601 DE HEER HARDORFF: Voorzitter, de Partij van de Arbeid was de andere partij die het na de commissiebehandeling nog heeft terug genomen, een commissiebehandeling waarin we uitgebreid hebben gesproken. En de Partij van de Arbeid is toen eigenlijk ingegaan op 3 aspecten van het voorstel wat aan de raadscommissie was voorgelegd. Het allereerste onderwerp was dat van stapeling, het tweede de wijze van indicatiestelling, en het derde onderwerp was de mandatering. En op de eerste en de derde zal ik terug komen. Allereerst de stapeling. Voor de Partij van de Arbeid blijft dat een belangrijk punt. En we hebben ook in de commissie aangegeven dat we de reactie van het college ook op de inspraakreactie, of de reactie die inderdaad was gegeven op dat voorstel, vonden wij mager. Wat ons betreft is dat een onderdeel van de stapelingsscan en zullen we in het voorjaar praten over de effecten en mogelijk flankerend beleid wat nodig is als mensen zowel door eigen bijdragen of de stapeling van eigen bijdragen in de WMO geraakt worden, zeker in combinatie met andere zaken als huurtoeslag, zorgtoeslag, etcetera, etcetera, etcetera. Het tweede punt is een punt van communicatie. Want wij hebben afgelopen week ook na de commissiebehandeling gehoord dat er diverse mensen zijn die zich rot schrikken van de eigen kosten die zij voor hun scootmobiel moeten betalen. Er is in januari een brief gestuurd door de gemeenten, een brief waarin staat: bereid u voor op het feit dat u een eigen bijdrage moet betalen. En eigenlijk de eerstvolgende communicatie die zij ontvingen, was namelijk van de instantie die die eigen bijdrage int. Dus gewoon een acceptgiro in september, in sommige gevallen van 85,— of 86,— euro per maand. Elke maand opnieuw. Terwijl in die eerste brief helemaal niks gezegd was over de hoogte. En dat is voor veel mensen echt een bittere pil om te slikken. Wat dus ook maakt dat we ook al signalen hebben gehad van diverse mensen die serieus overwegen of het zelfs al gedaan hebben om hun scootmobiel in te leveren omdat ze het gewoon niet meer kunnen betalen. En dat lijkt ons een zeer ongewenste situatie omdat juist vaak die scootmobiel zorgt dat mensen wel mobiel blijven en nog wat minder afhankelijk zijn van anderen die dan boodschappen moeten komen brengen of andere zaken. Dus we vinden dit een serieus signaal en een signaal wat dus ook samenhangt met die stapeling waar ik het net al over had. Het derde en laatste punt is het onderwerp van de mandatering. We hebben tijdens de commissie aangegeven dat de Partij van de Arbeid daar wat huiverig voor was, ook na het debacle van de wethouder in de thuiszorg en met betrekking tot de sociale pensions. Echter, we hebben van diverse partijen, maar ook van de inspreker van de BCG, ook waardering gehoord voor de wijze waarop het proces van de totstandkoming van de verordening heeft plaats gevonden. En de BCG heeft ook gezegd dat ze intensief betrokken zijn bij het bepalen van de uitvoeringsregels en datgene wat daarna nog komt. Ze hebben ons ook beloofd dat ze ook meteen aan de bel zullen trekken op het moment dat de wijze waarop dat gebeurt, hen niet bevalt. We hebben vertrouwen in de BCG. Dus we zullen hen volgen. We geven de wethouder het voordeel van de twijfel in dit opzicht. We gaan dus akkoord met het voorstel. Maar we zullen er boven op zitten en bij elk eerste signaal komen we bij hem terug. Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Nog andere leden van uw raad? Het woord is aan de wethouder. WETHOUDER MEEUWIS: Voorzitter, dank u zeer. Er zijn niet heel veel vragen gesteld. De heer Spapens gaat met name in op hoe het nou gezien moet worden met de voorliggende voorzieningen. Het is eigenlijk heel simpel. Ik zal het deze keer zonder handen doen. Als de voorliggende voorziening niet goed voor ligt, is hetgeen voor ligt, geen voorliggende voorziening. Dus dat betekent dat aan de hand van een onderzoek, aan de hand van het huisbezoek, wat wordt gebracht, wordt vastgesteld of er een voorliggende voorziening voorhanden is. Is die niet voorhanden, dan wordt de voorziening verstrekt. Dus als ik uw vraag moet duiden als wanneer wordt een voorziening verstrekt, dat is op het moment dat er een voorliggende voorziening niet is aangetroffen, op het moment dat de ambtenaar bij de cliënt daar dat vaststelt, wordt er dus altijd een voorziening verstrekt. Dan heeft de heer Hardorff het over de eigen bijdrage. Die eigen bijdrage is eerder onderwerp van gesprek geweest in deze zaal. We hebben ook bij de verordening als het goed is het nieuwe overzicht van eigen bijdragen verstrekt. Zoals u weet, zijn de eigen bijdragen als volgt opgebouwd. Die zijn afhankelijk van het inkomen wat iemand heeft. Wij hebben in Breda de keuze gemaakt om iedereen, ongeacht het inkomen, de voorziening in het kader van de WMO te verstrekken. Dus niet wat een keuze is die vele andere gemeenten maken, dat er tot een bepaald inkomensniveau WMO

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 43