578
MEVROUW KOGER:
Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
In deze nota vinden we een heldere problemenanalyse. Nou wordt er gelachen; dat begrijp ik niet.
Dus wat GroenLinks betreft, vaststellen en aan de slag. De problemen zijn groot en actie is daarom
het enige antwoord. We stellen daarom een aantal dingen voor, of niet voor, maar wat er moet
gebeuren dat is ook bekend bij het college, staat voor een deel ook in het voorstel: een taskforce
om de enorme bestemmingsplancapaciteit van kantoren terug te dringen. En om te voorkomen dat
er bouwvergunningen worden aangevraagd waarvoor geen bouwzekerheid bestaat, moet bij het
afgeven van een nieuwe bouwvergunning een termijn opgenomen worden waarbinnen de bouw
gestart moet worden. Het is overigens volgens mij al anderhalf jaar geleden toegezegd maar
volgens mijn informatie is dat in de praktijk nog niet gebeurd.
Het tweede punt is dat er een regionaal plan van aanpak moet komen voor de leegstand en er snel
een goede vastgoedmonitor moet komen.
Kortom, deze Kantorennota is een eerste stap, het vervolgtraject is spannender. En tenslotte: pas
op dat de planschade niet het nieuwe verdienmodel wordt van de beleggers.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Het woord is aan de heer Van Lunteren, SP.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, dank u wel.
Het is al gezegd. We hebben eerder de nota besproken. Toen heette deze nog visie. En aan die
visie ontbreekt het nogal. De wethouder is op pad gestuurd met een hele hoop adviezen van ons
en van andere partijen. Zo stellen wij als SP een nullijn voor bij bedrijventerreinen, bij
kantorenpanden, verplicht deelnemen aan ondernemersverenigingen om verloedering tegen te
gaan, het ombouwen van leegstaande kantoren. We hebben het idee dat de wethouder dat zeer
goed heeft opgepakt. Over het resultaat zijn we ook goed te spreken. Tijdens de commissie had ik
ook wel het idee dat we elkaar heel goed begrepen. We zijn ook blij met woorden als de regierol
pakken en de stad in balans brengen. We zijn weer duidelijk de baas als stadsbestuur, althans als
we de nota mogen geloven, en niet meer de projectontwikkelaars. Dat is koren op onze molen. We
hebben nog wel het idee, de leegstandsverordening die hadden wij veel sneller en eerder in stelling
gebracht willen zien maar dat ziet er niet in. Dus vandaar de steun aan de motie van het CDA om
al vast wel de eigenaren van kantoorpanden een beetje op te jagen en de wethouder een duwtje in
de rug te geven om daar zich hard voor te maken. Dus steun voor de kantorennota. Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Zijn er nog andere leden?
Dan is het woord aan wethouder Meeuwis.
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, dank u wel.
Ik zal het kort houden. De oproep zoals verwoord in de motie van mevrouw Van Beek en de heer
Van Lunteren, waarin een aantal acties worden geformuleerd die wij ten aanzien van de leegstand
in het plan van aanpak zouden moeten meenemen, daar kan ik nu al op toezeggen dat ik daar mee
aan de slag kan. Ik hoorde u alleen het getal 5 noemen en die zie ik niet staan. Het enige probleem
is als je dat soort aantallen gaat benoemen in een motie en die aantallen zijn er niet, dan wordt
het wat lastig om uitvoering te geven aan een motie als die wordt aangenomen. Dus als ik die 5 als
een significant aantal mag zien, dan kan ik met die motie verder uit de voeten.
Ja en dan de vraag, de enige vraag die verder gesteld is, over de regionale versus de lokale aanpak
door mevrouw Koger. In de commissiebehandeling heb ik al aangegeven dat nu in de regio vooral
toch iets van bedrijventerreinen aan het oppakken zijn en dat op het moment dat we daar zeg
maar de prioriteit een beetje helder hebben, ook conform de wens van de provincie die bij ons is
neergelegd, lijkt het me een logische volgende stap dat we eenzelfde exercitie ook voor de
kantoorruimte zouden inzetten. Volgens mij heb ik daarmee uw vragen beantwoord.
2e termijn.
DE VOORZITTER:
Is er behoefte aan een 2e termijn?
Mevrouw Van Beek?
MEVROUW VAN BEEK: