474 DE HEER AKINCI: Volgens mij is daarover op een ander moment besloten. En u legt een koppeling die ik net zo min terug zie in de begroting als dat wat u nu mij verwijt. Dus wat dat betreft, kan ik daar vrij eenvoudig over zijn. Volgens mij is er wel degelijk gesproken, en dat kunt u terugzien, over de investeringen die we moeten gaan doen in de fietsvoorzieningen in de stad. En wat ons betreft, gaan die hand in hand. Dat is een statement wat ik hier maak. DE HEER HARDORFF: Voorzitter, mag ik toch nog even reageren. Want het is natuurlijk wel degelijk zo dat in de begroting, en dat is altijd zo als je wijzigingsvoorstellen doet, je je dekkingen ergens anders zoekt. Dat is hier dus ook het geval. Moet ik dus constateren dat GroenLinks gratis fiets parkeren weg geeft om het gratis auto parkeren te handhaven? DE HEER AKINCI: Nee, dat ziet u niet goed. Voorzitter, ik rond mijn betoog af. Ik geef het college een nadrukkelijke opdracht mee om het komende jaar te werken aan vernieuwende werkwijzen en vernieuwende samenwerkingsverbanden. De centrale vraag moet zijn of iets een gemeentelijke taak is of een verantwoordelijkheid van de markt of misschien wel van de samenleving. Het is de taak van de gemeentelijke organisatie om te werken aan samenwerkingsverbanden waarbij gezamenlijk wordt opgetrokken bij het oppakken van maatschappelijke taken, op het gebied van economie, onderwijs of duurzaamheidvraagstukken. Er is geen rekenmodel voor, geen formule. Daar is een open blik voor nodig en in potentie heeft het college die. En die heeft het ook nodig. En het is de uitdaging om die het komende jaar in te zetten om de meest fundamentele opdracht uit het collegeakkoord komend jaar een betekenis te geven. En om het jaar dan maar meteen een thema mee te geven: wat GroenLinks betreft, wordt 2012 voor Breda dan ook het jaar van de kanteling. Ik wens u daar veel succes mee. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Is er behoefte tot het stellen van vragen? Mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Ja voorzitter, ik zou de heer Akinci de tip willen geven om toch even naar amendement 5 te kijken, want u zag net het inwisselen niet maar wij bieden u wel die mogelijkheid om die auto tegen die fiets in te wisselen. Dus wellicht toch interessant voor GroenLinks. We krijgen nog schorsingen. Maar ik was onder de indruk van uw betoog over de thuiszorg. We hebben daar veel over gesproken. Toen we hier spraken met alle emoties van dien, hoorde ik wel een ander geluid van GroenLinks. Dus blijkbaar heeft u daar de afgelopen weken u zelf wat meer in verdiept want nu praat u toch op een andere wijze. Maar waar ik vooral benieuwd naar ben, is het volgende. U zegt nu ook: er zijn problemen, mensen raken hun hulp kwijt, mensen gaan er op achteruit. Wat gaat u er nu aan doen? Ik bedoel: het is nog geen januari. Wat bent u van plan om er aan te gaan doen als u nu erkent dat de situatie niet goed is zoals die nu is? DE HEER AKINCI: Ik bestrijd dat u van GroenLinks een volstrekt ander geluid te horen kreeg. Ook in dat debat heb ik zelf al opgemerkt dat het teveel gaat over een aanbesteding waar de handtekening al onder staat. Dus juridisch een feit over een onderwerp waarop de raad strikt genomen op dit moment geen bevoegdheden heeft. Dus dat is even een zakelijke constatering van de situatie. Maar we hebben daarbij ook aangegeven dat, wat ons betreft, de discussie niet daarover zou moeten gaan maar over hoe we nou in de toekomst dat systeem daadwerkelijk anders willen gaan vorm geven omdat er straks simpelweg niet genoeg handen voorradig zijn om alle uitdagingen in de gezondheidszorg, -dus even breed -, te kunnen oppakken. En een economie waar 1 op de 5 of 1 op de 4 mensen straks in de zorg werkt, dat is ook een economie die omvalt. Dus de vraagstukken zijn breder dan dat. Met betrekking tot de problemen die zich mogelijk gaan voordoen straks op 1 januari met de cliënten in de thuiszorg die bijvoorbeeld nog onduidelijkheid hebben over de aanbieder, het volgende. Kijk, iedereen heeft straks uiteindelijk een aanbieder. Ik zeg alleen maar dat de keuzevrijheid op dit moment vooral papieren werkelijkheid is. Dus dat weten we. Op het moment dat er dingen in de uitvoering daadwerkelijk verkeerd blijken te gaan, onwenselijk en die niet de bedoeling waren, heeft onze afdeling en onze werkgroep zorg en welzijn, en ongetwijfeld een aantal fractieleden al aangegeven: wij gaan ook zelf op pad om te kijken hoe mensen dat beleven, om op basis daarvan, misschien zelfs op individuele gevallen, daar ben ik dan op dat moment niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 28