496
aangegeven om met u die zaak te bespreken en ook te kijken van hoe hebben wij of hoe is het
college gekomen tot de conclusie dat deze plannen doorgezet moeten worden. En per project zijn
die waarderingen natuurlijk anders.
Dan voorzitter, wat mevrouw Schokker vraagt, dat heeft het college dus al gedaan. Dat hebben we
in feite al in de presentatie stedelijke programmering al met u besproken. Dus er is gewikt en
gewogen. Er is gekeken welke belangen er in het geding zijn en weten we welke kant we met de
stedelijke programmering uit willen met de stad, ook als het gaat om het soort woningen, zijn er
nog beïnvloedingsmogelijkheden. Dus die hele weging is al gebeurd door het college. En dat is ook
de reden waarom ik na de commissievergadering, goed geluisterd hebbende wat er besproken is,
opnieuw intern nog eens even gekeken heb of alles nu gedaan is. Dat heeft geleid tot nog een paar
kleine aanpassingen van mijn kant en aanscherpingen in het bestemmingsplan ook omdat
insprekers een aantal zorgen hebben uitgesproken, waarvan ik denk dat het op zich simpel op te
lossen is. Het was om de zekerheid te vergroten, om dat nog scherper in het bestemmingsplan
vast te leggen. En daarmee, in de uitgebreide brief die ik u gestuurd heb en waarin ik u de
historische context heb aangegeven waar we als college aan vast zitten, plus de wijzigingen die we
aangeboden hebben, denk ik dat de belangenafweging eigenlijk heel simpel is. Die is dat 2
bedrijven op een binnenterrein in een stedelijk gebied hebben aangegeven: wij willen daar weg
want wij ondernemers worden hier beperkt in onze kansen en in onze groei. Ze hebben al een
nieuwe locatie. Daar wordt nu tijdelijk verhuurd. Dus daar willen ze zo snel mogelijk naartoe. En
die verhuizing betalen zij vanuit de verkoop van deze 8 woningen waar ze zelf een marktanalyse
voorgedaan hebben. Dus zij zeggen: wij kunnen deze woningen verkopen. We hebben nog met
hen gesproken over het woningtype, - de vraag van mevrouw Bijlsma -, zou je dat wellicht nog de
richting patiowoningen kunnen doen of iets dergelijks. Zij zeggen: nee, we houden vast aan dit
ontwerp. Nou goed, dat is hun keuze als ontwikkelaar. Zij zien er ook goede kansen voor om die
woningen te verkopen.
Het tweede punt is dat de mensen die aan de Bavelselaan wonen erg blij zijn met deze beweging
want dat beperkt in feite, - want daar liggen de 2 toegangswegen tot het terrein -, aanzienlijk de
verkeersbeweging rondom hun woningen. Dus hun situatie gaat er aanzienlijk op vooruit.
Met name de insprekers kwamen vanuit de Babaralaan en die zijn minder te spreken over dit plan.
En daar heeft u de zienswijzen van gezien.
Alles wikkend en wegend, zeg ik, met de beweging die ik in de laatste brief gedaan heb om de
zorgen van met name de mensen langs de Barbaralaan, om daaraan tegemoet te komen, is het
college in ieder geval van mening dat u daar zelf vanavond als raad een besluit over moet nemen.
Omdat ik denk dat alle belangen goed in beeld zijn, - het college heeft dat gedaan -, het is nu aan
uw raad om dat opnieuw te doen.
Dan over de communicatie. Mevrouw Bijlsma vroeg dat nog. Ik heb in de commissie ook
aangegeven dat de verwijten ten aanzien van informatie en communicatie komen omdat het een
oude artikel 19 procedure is die al, ik geloof, want het verzoek is al gekomen in 2005, die niet
volledig is afgerond. Daar is toen een goede communicatie omheen geweest. En omdat vanwege de
nieuwe wet die artikel 19 niet doorgezet moest worden, moest een nieuwe procedure opgestart
worden. Ik heb in mijn brief uitgelegd dat daar eigenlijk geen wijzigingen in het plan waren
doorgebracht. En dat betekent datje een verkorte proceduretijd moet doen om het juridisch netjes
te doen, waarmee ook iedereen weer de kans krijgt om zijn zienswijze kenbaar te maken. Maar
aan het plan was niks veranderd. Dat is de reden waarom er geen informatiebijeenkomst nogmaals
over gehouden is. En dat is ook uiteindelijk het verwijt geweest. Er is een lange stilte geweest en
opeens worden we overvallen. Dus dat beeld is ontstaan. Maar wat mij betreft, inhoudelijk niet
helemaal terecht.
Wat ik u toe wil zeggen, is dat ten aanzien van dit soort specifieke projecten waarin we dus
opnieuw een juridische procedure moeten doen, dat ik nog een keer goed zal toetsen of een extra
communicatiemoment nodig is. Maar ja, hetzelfde verhaal geldt weer, tijd is geld, nog meer
vertraging inbouwen, procedures, is het juist de tijd niet voor. Maar als dat nodig is, zal ik daar
extra communicatiemiddelen op inzetten.
En verder denk ik, dat u mijn brief lezend, kunt concluderen dat ik het qua communicatie feitelijk
niet slecht gedaan heb.
Tot zover, voorzitter.
2e termijn.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Wie heeft er behoefte aan een 2e termijn?
Mevrouw Schokker.
MEVROUW SCHOKKER: