506 Even zien. KBO, ANBO, ja het is natuurlijk ook een doelgroep die ons dus zeer ter harte gaat. En als het gaat over in contact zijn met de stad, dan denk ik dat meer dan ooit vanuit CDA daar nauwe lijntjes zijn. En wij hebben ook heel nadrukkelijk met hen gesproken over hun rol in @Verzilvering. De motie zoals die voor ligt, doet wat ons betreft geen recht aan hen. Zij hebben gewoon een hele nadrukkelijke rol in de nieuwe vormgeving van hoe wij met ouderen en ouderenzorg om gaan. Ook zij worden voor een uitdaging gesteld. Wij willen hen daarin ook gewoon serieus nemen. Wij willen hen uitdagen om inderdaad inhoudelijke activiteiten voor hun achterban te organiseren. En wij vinden ook dat in die zin er een wisselwerking moet zijn met de samenleving. Dus wat ons betreft, steunen wij die motie niet. DE HEER VAN DEN BERG: Voorzitter, mag ik dan constateren dat tussen het moment dat de heer Lips daar zat te verkondigen dat hij fasering een goed idee vond en nu, dat dat loze woorden waren? DE HEER LIPS: Nee, zo heb ik dat nooit gezegd. Ik heb gezegd dat dat misschien een optie zou kunnen zijn. Dat is iets anders dan er mee instemmen. U verdraait de zaak. DE VOORZITTER: Mevrouw Verkuylen. MEVROUW VERKUYLEN: Ja, ik heb hier verder niks aan toe te voegen. DE VOORZITTER: Gaat u dan verder. MEVROUW VERKUYLEN: Last nut not least, het Bredaas Museum. Het staat niet op de agenda maar het lijkt wel alsof zo ongeveer de halve vergadering daar over gaat. Ik heb de wethouder goed gehoord. Ik heb vertrouwen in de wethouder, vertrouwen met name in zijn toezegging dat hij beide rapporten zal integreren en dat hij de taakstelling die opgelegd is van 1,5 miljoen, dat serieus neemt dat hij dat als uitdaging op pakt. En ik zou het zeer op prijs stellen als dat vertrouwen breder gedeeld zou worden. En ook daar geldt: die discussie over het Bredaas Museum die moet nog komen. Die gaan wij op dit moment niet voeren. En ik ben heel benieuwd naar de plannen waar de wethouder mee komt en ik ga er van uit dat hij gewoon optimaal tegemoet komt aan de wensen van de raad. DE HEER HARDORFF: Mijnheer de voorzitter, mag ik toch nog een vraag stellen aan mevrouw Verkuylen? Wellicht voelde ze hem al aankomen. DE VOORZITTER: Gaat u die vraag stellen. DE HEER HARDORFF: We hebben wel degelijk al een debat gehad over het Bredaas Museum naar aanleiding van de rapportage van de heer Rijntjes, in samenhang met het verhaal van de heer Van Laarhoven. De heer Rijntjes heeft niet aan kunnen tonen dat 1,5 miljoen bezuinigen wel realiseerbaar is en de heer Van Laarhoven heeft wel aan kunnen tonen dat 1,5 miljoen bezuinigen niet realistisch is. Dus waarom geeft u nou nog steeds aan die partijen in de stad, stichting cultuurbelangen, aan de collectiehouders, het signaal af: wij zullen en moeten 1,5 miljoen bezuinigen op dat museum. Want volgens mij is dat nu het verkeerde signaal op het verkeerde moment. MEVROUW VERKUYLEN: Nee, ik vind het juist een goed signaal, een goed signaal om te laten zien dat er heel veel mogelijk is in deze stad en dat je niet per se een zak geld klaar hoeft te hebben staan. Dat is het signaal dat wij geven. En wij geven met name serieus de gelegenheid aan de creativiteit in de stad. Mensen komen met voorstellen, hebben die gedaan, en het is zwaar wegend in de richting van de wethouder om daar serieus mee aan de slag te gaan. DE HEER HARDORFF: Voorzitter, nog even een laatste antwoord. U daagt partijen in de stad uit om creatief te zijn en initiatieven te nemen. Nou gebeurt dat, zij komen ook nog een keer met een onderbouwing die de wethouder niet kon weerleggen op basis

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 60