488
bij: we kunnen ook even het voorstel afwachten want dan heeft u ook allerlei mogelijkheden om
dat te amenderen of via moties van andere instructies te voorzien.
Dan ga ik eerst naar de motie van de stapeling die ingediend is door de PvdA.
Ik vind dat een interessante motie, zowel inhoudelijk als ook in zijn manier waarop die is
geformuleerd. We hebben natuurlijk veel debat gehad in Breda over hoe wij de effecten van alle
maatregelen en hoe wij daar mee om wensen te gaan en ik vind het dus ook verstandig dat we ook
monitoren, of bekijken, in hoeverre de maatregelen zoals die ons voorstonden, met de hele
discussie de we hebben gehad over maatwerk in de bijzondere bijstand, of die ook daadwerkelijk
goed uitpakken. De SP heeft hier in juni meen ik of juli, uitgebreid ook over gesproken en gezegd:
het is toch van belang, een appel aan het college, als u gelooft in wat u doet, dan bent u ook niet
te beroerd om dat te meten. We hebben toen ook afgesproken dat we daar ook goed naar zouden
kijken. Intussen is er een initiatief waar in de motie aan wordt gerefereerd. Ik heb daar overleg
over gehad ook met mijn collega uit Tilburg. Dat lijkt niet zo heel complex om deze motie in die zin
dus ook uit te voeren. Ik wil u wel vragen of de termijnen die in de motie worden gesteld, waar in
december al die kaderstelling van dat onderzoek zoud komen, dat zou namelijk voor het proces
betekenen dat we het volgende week eigenlijk al in de steigers moeten hebben staan als we dat
op tijd in commissie en raad willen bespreken. Dus als u zegt, laten we even een maand nemen om
dat voor te bereiden en dan in de commissie van januari dit te bespreken, dan kan ik dus van harte
deze motie ondersteunen.
Dan de gewijzigde motie aangaande de huishoudelijke verzorging. Ik vond dat de eerste motie iets
anders had. Wat deze motie namelijk zegt, en ik heb hem zojuist nog even goed doorgelezen, is:
er is veel onrust geweest, dus laten we eens naar de structuur kijken van de thuiszorg. Maar die
onrust had in mijn beleving niet zoveel te maken met die structuur. Want die structuur van de
thuiszorg in Breda is namelijk ongewijzigd. Dus wij hebben weliswaar andere aanbieders
geselecteerd maar exact conform dezelfde structuur, aanbestedingscriteria, manier van uitvoering
zoals we dat ook de vorige keer hebben gedaan, toen we 2 jaar geleden tot gunning van die
opdrachten kwamen. Dus de motie is in die zin wat lastig. Ik vond de verwoording zoals die door
de heer Akinci was, dat we ook eens wat breder moesten kijken, hoe gaan we met zorg, als
verantwoordelijkheid van de lokale overheid om, en dan kijkend ook naar de toezeggingen die door
collega Bergkamp zijn gedaan in eerdere commissiebehandelingen over dat we volgend jaar in juni
een evaluatiemoment hebben van de WMO. We hebben een groot aantal nieuwe uitdagingen in het
kader van decentralisatie van jongerenactiviteiten of jeugdactiviteiten, de AWBZ die naar de
gemeenten komt. We hebben toen afgesproken dat we daar ook eens breed met elkaar over
zouden moeten discussiëren wat dat betekent. En dan is deze motie eigenlijk jammer, wat kort
door de bocht. Dus ik zou dan liever vanuit het initiatief wat we eerder in commissiebijeenkomsten
hebben afgesproken, en met de toezeggingen die daarover door het college zijn gedaan, het er
over willen hebben. Dus als u hem dan anders zou willen verwoorden, kan het college het er van
harte mee eens zijn.
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter, mag ik een vraag stellen aan de heer Meeuwis?
Wat me verbaast, is dat hij wat wollige woorden gebruikt; hij vermijdt de analyse van de heer
Akinci, welke volgens mij uitstekend was, te onderschrijven. Want er is gewoon sprake van een
puinhoop. Het is een puinhoop bij de mensen die de zorg nodig hebben en hechten aan hun eigen
thuiszorgmedewerker. Er is een puinhoop voor de medewerkers. Er zijn mensen die uit de
thuiszorg stappen en het niet meer zien zitten, in ander steden gaan werken. De
arbeidsvoorwaarden gaan wel degelijk achteruit en het salaris gaat wel degelijk achteruit. Maar
daar hoor ik u niet over. Of bent u het daar gewoon mee eens?
WETHOUDER MEEUWIS:
Nee, ik was nu met de motie bezig.
DE HEER HARDORFF:
Ja, maar die ging wel over de thuiszorg.
WETHOUDER MEEUWIS:
Die motie vraagt iets waarbij de aanleiding en de conclusie zoals ik die lees, niet consistent met
elkaar zijn.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, zal ik hem dan als indiener misschien even toelichten? Dat is het makkelijkste voor de
wethouder. Als hij het tweede deel van het dictum leest, dan staat daar ook: te realiseren in het