van de SP, om de vrijwilligers in het zonnetje te zetten, lijkt me zinvoller en in
ieder geval eenvoudiger.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Ik geef het woord aan wethouder Bergkamp.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, ik hoor ook over deze voorstellen van het college brede steun. Dank daarvoor.
Ik wil graag ingaan op een paar opmerkingen en suggesties en probeer ook even wat verbindingen
te maken omdat ik denk dat een aantal intenties op zichzelf uitstekend is, maar misschien nog wat
vragen moet hebben bij de uitwerking daarvan. Dus ik kom daar zo op terug.
Wat de heer Aartsen zegt ten aanzien van het concreet maken, het volgende. We hebben in het
hoofdstuk over wat gaan doen en willen bereiken, naar het idee van het college toch redelijk
concreet aangegeven in welke richtingen we het beleid willen invullen. We hebben er bewust voor
gekozen om anders dan anders in deze fase nu niet precies aan te geven hoe dat moet gebeuren.
We hebben nadrukkelijk aangegeven, waar willen we de accenten op leggen, gehoord hebbende
over zo'n groot aantal vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers zelf met een enquête en gesprekken
en onderzoek, en welke doelstellingen willen we bereiken, maar we hebben nadrukkelijk de hoe
vraag neergelegd bij die organisaties en bedrijven die actief zijn op dit terrein of actief willen
worden. En dat betekent dat de verdere concretisering in de zin van wie gaat nu precies wat doen,
naar boven komt in de uitvraag die we nu hebben uitstaan. Dat betekent dat we daar begin
volgend jaar ook een wat helderder beeld bij hebben. En ik wil graag toezeggen, ook in aansluiting
op wat de heer Hardorff vraagt, of aangeeft, dat het denk ik goed is om even een goed moment te
vinden, niet te ver. Ik denk zelf zo'n beetje na het eerste kwartaal volgend jaar, als we ook even
een eerste beeld hebben van als het nou gaat om de invulling, wie is nu met wat waar mee bezig.
Dan hebben we een redelijk concreet beeld over die instrumentenvertaling. En dat geeft denk ik
ook even een goed gevoel van zitten we op de goede koers met deze aanpak of niet, ontbreekt er
nog wat. En als het nodig is, kunnen we dan heel concreet, - de heer Aartsen -, nog in de ene of in
de andere richting iemand stimuleren of beetpakken.