491 op wachten omdat we dan op 1 januari niet die kwaliteit kunnen bieden waar ik me aan gecommit heb en waar wij ons naar onze cliënten aan gecommit hebben. MEVROUW HAAGH: Voorzitter, mag ik toch even iets vragen aan de heer Meeuwis? U heeft in de commissie gezegd: daar waar problemen ontstaan, daar waar het niet goed gaat in de uitvoering, daar ben ik er voor u en daar ga ik er aan werken. Het enige wat ik u nu hoor zeggen, is: ik ben me er terdege bewust van dat het niet makkelijk is, ik heb een implementatieplan met termijnen, ik kijk naar de nieuwe aanbieders want die moeten het goed kunnen doen. Er staan verdorie ontzettend veel cliënten nu zonder makkelijke keuzes, met het mes op de keel omdat ze moeten kiezen voor tarieven die een stuk lager liggen. U heeft gezegd: ik ga me inzetten dat een klant en de cliënt bij elkaar blijven. Maar dat doet u nu niet. U zegt nu: 4 november is 4 november en ze moeten het nu maar bij de nieuwe aanbieders gaan uitkiezen. Wanneer kiest u nou eens voor die mensen waarvan u net in die commissie heeft gezegd: maar ik ben er voor u en ik zorg dat het allemaal goed gaat. Waarom niet 2 weken langer, en weet je wat, dan werken die nieuwe zorgaanbieders met de kerst maar eens even door. Want dat kan ook gebeuren. Maar daar kiest u niet voor. U hangt zich gewoon precies aan wat u afgesproken heeft en u wenst zich helemaal niet terdege bewust van de problemen. WETHOUDER MEEUWIS: Zeker wel. Ja, zeker wel. Kijk, mevrouw Haagh, of voorzitter, ik zou aan mevrouw Haagh mee willen geven: wij hebben ruim de tijd genomen voor dit proces. Wij hebben veel discussie gehad over de kwaliteit, over de verantwoordelijkheid van de overheid, die wij allemaal willen garanderen per 1 januari. Daar is een proces voor nodig om dat mogelijk te maken. Dat proces doorlopen wij. Wij hebben duidelijk aan iedereen verteld: je wordt voorlopig ingedeeld bij een zorgaanbieder maar je mag kiezen bij wie je terecht wilt komen. Dat mag in samenspraak met je hulp zijn. Die keuzevrijheid heb je. Daar moet je dan samen uit komen. Als een hulp besluit dat zij niet bij haar huidige zorgaanbieder weg wil omdat ze daar wil blijven, omdat die wat anders voor haar heeft, een ander idee, een nieuwe aanbiedingsvorm, dan hebben wij als gemeente, als aanbesteder, relatief weinig instrumenten om dat proces te doorbreken. En dat is wat er voor een deel bij een aanbieder specifiek gebeurd is. Het overgrote deel van de hulpen is onder de pannen. Morgen zijn alle cliënten toebedeeld. Op 31 december zijn alle hulpen die nodig zijn om aan de kwaliteit zoals wij die willen garanderen, dat die geleverd wordt, aan alle 4700 cliënten voor Breda. En daar wil ik voor staan. En daar ben ik ook op afrekenbaar. Als dat niet zo is. DE VOORZITTER: Ik stel voor dat we dit nu voldoende gewisseld hebben. DE HEER AKINCI: Voorzitter, ik heb ook nog een vraag en volgens mij was dit mede naar aanleiding van een vraag die ik had gesteld in de le termijn, dat ik van de wethouder even wil weten, want ik snap dat op het moment dat een zorgverlener op dit moment zegt, ik kies voor een andere carrière of een andere baan bij mijn huidige werkgever en ik ga dus niet naar een van de nieuwe aanbieders, dat je cliënt en zorgaanbieder dan niet bij elkaar kunt houden. Dat snap ik. Dat is logisch. Maar kan het nu ook zijn dat het perverse effect van die datum van 4 november is dat een van de nieuwe aanbieders een dermate strakke onderhandelingspositie inneemt waardoor de werkzoekende die dus van werkgever moet veranderen, niet tot een contract komt, en daardoor straks noodgedwongen op straat staat en de cliënt dus ook noodgedwongen voor een nieuwe zorgverlener moet kiezen, omdat de nieuwer aanbieder bij wijze van spreken het proces frustreert. Want in het eerste geval snap ik het en ben ik het met u eens. In het tweede geval denk ik dat ik met mevrouw Haagh zeg dat u dan wat meer gestalte zou mogen geven aan de toezegging die u in de commissie gedaan heeft. Maar dat hangt dus af van waar die pijn nu precies zit. WETHOUDER MEEUWIS: Ik heb dat beeld niet. Dus dat beeld dat de nieuwe aanbieders doelbewust mensen buiten de deur houden, dat heb ik niet. Ze hebben op alle momenten dat dat mogelijk was, alle mogelijke gesprekken gevoerd met de medewerkers. Dat hebben we als gemeente ook gefaciliteerd. Dat liep, dat loopt en dat loopt overigens nog steeds. Maar die nieuwe aanbieders moeten op een gegeven moment wel zorgen dat ze de capaciteit beschikbaar hebben. En ze hebben dus de mogelijkheid gehad om met alle..., En mevrouw Haagh heeft gelijk als ze zegt dat niet alle hulpen die bij de bestaande aanbieders zitten, bij de nieuwe aanbieders terecht komen. Dat klopt. Daar zullen ook nieuwe mensen instromen in dat werkveld. Maar die nieuwe aanbieders kunnen dus niet eindeloos wachten op die bestaande hulpen als die dat zelf niet willen. En dat kunnen en dat moeten wij ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 45