592 slag te gaan met die deskundigen, etcetera. Maar het dwingende karakter, daar zien wij toch niks in. En vandaar dat wij daar niet zo positief tegenover staan, voorzitter. DE VOORZITTER: Dank u wel. Anderen? Mijnheer Oomen, CDA. DEHEEROOMEN: j Ja voorzitter, even nog een paar opmerkingen. Kijk, de indruk wordt gewekt dat door dit amendement de bureaucratie, of woorden van gelijke strekking, zou toenemen. Kijk, het gaat er maar om, het gaat om ouders, zeg maar kinderen, leerlingen, die zijn afgewezen. Daar hebben we het over. Na die afwijzing nemen zij contact op met de gemeente. Waar het nu om gaat, is dat die ouder die contact opneemt, die zou graag liever verschijnen voor een kleine groep deskundigen om daar zijn of haar verhaal te doen. Dat wil niet zeggen dat daardoor, de afwijzing een toewijzing wordt. Dat is weer iets anders. Dus met andere worden: het gaat er om voor het gevoel van die ouder dat die laat ik zeggen wat breder gehoord gaat worden. Dat is de bedoeling. Goed, ik merk dat in de coalitie daar verschillend over gedacht wordt. Wat ik zou willen vragen aan de wethouder is, of zij de toezegging kan doen dat dat punt, wat ik namens het CDA en anderen naar voren heb gebracht, wat een zwaarwegend punt is, of zij dat na verloop van tijd, - een termijn kan ik niet per se invullen -, zou kunnen evalueren en kijken hoe daar de uitslag van is. Daarover zou ik graag even van de wethouder iets meer willen weten. DE VOORZITTER: Andere leden nog van uw raad? Mijnheer Akinci. DE HEER AKINCI: Voorzitter, die uitleg van de heer Oomen maakt het allemaal wat duidelijker maar ook het probleem nog wat pregnanter volgens mij. Want als je met meer mensen moet praten, heb je meer mensen nodig. En stel dat dat 500 gesprekken zijn met een commissie van deskundigen, dan zijn dat ongeveer 3 mensen dan denk ik, minimaal. Dan heb je het over 1500 gesprekken van ongeveer een uur. Dat is dus al 1 fte erbij van een ongeveer 70, 80 duizend euro, misschien een tonnetje. Dus daar zit hem even een van de problemen van deze uitwerking in het amendement. Wat ik wel met de heer Oomen eens ben, en zo hebben we het volgens mij in de commissie ook gewisseld met de heer Elbertse, is datje heel zorgvuldig mensen de gelegenheid moet bieden om op het moment dat zij het idee hebben dat niet alle feiten zijn meegewogen, je nog eens een keer gaat kijken of die beslissing wel gegrond genomen is. En dan kom ik toch weer bij de commissie bezwaar- en beroepsschriften die daar volgens mij heel goed voor geschikt is. Wil ik wel aan de wethouder vragen of in de afwijzingsbrief die eventueel afgewezen mensen krijgen, of dat daar ook in hele goede gewone mensentaal dat proces heel duidelijk beschreven kan worden: dus wat moeten mensen doen als zij bezwaar willen aantekenen. Dan kan dat eventueel ook met een telefoontje of met een mailtje. Maak dat proces zo eenvoudig mogelijk. En het tweede wat ik eigenlijk in de richting van de wethouder wil zeggen, is dat er van uitgaande dat we de verordening aannemen zoals zij hem heeft voorgesteld,- dat zou namelijk mijn voorkeur hebben -, dat zij dan aan ons bewijst dat deze verordening prima is maar dat zij ook in de richting van de CDA fractie bewijst dat hun extra zekerheid die zij wilden inbouwen achteraf gezien helemaal niet nodig bleek te zijn. DE VOORZITTER: Mijnheer Kluijtmans, D66. DE HEER KLUIJTMANS: Dat is altijd het nadeel als je na de heer Akinci bent en je bent het redelijk met hem eens. Dan kun je het heel kort houden. Voor ons is in ieder geval van belang dat het een unieke verordening is, uniek in Nederland. En die verdient ook de kans om op deze manier ingevoerd te worden. Wij voelen wel mee met het punt wat het CDA inbrengt, alleen vinden wij het van belang dat deze verordening eerst de kans krijgt om zich te bewijzen. Mocht nou na een x tijd blijken dat dat niet het verhaal is dan lijkt het me heel erg duidelijk en logisch na een grondige evaluatie om te kijken hoe de situatie dan is. En dat is eigenlijk voor ons een heel belangrijk meewegend punt om nu te zeggen, ook met de argumenten die de wethouder heeft gegeven met betrekking tot de extra kosten 'van het ambtelijk apparaat, deregulering, om nu te zeggen: dat amendement willen we nu niet ondersteunen maar wij vragen wel aan de wethouder, kom nu na een x tijd met een degelijke evaluatie en dan willen we de boel opnieuw bezien. Dank u wel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 34