542
Het woord is aan mevrouw Schokker.
MEVROUW SCHOKKER:
Voorzitter, ik heb eigenlijk van de wethouder geen nieuwe argumenten gehoord in relatie ook tot
informatie die we deze week hebben gekregen. Veelal komt het neer op aannames. En het is ook
zoals mevrouw Bijlsma zegt: er wordt veel in problemen gezien en niet in kansen. Wij vinden ook
dat het college meer beren op de weg ziet dan er werkelijk zijn. Want er hoeft niet een nieuw
bestemmingsplan ter inzage gelegd. En als het gewijzigd bestemmingsplan vast staat, kan
iedereen toch op dat gewijzigd bestemmingsplan weer bezwaar maken in de richting van de Raad
van State. Een vertraging van minimaal een jaar is dan ook niet aan de orde. Wat wij vooral
jammer vinden, is dat er nu een kans voorbij gaat om toch tot een veiliger fietspad te komen.
Ieder ongeluk is er een te veel. En als we dat kunnen voorkomen, dan moeten we dat doen.
Daarom hebben wij opgeroepen om alsnog te gaan overleggen met de projectontwikkelaar en de
omwonenden. Dat is niet gebeurd naar aanleiding van de zienswijzen. En wellicht kan er toch nog
een verbeterde aansluiting komen.
Ik wil ook nog even ingaan op wat de wethouder gezegd heeft. Het huidige plan had al een
toegang naar de Leursebaan. Dat kan zijn. Maar toen op dat moment, lag het fietspad daar nog
niet. De ontsluiting naar de Leursebaan is niet het probleem, ook niet de verkeersbewegingen op
de Leursebaan, maar het feit dat een onoverzichtelijke kruising gecreëerd wordt. De automobilisten
kunnen de fietsers erg slecht zien, terwijl de fietsers denken dat ze voorrang hebben. En dat het
verkeer bij het afslaan op de Heilaarstraat weer een fietspad moet kruisen de fietsers dus achterom
kijken om te kijken of ze wel voorrang krijgen van de automobilisten.
En dan wil ik ook nog reageren op een extern onderzoek met alternatieven. Dat hebben wij als
raad in ieder geval nooit gezien. Dat is ook niet bij de stukken geweest. Er heeft een klein
verkeersonderzoekje plaats gevonden en dat ging uitsluitend in op het aantal verkeersbewegingen
op de Leursebaan maar het ging niet in op de kruisingen met het fietspad.
Dus al met al, zijn we niet te overtuigen dat er in dit stadium helemaal niets mogelijk zou zijn.
Daarom willen we toch de motie die we voorbereid hebben, in stemming brengen.
DE VOORZITTER:
Verzoekt het college de beschikbare tijd te benutten om het gesprek aan te gaan met de
projectontwikkelaar en omwonenden om tot een optimale oplossing te komen over de ontsluiting
van het landgoed Heilaar.
Is ingediend, maakt deel uit van de beraadslagingen.
En stelt vast het bestemmingsplan Heilaar te verschuiven naar de volgende raadsvergadering op
22 december.
Het woord is aan mijnheer Van Lunteren, SP.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ja voorzitter, waar zal ik beginnen?
Ik vind het op zich heel zorgelijk dat we hier nou een besluit nemen, puur vanwege het geld uit de
grondexploitatie, dat dat zo leidend is in deze discussie. Dat lijkt mij een heel slecht signaal naar
de stad. En ik hoop dat dat het laatste is. Wij zullen om die reden ook tegen dit plan stemmen
want dat lijkt mij heel onzorgvuldig. De wethouder heeft op mijn motie gezegd: de provincie komt
in januari met nieuwe prognoses die wij dan als leidend gaan vast stellen. Ik hoor graag als dat in
de raad gebeurt, dat we dat met de raad helemaal vast stellen en overeen komen en dan ben ik
geneigd mijn motie in te trekken. Maar ik hoor graag van de wethouder dat wij dan als raad daar
het laatste woord over hebben. Als dat zo is, zou hij zomaar een motie overwinnen.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mevrouw Bijlsma, Partij van de Arbeid.
MEVROUW BIJLSMA:
Dank u wel, voorzitter.
De wethouder schetst een duidelijke geschiedenis. Maar hij geeft, wat ons betreft, nog geen
antwoord hoe dit plan zich verhoudt tot Verzilvering@Breda. We kennen namelijk een GWI beleid
en ja, in dit plan komen ook woningen voor ouderen. Maar het GWI beleid gaat er juist van uit dat
die ouderen dicht bij voorzieningen zitten en dat lijkt toch in dit plan niet het geval te zijn.
Dan een reactie op de motie van de SP. Wij kunnen heel erg meegaan in de geest van die motie,
want we moeten zo scherp mogelijk de vraag in beeld hebben die in onze stad zit. Maar we vinden
het wat rigide om dat nu zo vast te leggen welke we vergunningen we dan ook kunnen afgeven.
Wij vinden en vinden nog steeds dat die vraag eigenlijk in de woonvisie of onze woonagenda plaats