585
DE HEER VUIJK:
Voorzitter, volgens mij stoeit het een beetje op de gekozen wijk en dorpsraden, een beetj
uitgekauwd begrip inmiddels dat iedere keer door de SP naar voren wordt gebracht. We hadden
qeloof ik nog een vereniging in Bavel waar bijvoorbeeld wel gekozen leden inderdaad gekozen
zouden kunnen worden vanuit de gemeenschap en dat is inmiddels een stichting geworden. Dus
wat mij betreft, ben ik ook tegen deze motie.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Spapens tot slot.
DE HEER SPAPENS:
Dank u wel, voorzitter.
Waar het ons natuurlijk om gaat en dat is heel duidelijk, is dat de wijk- en dorpsraden een
bijzondere status hebben. Van ons hadden ze die mogen houden en zij doen gewoon goed werk.
Waar deze motie voor bedoeld is, en ik snap de reacties, dus we zullen er nog nader een keertje op
terug komen, is hoe wij straks gaan kijken of men goed werk doet, zoals de wethouder zegt. Wan
eiqenlijk beluister ik in zijn antwoord: u heeft wel gelijk maar het is niet op dit moment het slimste
om te doen want als ze breed gedragen zijn dan zal dat er wel zijn en zijn we toch al met hen in
qesprek Dus in die zin heb ik in de beantwoording al veel gevonden. Voor ons is het belangrijkste
dat de dorps- en wijkraden erkend worden en dat zij namens een breed gedragen deel van wijk of
dorp spreken. Dat doen ze volgens ons ook. En anders was het antwoord van de wethouder
duidelijk. Als ze dat niet doen, is er een andere groep waarmee men in gesprek is. Dus nogmaals,
voor ons zijn de wijk- en dorpsraden een bijzonder orgaan waar wij achter staan en wij wensen
hen veel succes toe. Mochten zij gaan democratiseren, dan juichen wij dat van harte toe omdat wij
denken dat dat de beste manier is om continuïteit te borgen.
Dank u wel, voorzitter.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Szablewski, Partij van de Arbeid.
DE HEER SZABLEWSKI:
Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
Ook even betreffende de motie. Ik heb de indruk dat de SP hier een probleem wil oplossen wat niet
bestaat. Want wij hebben toch nog niet gezien dat als wijk- en dorpsraden standpunten innemen,
dat die hordes bewoners van wijken opdraven en roepen: de wijk- en dorpsraden spreken niet
namens ons. Het lijkt ons ook een hele klus voor die wijk- en dorpsraden om dat te regelen. Dus
wij denken dat wijk- en dorpsraden voldoende draagvlak hebben in hun wijk en dorp om hun rol te
kunnen spelen in het kader van deze nieuwe manier van werken.
DE VOORZITTER:
Goed. We gaan over tot de stemming.
Behoefte tot het afleggen van stemverklaringen?
Zo niet, wie is voor...,
Wacht even, mijnheer Vuijk nog.
Gaat uw gang.
Ik hoop dat het nieuwe beleid niet tot versplintering in alle wijken en dorpen zal gaan leiden.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog van uw raad?
Ik kijk nog eens een keer heel goed rond. Nee.
We gaan over tot de stemming.
Is er behoefte aan het afleggen van stemverklaringen?
Dan de motie.
Wie is voor de motie? r
De fractie van de..., Even goed opsteken want ik zie er maar twee van uw fractie. Drie, eensgezind.
Wie is tegen de motie?
De overige leden van uw raad.
De motie is verworpen.
Wie is voor het voorstel?
