23
DE VOORZITTER:
Dank U zeer.
Dan geef ik tot slot het woord aan mijnheer Stubenitsky, Leefbaar Breda.
DE HEER STUBENITSKY:
I have a dream that one day..., Ja inderdaad, Martin Luther King, 28 augustus 1963.
De fractie van GroenLinks had ook een droom: een klimaatneutraal Breda in 2044. Dat is over 32
jaar. Alleen jammer dat die droom van GroenLinks een nachtmerrie is voor omwonenden.
En dan de resultaten.
De 2e kerncentrale in Borssele die volkomen C02 enzovoort vrij zou zijn en die voorlopig niet
gebouwd kan worden omdat er stroom genoeg is zou 1600 megawatt stroom op gaan wekken. De
Biomassacentrale 2,5 megawatt stroom. Dat is het effect van een led lampje boven een
wietkwekerij. En dan al die veranderingen op het laatste moment nog. Nu komt er zelfs Fris en
fruitig als donderslag uit heldere hemel bij. En dat kan niet zonder die Biomassacentrale. Had de
heer Van Lunteren dinsdag gelijk toen hij iets mompelde over charmante chantage? Ik krijg er in
ieder geval een beetje een vieze smaak van in mijn mond. Hoe is het uit te leggen aan een
bewoner van Breda die moet inleveren omdat de gemeente moet bezuinigen, terwijl we in totaal 45
miljoen aan een Groenlinkse droom willen gaan besteden? En die een miljoen honderd vijftig
duizend Eurovoor dat Biogasproject daar kan ik in meegaan. Als daar een apart krediet voor
gevoteerd wordt, kan ik daarmee instemmen. Met de rest absoluut niet.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer, mijnheer Stubenitsky.
Dan nog andere leden van uw raad?
Dan is het woord aan wethouder Willems.
WETHOUDER WILLEMS:
Mijnheer de voorzitter, ik ga graag op de gemaakte opmerkingen en de vragen in en ik ben het
met iedereen eens die ook in die richting dat besproken heeft dat dit een redelijk moeizaam traject
is geweest.
Ik kan overigens de heer Van Lunteren gerust stellen. Het stuk wat u vanavond bespreekt, lijkt
voor ongeveer 95% op het stuk wat u 1 december al had. En de wijzigingen zijn ook duidelijk
toegelicht in de afgelopen 1,5 a 2 maanden dat we met dit project bezig zijn geweest. Dat is in
wezen een weergave van de reactie van het college op de rapporten die in de tussentijd op verzoek
van de raad en op verzoek van het college door derden zijn gemaakt en die hebben wij verwerkt in
het definitieve stuk. Dat zal dus niet veel nieuws bevatten, maar het leek ons correct om in het
definitieve stuk wat we vandaag bespreken die elementen wel uitdrukkelijk ook een plek te geven
in het definitieve raadsvoorstel. Dus die stonden natuurlijk niet in het stuk van 1 december want
toen waren die aanvullende vragen nog niet gesteld.
Een heel belangrijk punt, maar dat is in feite een uitkomst van de discussie zoals we die met elkaar
afgelopen dinsdag hebben gehad, dat is dat de raad eigenlijk niet in staat is nu om voldoende te
overzien wat de risico's zijn van de totale investering die we zouden moeten doen en dat graag in
stukken knipt. We gaan nu vooruit met het ontwikkelen van het project voor aanvragen van SDE
subsidie. We nemen geen onomkeerbare beslissingen. Pas op het moment dat we weten of die SDE
subsidie er komt, dan gaan we met elkaar praten over hoe komt het er nu definitief uit te zien, hoe
is het financiële plaatje, hoeveel van het krediet is dan nog nodig. Het kan meevallen en naar mijn
idee zal het ook meevallen, maar dat is dus in het licht van de uitkomst van de SDE subsidie, dan
aan de raad om een definitief go of no go te geven. En in die zin is die knip natuurlijk een heel
essentieel onderdeel maar is op zich niet in strijd met het voorstel wat er lag en is ook iets wat we
uitdrukkelijk met de raad zo gedeeld hebben. Daar kunnen we een aantal vragen die nog leven,
kunnen wij in die komende periode met elkaar antwoord op zoeken, voordat wij eind van dit jaar
een definitief go zullen geven. Dan is ook weer heel veel meer bekend. Maar we hebben wel nu het
fiat van uw raad nodig om met die voorbereidende activiteiten door te gaan want anders kun je
geen SDE subsidie aanvragen. En was ook onze conclusie, dan kun je niet met andere partners in
gesprek over hun participatie in het project.
Ik dacht dat ook de kern van de opvatting van de heer Ernst was: risico's delen. Daartoe is het
college graag bereid. Hij heeft daar ook een aantal voorwaarden aan verbonden, heeft ook een
aantal partijen genoemd, partijen die ook bij ons in beeld zijn, en enkelen hebben gevraagd hoe ik
dat dan verder ga organiseren, het delen van de risico's.
Eigenlijk doen we dat op drie manieren.
Het eerste is natuurlijk dat het project al enorm geknipt is en dat het met meerdere partners wordt
ontwikkeld. De Biogascentrale is al gebouwd door het Waterschap met hun kosten en voor hun
rekening en risico. Daar gaan wij in participeren. Dat is niet iets wat wij dus helemaal alleen voor
onze rekening nemen. Wij nemen deel aan een biogasproject om in ieder geval de
