477
Bespaar 50.000,— op een stadsmarinier door het wegkappen van bureaucratie. Dat scheelt weer
een stadsmarinier. Totaal brevet van onvermogen die man natuurlijk. Doe iets aan het probleem.
DE VOORZITTER:
Even correctie. U zegt: een brevet van onvermogen die mannen. Ik vind dat een niet hele
gelukkige benaming. U moet dat anders uitdrukken anders kan dat uitgelegd worden in de richting
van die mensen die met een volle inzet hun werk doen. U heeft het zo niet bedoeld maar ik wil het
toch even opmerken.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik wil dat wel even nader toelichten. Ik heb dat al 4 of 5 maal eerder gebruikt in
commissievergaderingen en toen werd dat helemaal begrepen. Dus ik zal toelichten: het is een
brevet van onvermogen van de gemeente en van dit college, dat zij niet in staat zijn om de
problemen op te lossen, anders dan door het inzetten van die stadsmariniers. Het probleem is
bureaucratie, het probleem is te weinig blauw op straat. En die kunnen ze niet oplossen. Het is dus
een brevet van onvermogen van dit college. En die mensen, ik heb diep respect voor hoe ze het
doen want ik heb hele lovende woorden over hun werk.
DE VOORZITTER:
Oké, maar u ging zo snel dat het ook anders uitgelegd zou kunnen worden. Dat was uw intentie
niet en daarom is het goed dat u dat nog eens herhaald heeft in de context van de politiek
bestuurlijke verantwoordelijkheid. Gaat u verder.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik doe zo mijn best. Ik heb de hele zomer geoefend op langzaam en dan zegt u nog dat ik te snel
ben. Dat vind ik echt jammer.
DE VOORZITTER:
Er komt weer een zomer aan.
DE HEER SZABLEWSKI:
Ik vind dat het goed gaat, mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik kijk even naar mevrouw Koger, die knipoogt en een duim. Nou, dank u wel ja. Gelukkig ja.
MEVROUW KOGER:
Alleen nog verstaanbaarheid hè?
Ja, het gaat alleen maar over dat u iets langzamer praat. Niet over de inhoud.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Maar dat ik verstaanbaar ben dat is al de eerste winst.
Kijk, de volgende stap...,
DE VOORZITTER:
Gaat u verder.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik heb u zojuist een compliment gegeven dat u overal was en nou doet u dit. Dit is echt...,
MEVROUW KOGER:
Dan doe ik dit toch ook.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Heel jammer dit.
DE VOORZITTER:
Gaat u rustig verder.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Waar waren we gebleven? Haal dus die 50.000,— weg bij de stadsmarinier en 2,5 miljoen kan zo
maar bij de OZB worden gevonden want wie het geld heeft die kan het best missen. En dan geef je
mensen tot 300.000,— vrijstelling of een teruglevering. Dat kan allemaal makkelijk. Dan betalen
gewoon de mensen die het geld hebben, de crisis.