540
Het is inderdaad een onderwerp met een lange historie. De gemeente Breda heeft in 1999-2000 de
gronden reeds verworven, met als doel een modern landgoed te ontwikkelen. En ik heb u ook de
luchtfoto's laten zien vanuit die tijd met de grote kassencomplexen aan de westkant van het
huidige bestemmingsplan. Voorzitter, in het geldende bestemmingsplan kan daar fors gebouwd
worden, Als u kijkt naar de bouwhoogten en als u kijkt dat er eigenlijk nauwelijks beperkingen zijn
ten aanzien van aantallen. En dat betekent dat men een besluit over het bestemmingsplan
vandaag in ieder geval daaraan, en dat is in het belang van de stedelijke programmering, een
einde komt aan die kassen. En uiteindelijk is dat goed voor een zorgvuldige ruimtelijke invulling en
daarnaast de opdracht die we met elkaar geformuleerd hebben in Koers gezet, de juiste woning op
de juiste plaats op het juiste moment. Wat ook van belang is voor de discussie voorzitter, is dat in
het huidige bestemmingsplan ook al de toegang voor de ontsluiting voor het landgoed aan de
zuidzijde van het totale gebied op de plankaart is aangegeven met een dikke zwarte pijl. En dat
betekent, en in die tijd is daar ook inspraak over geweest, dat iedereen daar dus al rekening mee
kon houden, ook de mensen die later in het zuidelijke deel, ten zuiden, aan de overkant van het
huidige bestemmingsplan woningen hebben gebouwd. Het was bekend dat aan die kant een
ontsluiting zou plaats vinden.
Voorzitter, waarom heeft het zo lang geduurd? Het heeft zolang geduurd omdat de verkoop van
grote kavels belangrijk stagneerde, dat in 2005 een nieuw plan is gemaakt, waarop een openbare
informatieavond is geweest waarbij men een prijsvraag heeft geprobeerd om een nieuw plan te
ontwikkelen wat beter voldeed ook aan de woningbehoefte. Er is ook een aanpassing dus voor wat
voor soort woningen er gebouwd wordt op het plan toegepast en er is een artikel 19 procedure
gevolgd. Probleem is dat die artikel 19 procedure eigenlijk is ingehaald door de nieuwe wet Wabo,
de wet algemene bepaling omgevingsrecht. Omdat in die wet een omissie zit, - die wordt op het
ogenblik bij de Eerste Kamer wel gerepareerd maar hij is niet voorzien van adequaat
overgangsrecht -, moesten wij dus in feite opnieuw met de procedure beginnen.
Voorzitter, die historie is van belang omdat de gemeenteraad ook meerdere keren heeft
aangegeven, en ik ben dat met de raad eens, dat ze het natuurlijk helemaal niet leuk vinden, dat
ze elke keer weer geconfronteerd worden met bestemmingsplannen, met woningbouwplannen, die
min of meer voldongen feiten inhouden. Weinig mogelijkheden meer vanwege gevoerde
procedures, vanwege de financiële juridische vastlegging door de gemeente waardoor principe
uitspraken van college en raad, en in dit geval zelfs een gevoerde artikel 19 procedure. En dat
bezwaar snap ik goed en dat is ook de reden waarom in de commissievergadering de vorige keer
gevraagd is door de gemeenteraad om dit plan ook nog eens te kunnen waarderen in de totale
context van de stedelijke programmering. Dat hebben we op 2 november gedaan. Daar hebben we
ook gekeken naar hoe het past zowel qua woningbehoefte, -mevrouw Bijlsma vroeg daar al naar -,
aantallen woningen, maar zeker ook hoe zit het nou precies met die financieel juridische
randvoorwaarden. Dus wat is het belang voor de stad wat hier aan de orde is om daar een goed
inzicht in te krijgen en in feite ook het punt wat door de SP naar voren is gebracht, plaats het in de
bredere context, de besluiten die we al genomen hebben, de koers die we bepaald hebben, die
Koers gezet, past nou dit plan daarin.
Voorzitter, in algemene zin is het helder dat dit plan op de harde lijst staat, de groene lijst staat,
en dus past binnen Koers gezet. Dat het soort woningen, - mevrouw Bijlsma vroeg daar naar -,
past op de locatie in de woonomgeving waar we het hier over hebben. En dan hebben we het met
name over, als het gaat om twee onder een kappers, en als het gaat over de appartementen
waarover in het plan wat aan de orde is, dan hebben we het over starters, mogelijkheden voor
starters en voor ouderen. En dat zijn doelgroepen die in ieder geval door de ontwikkelaar en ook
de makelaar waar de SP naar vroeg, wordt ingeschat dat dat ook woningen zijn, waar, als je die nu
bouwt ook in de huidige tijd behoefte aan is en die worden afgezet.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mag ik daar een vraag over stellen?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik vroeg er niet naar. Ik sprak mijn opperste verbazing uit dat wij een onbekende grote makelaar
nodig hebben om te kunnen verantwoorden dat wij een hele verkeerde keuze maken voor de stad.
Dat was mijn vraag. Waarom hebben wij dat nodig? Waarom zoeken wij naar dat soort
gelegenheidsargumenten om ons beleid te onderbouwen? Dat vind ik een zorgelijke zaak.
WETHOUDER ARBOUW:
Voorzitter, en dat komt omdat door de duur van het traject, het college het ook erg belangrijk vond
om een aantal van de vraagstukken die op tafel lagen en ook vanavond weer benoemd worden, dat