529
IV. VRAGENUUR.
DE VOORZITTER:
De procedure voor het vragenuur.
Eerst de vragensteller, dan het college, dan wederom de vragensteller, eventueel anderen, college,
geen interrupties, en alleen een stemverklaring bij een eventuele motie. Ongeacht het aantal
vragen is er maximaal een uur voor beschikbaar. Ik wil u wel verzoeken uw bijdrage kort te
houden.
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, net voorafgaand hier aan de raadsvergadering, heeft wethouder Meeuwis een stapel
handtekeningen in ontvangst genomen van mensen die zich buitengewoon zorgen maken over de
situatie van de thuiszorg in Breda. In de krant lezen we ook verontrustende berichten van
thuiszorgmedewerkers die zeggen tegen een muur te staan en achteruitgang in salaris en uren te
moeten accepteren om hun baan te behouden.
In de stad zelf worden wij ook over iets anders aangesproken. Wij worden aangesproken door
mensen die niet de zorg krijgen nu waar zij eigenlijk recht op hebben. Voorzitter, dit zijn serieuze
signalen, over zorg en kwetsbare Bredanaars die afhankelijk zijn van ons als gemeente. En die
signalen mogen we niet negeren. De Partij van de Arbeid verwacht dan ook dat ons stadsbestuur
hier nu boven op zit, zich een goede regisseur toont en dat u er voor zorgt dat kwalitatief en
kwantitatief goede zorg nu en na 1 januari gewaarborgd is. En in het licht van de deadlines van het
implementatieplan wat we allemaal kennen, moet er vandaag op 10 november een goed inzicht
zijn in de stand van zaken. De keuzes van de klanten zijn sinds 4 november bekend, de deadlines
voor de aanbieders voor aanlevering van de definitieve klantenlijst met hulp daarbij was vandaag.
En daarom zien we ook graag de volgende vragen nu beantwoord. De eerste 4 vragen hebben
betrekking op feiten en cijfers en de overgang naar de nieuwe aanbieders. De 5e vraag is van een
andere orde en gaat over de zorg die vandaag de dag geleverd wordt.
Vraag 1. Hoeveel klanten hebben na de eerste standaardindeling, de voorverdeling, aangegeven
over te stappen naar een andere aanbieder of een andere manier van zorg?
De 2e vraag. Hoeveel van de Bredase thuiszorgmedewerkers hebben nu contract bij een van de
nieuwe aanbieders?
De 3e vraag. Heeft het college er vertrouwen in dat de nieuwe aanbieders voldoende personeel
hebben verworven nu om per 1 januari de juiste hoeveelheid en kwaliteit aan zorg te kunnen
bieden? Kunt u dat ook met cijfers toelichten?
Daarnaast willen wij, en dat is als 4e, zo snel mogelijk inzicht hebben in de percentages klant - hulp
relaties die bij elkaar blijven. De wethouder heeft toegezegd zich daar zo goed mogelijk voor in te
zetten. Wij willen graag zien hoe die stand van zaken is. En daarnaast willen we ook weten hoe het
staat met de nieuwe contracten van de werknemers met de nieuwe aanbieders en of mensen er in
salaris op vooruit of achteruit gaan of gelijk zijn gebleven. Want ook dat zijn belangrijke zaken
voor mensen die een baan hebben. De vraag daarbij is of u de raad na de deadline van 18
november daarover zo goed mogelijk schriftelijk kunt informeren zodat wij het eventueel op 1
december in de commissie Maatschappij uitgebreid kunnen bespreken. Dat is dus meer een
procedurevraag.
De laatste vraag. Ik heb al aangekondigd dat die van een andere orde is. Wij ontvangen de laatste
tijd steeds meer signalen dat in de aanloop naar 1 januari toe bij mensen de huidige hulp niet meer
komt opdagen. Meestal is er een plausibele verklaring: de hulp is al overgestapt naar een andere
aanbieder, de hulp heeft een andere baan gekozen of ze hebben zo'n tekort dat er allemaal een
beetje beknibbeld moet worden op de uren en dat het verdeeld wordt. Mensen krijgen iedere week
andere hulpen of er komt niemand meer. Kortom, het lijkt erop, uit die verhalen, dat de huidige
aanbieders niet de zorg leveren waar mensen recht op hebben. En met de komende
wintermaanden in het verschiet, vinden we dat een heel belangrijk punt om goed aan te pakken.
We willen niet dat de klanten de dupe worden door het proces waar zij zelf absoluut niet voor
hebben gekozen. Aan het college de vraag of men deze situatie kent en erkent en wat de aanpak is
om er voor te zorgen dat tot eind december door de huidige zorgaanbieders de zorg wordt geregeld
zoals we dat ook gewoon met hen hebben afgesproken.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan wethouder Meeuwis.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, op de eerste plaats dank naar mevrouw Haagh voor deze vragen.
Ook vorige week zijn vergelijkbare onderwerpen hier in deze zaal gewisseld bij de behandeling van
de begroting en ik heb ook toen reeds een aantal toezeggingen gedaan die wij als college uiteraard
gestand doen.