27
DE VOORZITTER:
Ik stel voor dat de wethouder nu verder gaat.
WETHOUDER WILLEMS:
Voorzitter, de heer Hendrickx heeft nog een aantal vragen gesteld ook over de marktpartijen en die
heb ik beantwoord.
Over de financiële risico's, voor zover het advies van Ernst Young betreft, daar komt mevrouw
Boeiema nog even op terug. En hij heeft nog wat gevraagd over, o ja, over de Biogascentrale, had
u nog een vraag, hoe het komt dat dat in een voorstel zat. Ik heb al geprobeerd dat uit te leggen.
Het voorstel van de Biogascentrale was eigenlijk klaar voor behandeling. En toen was ongeveer de
onderhandeling met de corporaties afgerond zodat er ook een voorstel voor de Biomassacentrale
gereed gemaakt kon worden voor behandeling in de raad. Nu hebben wij gedacht dat het praktisch
was omdat het om dezelfde soort groene warmte gaat, om daar een voorstel van te maken. Maar
het waren oorspronkelijk 2 gescheiden voorstellen en we hadden die ook gescheiden aan u voor
kunnen leggen maar dan waren de bedragen niet anders geweest. Maar we hebben dus gekozen
voor een in elkaar schuiven van projecten omdat u anders twee gelijksoortige voorstellen voor een
investeringskrediet apart zou moeten behandelen. Dat zou misschien logischer geweest zijn en ook
zuiverder voor de behandeling als dat twee naast elkaar liggende voorstellen zouden zijn geweest.
Maar goed, dat hebben wij toen niet ingeschat dat we u daarmee zouden helpen dus vandaar dat
het een voorstel is geworden maar met verschillende partners.
Tenslotte hebt u nog gevraagd, opmerkingen gemaakt over de locatie en de ontsluiting en u hebt
daar een motie over ingediend. Wij hebben al gezegd dat wij de aanbevelingen, - dat heeft
GroenLinks ook gevraagd -, dat wij de aanbevelingen van het rapport Schoonderbeek over de
milieueffecten van de centrale, dat we die ter harte zullen nemen bij de uitwerking van het
ontwerp. Wij hebben ook aangeboden dat de bewoners daarbij betrokken kunnen worden om de
precieze plek en de vormgeving en de ontsluiting om daar mee te regelen, met elkaar te regelen.
Die ontsluiting wordt natuurlijk samen met de eigenaar van het terrein verder bekeken want die is
daar verantwoordelijk voor. En er zijn al hele gunstige oplossingen bedacht, hoe dat het beste zou
kunnen. Maar een van de factoren die daarbij een rol spelen, is: wil je de houtchips unit bij de
centrale of elders neer zetten. Dat hangt ook af van hoe je dat logistiek gaat inrichten maar de
ontsluiting over de Kwekerijstraat is nooit onze intentie geweest. Dus die wens respecteren wij
volledig. Er zijn andere ontsluitingsmogelijkheden op het terrein, onder andere onder de
Doornboslaan door maar er zijn ook nog andere voorzieningen te treffen. Maar dat is een kwestie
die we zullen uitwerken nu bij het ontwerp met alle betrokkenen. En de mensen van de
Kwekerijstraat...,
DE HEER BOS:
Voorzitter...,
WETHOUDER WILLEMS:
die zijn van harte uitgenodigd om aan dat proces deel te nemen.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Bos.
DE HEER BOS:
Ja, wethouder Willems beantwoordde net de vraag die ik hem wilde stellen want dat hele proces
wat u nu helemaal beschrijft in logistieke inrichting van het terrein, kunnen wij er als raad
natuurlijk van uit gaan dat u daar de bewoners goed in zult betrekken.
WETHOUDER WILLEMS:
Ik weet dat ik dat zojuist ook toegezegd had en we hebben dat ook tegen de bewoners gezegd.
Wat ons betreft, is dat ook een kwestie van een zo efficiënt mogelijke locatie zoeken en daar kun je
rekening houden met zowel bestaande bebouwing als met toekomstige bebouwing. De afstanden
zijn gegeven en we hebben ook toegezegd, - en dat is advies van Schoonderbeek -, om ten
aanzien van geluid en verkeersbewegingen in ieder geval naar optimale oplossingen te zoeken. En
er wordt nu al nagedacht wat dat dan voor oplossingen kunnen zijn. Maar daar zullen we in het
ontwerp heel uitdrukkelijk rekening mee houden. En als de bewoners dus mee kunnen denken om
op dat terrein, wat toch nog vrij fors is qua omvang, mee te denken over de ook voor hen meest
aantrekkelijke locatie, dan is dat prima. Want ook AM en wij hebben daar niet een absoluut oordeel
over. We hebben gezegd ongeveer in dat terrein, op dat terrein, moet het komen. Dat is logistiek
en financieel en uit milieuelement veruit de beste plek. Bestemmingsplantechnisch kun je daar zo
mee aan de slag. De eigenaar vindt het een aantrekkelijke optie voor de verdere ontwikkeling van