502 dat het een poging is dingen weer te vervangen maar het is wel een open houding naar ondernemers. Komen ze met ideeën die ter vervanging zouden moeten gelden, is er ruimte om hier in de raad te beoordelen of je dat wil, is het aanvullend, nou ja, als er iets van de gemeente gevraagd wordt, ook als raad om te beoordelen. Dus die openheid is prima en ook de toezegging als het gaat over rekening houden met de invoeringsdatum of met de al reeds geboekte overnachtingen is voor ons glashelder. Dus dat zullen we niet nog eens dubbel over doen in een motie maar er gewoon het college aan houden. Verder zullen we ook de stapelingsmotie steunen omdat het voor ons geen enkel probleem is om inzicht te krijgen in de gevolgen van beleid waar wij volledig achter staan. En ook zaken als subsidieregister en toerismemotie van D66 zullen wij steunen. DE HEER AKINCI: Ik ben wel heel benieuwd wat er straks gebeurt als u bij GroenLinks komt. DE HEER KLUIJTMANS: In ieder geval is het zo dat D66 als een hele serieuze partij beschouwd wordt nu. DE HEER DIJKHOFF: Ja zeker, jullie gaan me allemaal even aan het hart. Dat is duidelijk te merken. Ik probeer een beetje PvdA te klinken maar het lukt toch niet. Dat is toch een gezonde constatering denk ik. Verschil moet er zijn. Thuiszorg primaat naar de raad ook, en de Charrettes Parisiennes van de heer Stubenitsky zullen wij ook steunen. Hij noemde een hele parade van partijgenoten en aan de heer Stubenitsky zou ik willen zeggen: van mijn eigen auto ligt de waarde toch een stuk minder ver van het model dat u beschreef, en een stuk dichter bij die Parijse karren van u. Dat dus ter geruststelling. Over de motie van de premiernorm tot slot. Die gaan wij steunen en die is ook inhoudelijk helder. Wij willen daar gewoon inzicht hebben hoe het nu precies zit. De discussie komt steeds terug. Er is een gevoel dat volgens mij breed leeft dat als je een organisatie runt die alleen maar op publiek geld draait, dat daar niet bij past om jezelf heel veel toe te kennen. Als VVD op andere plekken hebben we ook van andere soorten organisaties gericht die eisen gesteld, soms zelfs nog een strengere norm. Het lijkt ons in ieder geval goed om te weten als gemeente, wat we er wel en niet aan kunnen doen. Als blijkt dat het alleen landelijk kan, dan weten we dat ook, blijkt het dat het complicaties met zich mee brengt, dan kunnen we die meewegen. Maar we willen nu wel eens weten hoe het zit. En wellicht is het ook een suggestie om die informatie, natuurlijk niet op naamsniveau maar wel op organisatieniveau, ook bij het subsidieregister te betrekken om ook burgers maximale openheid te geven hoe geldstromen lopen waar zijzelf voor werken en waar het uiteindelijk terecht komt en bij wie en wat zij daar mee doen. Wij zien dan bij de Voorjaarsnota graag die discussie tegemoet ais de motie het haalt en zullen dan op grond van echte informatie inhoudelijk kunnen kijken of een gemeente iets kan doen en wat wij dan zouden willen doen, als het al kan. Tot zover, voorzitter. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid. MEVROUW HAAGH: Dank u wel, voorzitter. In de beantwoording van het college heb ik horen vallen: het jaar van de kanteling, het jaar van de waarheid. En wat zou ik toch graag toch graag het jaar van de stapeling gehoord hebben. Want stap 1 zetten we vandaag wel met de raad om in ieder geval de opdracht te geven om bij de Voorjaarsnota een heleboel cijfers met betrekking tot die stapeling te hebben. En misschien moeten we in een later stadium met de heer Meeuwis nog maar eens overleggen wanneer hij precies komt met een opzet. Maar laat het duidelijk zijn dat die datum van het opleveren van de cijfers, van de resultaten, echt voor de Voorjaarsnota moet zijn. Want dat is voor ons wel heel erg belangrijk. En dan is het voor ons toch wat meer, - en ik ben blij met de steun van de VVD -, dan alleen maar het inzichtelijk maken. Het gaat er natuurlijk ook om dat als je dat inzichtelijk maakt en als je ziet gebeuren dat sommige groepen echt kopje onder gaan door de stapeling van maatregelen, dat we daar dan ook wat aan doen. En dat zijn maatregelen die vanuit Den Haag komen en vanuit Breda. En wat dat betreft, hoorde ik nog niet heel veel enthousiasme bij de heer Meeuwis om daar echt werk van te maken. Ik raad u aan om door te praten vooral met Tilburg, maar bijvoorbeeld ook met Amsterdam om te kijken hoe we, wat dat betreft, ook als gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 56