609
Nog andere leden van uw raad?
de suqqestie van de heer Szablewski om dan inderdaad misschien wat later dan dat die ons ter
kennisname is toegezonden, nog eens een keer te kijken in de commissie Bestuur naar de precieze
impact en vormgeving van de notitie Handhaving@Breda. En volgens mij kunnen we, als we dat
zouden doen, kunnen we nu in ieder geval het voorstel wat de burgemeester ons voorlegt, gewoon
aannemen omdat wij het er volgens mij sowieso allemaal over eens zijn dat als je een sanctie
oplegt door middel van het intrekken van een ontheffing, dat die dan ook wel zinvol moet zijn en
niet de volgende dag via een aanvraag meteen weer ongedaan kan worden gemaakt.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
De heer Ügerler.
DE HEER ÜCERLER:
Voorzitter in het voorstel gaat het om de reparatie van de verordening. Dat hebben we ook
uitgebreid in de commissie besproken en we vinden de reparatie noodzakelijk op dit moment en
daarom steunen we het voorstel. Maar we hebben van de burgemeester nog de toezegging
qekreqen dat we hier op terug zouden kunnen komen op onderdelen. En ik denk dat wij ook een
stukie vertrouwen in de burgemeester moeten hebben om de strafmaat te beoordelen wanneer
iemand over de schreef gaat. Dus in die zin steunen wij het voorstel en niet het amendement van
de Partij van de Arbeid.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Goed. Dank u wel.
Nee.
Dan geef ik het woord aan de burgemeester.
DE BURGEMEESTER:
Heel kort, voorzitter.
Ik heb u al qezegd dat de raad in het verleden zelf heeft gevraagd om een helder en stevig regime.
Ik heb u ook gezegd dat wij in vergelijking met andere gemeenten en VNG richtlijnen, daar ook
verantwoord mee om gaan. Als het gaat om feiten waarvoor we ingrijpen, is er vaak sprake van
ernstige feiten. Dat wil ik gezegd hebben. Als je kijkt naar de drank- en horecawet die er aan zit te
komen en een decentralisatie in onze richting, dan zie je dat daar nog wat meer stevigheid in zit.
Dus ik zou, ook gezien de samenhang, en ik wil u ook nog eens vragen om nog eens goed naar de
totale context te kijken, toch willen vasthouden. Dat neemt niet weg dat ik in de zin van de materie
daar zeker met u altijd over wil spreken. Daar is geen misverstand over. Maar als er dan
aanpassingen komen, dan moeten die vooral plaats vinden in de beleidsregels en niet in de
verordening Dat is ook via de Wet Algemeen Bestuursrecht zo geregeld. Dat kan ik ook niet
mooier maken. Dus ik vind ook als we daar bijstellingen in willen plegen, moet het wel
buitengewoon goed doordacht zijn. En dat is naar mijn mening nu niet het geval. Vandaar dat ik u
ook verdere veranderingen op dit terrein gewoon moet ontraden.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
DE HEER AKINCI:
Maar per interruptie voorzitter, als u dat toestaat.
DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER:
Interruptie van de heer Akinci.
Is^e^fu^gemeester dan wel bereid, - want die toezegging is dan wel logisch volgens mij -, om het
stuk handhaving, de competentie van de burgemeester, nog wel een keer te bespreken. En dain
vind ik vervolgens ook dat eventuele suggesties vanuit de commissie ook serieus moeten worden
gewogen door de burgemeester. Want anders heeft bespreking ook geen zin.
Even qeen misverstand. Ik vind het van het grootste belang om de beleidsregels met u te
bespreken En als een meerderheid een totaal ander gevoelen heeft en gemotiveerd, dan wil ik
daar ook goed naar kijken en luisteren en daar ook iets mee doen. Vanzelfsprekend. Zo kent u mij
ook.