30
DE HEER DE BEER:
Voorzitter...,
WETHOUDER WILEMS:
Dank overigens..., O. pardon.
DE VOORZITTER:
Ja, ik was even aan het zoeken met alle geluiden.
De heer De Beer krijgt nu het woord.
DE HEER DE BEER:
Ik hoor de heer Wiilems net een zin zeggen dat hij op een gegeven moment erg tevreden is. Nou
volgens mij, de interventies die vanavond worden gepleegd door enkele partijen hier, geven wel
duidelijk aan dat de raad nog niet tevreden is en dat er nog heel hard gewerkt moet worden om
aan draagvlak te werken. En in de reactie van de wethouder, richting de vraag van de heer Van
Lunteren, - die overigens niet steekhoudend is, die vraag -, maar dan nog vind ik de benadering
van de heer Wiilems niet getuigen van het werken aan draagvlak, hetgeen wel van heel veel
belang is in dit proces. En als ik u hoor praten over betrokkenheid van bewoners op een vraag van
mijn fractiegenoot, de heer Bos, dan hoor ik u ook geen harde toezegging doen terwijl dat voor de
D66 fractie een absolute voorwaarde is dat de bewoners worden betrokken bij het vervolg van dit
proces.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Wiilems.
WETHOUDER WILLEMS:
Excuses dat ik dan niet helder genoeg ben geweest. Ik heb precies die toezegging willen doen die u
gevraagd hebt. En dat heb ik overigens al eerder gedaan. Ik heb zelfs gezegd, ik heb ze daartoe al
uitgenodigd dat zij in dat proces mee kunnen kijken naar de locatie en de ontwerpeisen, zowel
logistiek als qua vormgeving. Dus die toezegging heb ik heel hard gedaan. Ik weet niet hoe ik het
harder kan doen. Overigens is het een herhaling van de toezegging die ik al gedaan had. Dat
draagvlak in de buurt en bij de mensen in de Kwekerijstraat wil ik graag hebben, want dat is ook
alleen maar goed voor het verdere proces. En ik hoop ook dat de wijkraad Brabantpark bereid is
om haar bijdrage daarin te leveren. En als ik het over de opmerking van de heer Van Lunteren heb,
dan zeg ik: op een gegeven moment is het college overtuigd dat zij een verantwoord voorstel aan
u voorlegt. Dat was de strekking van mijn betoog, en dat ik niet iedereen kan overtuigen van de
overtuiging die het college heeft, dat zij dan maar zo. Jammer, maar op een gegeven moment
houdt het op. We hebben alles gedaan, ook in overleg met u, om de risico's goed in beeld te
krijgen, en ook in het vervolg een aantal stappen te zetten waarover wij u voortdurend zullen
informeren over de consequenties daarvan.
DE VOORZITTER:
Ik stel voor de heer Van den berg en dan is mijn voorstel dat wethouder Wiilems tot een afronding
probeert te komen. Er komt nog een 2e termijn en wethouder Boelema krijgt ook nog het woord.
De heer Van den Berg.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Ja, of mijnheer Wiilems niet op mijn metaforen wil ingaan, die kwalificatie laat ik voor hem zelf. Ik
heb ook de taak om een en ander duidelijk naar de stad te verwoorden. Volgens mij was ik vrij
concreet in mijn laatste vraag: bent u bereid om een en ander mee terug te nemen om met een
solide business case te komen?
DE VOORZITTER:
De wethouder.
WETHOUDER WILLEMS:
Ik dacht dat ik het antwoord al gegeven had. Wij leggen het voorstel graag aan u voor ter
besluitvorming, in de gewijzigde vorm zoals het na het goed overleg met de commissie tot stand is
gekomen waarin dus alle mogelijkheden nog zijn om ook in het vervolg met elkaar van gedachten
te wisselen over de verschillende elementen die aan de orde zijn gesteld.