457
alleen voor de WD dat het geld er toch is gekomen. Het mooiste is dat het proces van geld
ophalen ook beter aansluit bij het creatieve proces van het project zelf. En daar zit die vernieuwing
in. Omdat er nog voor we begonnen al bekendheid is bij Bredanaars en dat ze betrokken zijn. Het
wordt zo niet alleen een vertolking van een oer Bredaas verhaal uit het verleden maar een
vertolking nu waarbij Breda vanaf het begin betrokken is. Hervormingen dus waarbij de wereld niet
is vergaan, gewoon door is blijven draaien en nog een stukje beter is geworden. En zo voorzitter, is
het Turfschip voor de WD niet alleen een symbool voor het verleden van Breda maar ook voor
haar toekomst. Onder de eerste donkere laag van onzekerheid die hervormingen en bezuinigingen
met zich meebrengen, ligt de energie en creativiteit verborgen die Breda mooier maakt.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Het is precies het moment dat u de ruimte krijgt voor het stellen van vragen. Wie?
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Het is zonde van zo'n gloedvol betoog om dan geen vragen te stellen. De peptalk was prachtig
mijnheer Dijkhoff. Maar ik nodig dan toch graag uit om aan de keukentafel een sessie te gaan
organiseren in de stad en in het stadhuis en eens te kijken wat er dan aan al die keukentafels
werkelijk gebeurt. Want er zijn natuurlijk wel degelijk gezinnen die er al vet op achteruit gaan. Die
hele stapeling waar de PvdA een prachtig verhaal over heeft, die moet u toch ook hebben gezien.
Of ziet u die stapeling niet van al die dingen die op die mensen af komen? Hoe ziet u dat?
DE HEER DIJKHOFF:
Voorzitter, een eerste keukentafelsessie, hebben we natuurlijk in de vorm van de takendiscussie
ook wel gehad. Maar meer concreet het punt wat de heer Van Lunteren aandraagt, nog
verdergaand, kan ik me eigenlijk geen gezin voorstellen in Breda waar het gesprek aan de
keukentafel is over hoe gaan we volgend jaar eens meer uitgeven dan we nu hadden. Volgens mij
gaat iedereen er op achteruit en dat heeft vooral ook te maken met de omstandigheden van de
crisis. Het is ook niet zo dat wij hier bezuinigen terwijl het geld hier tegen de plinten klotst. Dus
ieder gezin gaat daar op achteruit en het is zaak om niet alleen nu te zorgen dat de financiën op
orde zijn hier maar door ook de dingen waardoor het in het verleden meer uitgegeven werd dan
binnenkwam, om die te hervormen.
DE HEER VAN LUNTEREN
Voorzitter, als u mij toestaat. Iedereen gaat er op achteruit maar er zijn ook mensen die al heel
weinig hadden en die gaan er dan ook op achteruit en die komen op een armoedegrens terecht
waar ze niet meer uit komen. Die komen in spiralen terecht waar alle energie uitgeslagen wordt
natuurlijk. En dan kunt u een prachtige peptalk houden van ondernemers die als een soort deal
met de stad energie in de stad pompen maar daar kopen die mensen helemaal niks voor natuurlijk.
DE HEER DIJKHOFF:
Nee voorzitter, de heer Van Lunteren ziet ook dat de manier waarop de overheid in het verleden
heeft geprobeerd aan herverdeling en verzachting te doen, heeft geleid tot systemen en structuren
die onhoudbaar zijn. En als je dan als overheid bij moet sturen en moet bezuinigen, dan kun je
natuurlijk alleen maar bezuinigen op posten waar eerst geld aan uit werd gegeven. Of je kunt meer
binnen halen maar met het gevolg, - en dat is natuurlijk mijn overtuiging als liberaal -, dat
daarmee het uiteindelijk alleen maar een spiraal naar beneden wordt waardoor je ieder jaar een
gesprek gaat hebben dat mensen die het moeilijk hebben het nog moeilijker gaan hebben. De
enige manier om het iedereen weer beter te laten krijgen, is een economische groei. En de enige
manier om daar als overheid aan bij te dragen, - want dat kunnen we niet creëren -, is om te
zorgen dat je zelf je zaken op orde hebt, dat je structuren hebt die menselijk zijn, die acceptabel
zijn, die sociaal zijn maar wel ook houdbaar. Dat je niet ieder jaar meer uitgeeft dan er binnen
komt en dat je een systeem hebt dat wat je vraagt aan burgers en bedrijven niet teveel is, zodat je
de economie juist afknijpt en belemmert.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Dan geef ik het woord aan mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid.
MEVROUW HAAGH:
Dank u wel, voorzitter.
