16 DE HEER VAN LUNTEREN: Begrijp ik nou goed dat als de wethouder zo meteen zegt dat het risico nog niet bekend is, de kans bestaat dat u nog gewoon tegen dit voorstel stemt? DE HEER HENDR1CKX: We zullen de wethouder eerst een antwoord laten geven. DE HEER VAN LUNTEREN: Ja..., DE HEER HENDRICKX: Ik kan daar hier niet op vooruit lopen. DE HEER VAN LUNTEREN: Ja, ik ga met u schorsen. DE HEER LIPS: Misschien vragen wij dan wel een schorsing aan mijnheer Van Lunteren. Wie zal het zeggen? MEVROUW HAAGH: Voorzitter..., DE VOORZITTER: Mijnheer Van den Berg. En dan mevrouw Haagh. DE HEER VAN DEN BERG: Dank u wel, voorzitter. Ook een vervolgvraag eigenlijk hierop. Ik zal het wel niet goed begrijpen. U geeft toe dat er risico's zijn maar u vindt die op zich niet hinderlijk voor deze casus. Dat is op zich een techniek die bij struisvogels ook vaak gebruikt wordt. Maar kunt u dat nog een keer duidelijk maken voor mij? DE HEER HENDRICKX: Hoe bedoelt u, mijnheer Van den Berg? Heb ik zo onduidelijk gesproken? DE HEER VAN DEN BERG: Wat je niet weet, dat deert dan klaarblijkelijk niet. Is dat uw betoog? DE HEER HENDRICKX: Nou nee, de risico's waar u over schrijft, of waar u over spreekt nu, we hebben allemaal de businesscase kunnen lezen, we hebben allemaal de stukken gekregen, we hebben allemaal 4, 5 keer met elkaar gedebatteerd over dit onderwerp. Het voorstel wat er nu ligt, die 3,4 miljoen, dat is een redelijk voorstel wat naar voren is gekomen en wat niet onacceptabel is, voor geen enkele partij, ook voor geen marktpartij. De marktpartijen kunnen hier ook verder op doorborduren, mocht het straks zo zijn dat de marktpartijen dat helemaal gaan doen. Dat is geen weggegooid geld. DE VOORZITTER: Mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid. MEVROUW HAAGH: Ja voorzitter, in een van de commissies was u heel helder en zei u: wij vinden dat zo'n ding op een industrieterrein, bedrijventerrein zoals de Krogten moet staan. En u bent ook helder als u zegt: de informatie die wij gehad hebben, is niet helemaal goed en niet helemaal volledig. Maar nu kunt u dus blijkbaar wel op basis van die informatie zeggen dat het Hero terrein toch wel het geschiktste is. Dat vind ik een aparte analyse want dan denk ik: hoe heeft u dat dan wel gedaan met die informatie waarvan u zelf zegt dat die niet goed is. Maar goed, dan heeft u dat gezegd en u zegt tegelijkertijd: no go moet ook blijven bestaan. Geldt dat dan ook voor deze locatie? Gaat u dat dan ook echt opnieuw allemaal bekijken en vraagt u dat ook net zo diepgaand als alle andere dingen en moet het dan ook gewoon op een andere locatie kunnen als dat beter is? Want dan is die motie helemaal niet nodig. DE VOORZITER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 15