588
Besluit de derde wijziging verordening leerlingenvervoer gemeente Breda 2008 als volgt te
wijzigen: artikel ld, lid 3 te vervangen door: het college gaat slechts over tot een gehele of
gedeeltelijke afwijzing van de aanvraag nadat advies is ingewonnen bij de commissie voor de
begeleiding van de desbetreffende school of bij het zorgteam van de desbetreffende school of
eventueel het advies van andere deskundigen is betrokken. Genoemde commissie, het zorgteam
en of de andere deskundigen dienen hun advies mede te baseren op een gesprek met de
aanvragers.
Is ondersteund CDA, SP, PvdA en Leefbaar Breda, Breda 97.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Het woord is aan de heer Spapens.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, zou ik een opmerking mogen maken over het ingediende amendement?
Want mijnheer Oomen zegt in zijn betoog dat het wellicht niet gaat om een bepaalde ambtenaar.
Maar ik wil toch mijn ongenoegen uiten dat in het amendement toch wel degelijk gesproken wordt
over een bepaalde ambtenaar. En mijnheer Oomen wekt toch wel degelijk de suggestie dat het al
dan niet goed functioneren van deze persoon de reden is tot wijziging van beleid. En ik vind dat
toch enigszins ongepast voorzitter, in dit verhaal.
DE VOORZITTER:
Reactie van de heer Oomen.
DE HEER OOMEN:
Dacht u nu werkelijk voorzitter, dat ik de intentie heb met dit amendement om aan een ambtenaar
een kwalificatie toe te dichten? Ik werp dat verre van me. Ik vind het ook nonsens.
DE HEER AARTSEN:
Voorzitter, het is ook de heer Oomen zelf die het opneemt in zijn overwegingen. Dus u kunt wel mg
verwijten 'dat ik dit doe maar u neemt het zelf op in uw overwegingen dat omdat het door een
persoon wordt beoordeeld, dat dat de overweging voor u is, tot wijziging van het beleid. Dan wekt
u bij mij de suggestie dat het om die persoon gaat, voorzitter.
DE VOORZITER:
Goed. Nog een korte reactie mijnheer Oomen?
DE HEER OOMEN:
Nee voorzitter, ik heb gezegd wat ik wilde zeggen. Ik heb daar niets meer aan toe te voegen. Het
gaat er om dat degene die is afgewezen het gevoel krijgt dat die in een breder verband gehoord
kan worden. Dat geeft ook bij een blijvende afwijzing naar de burger toe en naar de ouder toe, -
want het gaat wel om zijn of haar kind namelijk een gevoel, laat ik zeggen, dat er heel serieus
en goed is gekeken binnen een brede groep van deskundigen, want daar maakt ook diezelfde
ambtenaar deel van uit.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Het woord is aan de heer Aartsen, VVD.
DE HEER AARTSEN:
3a voorzitter, vandaag bespreken we een aanpassing op het leerlingenvervoer zoals in dit voorstel
staat opgeschreven. En dit voorstel is een uitvoering van een motie van collega Akinci en
ondergetekende die unaniem is overgenomen door de raad, waar ik erg blij om ben geweest. En in
deze motie voorzitter, wordt verzocht aan het college om aan de slag te gaan met de ontwikkeling
van een nieuw systeem voor het leerlingenvervoer. Niet zozeer een systeem om te bepalen waarbij
gezegd werd we moeten meer of minder leerlingenvervoer worden gegeven, maar juist een
systeem waarbij wordt gezegd, zorg nou dat die verdeling tussen gezinnen die zelf het vervoer
voor hun kinderen kunnen organiseren, laat die dat zelf doen en ook ervoor te zorgen dat mensen
die het wel nodig hebben, dus gezinnen die het echt nodig hebben, om ervoor te zorgen dat zij
sociaal mee kunnen draaien, dat die het ook krijgen. Om het concreet te maken voorzitter, niet het
aantal kilometers is leidend in dit verhaalmaar juist de situatie van het kind. En dus ligt er een
vorstel nu voor ons. Een nieuw en innovatief voorstel zoals ik dat ook al heb genoemd tijdens de
commissievergadering. En wanneer wij met onze raad dit voorstel aannemen, dan zijn wij de
eerste gemeente in Nederland die hiermee aan de slag gaat, die hiermee gaat experimenteren. En
ik ben ervan overtuigd dat dat een positief effect zal opleveren. En daar is de VVD ook trots op.