38
Mijnheer Hendrickx.
DE HEER HENDRICKX:
Wij houden ons aan het voorstel wat er nu ligt, dat houden wij vast.
Wij stellen de discussie over de locaties..., Die is niet meer aan de orde.
MEVROUW HAAGH:
Dus de inwoners hebben niks aan uw woorden in de 1® termijn, dat u zegt: als het toch niet zo
goed blijkt, dan gaan we naar een ander terrein. Daar hebben ze niks aan. Die woorden trekt u bij
deze in, want dat kunt u helemaal niet waar maken.
DE HEER HENDRICKX:
Nee. Dat is zo.
DE VOORZITTER:
Goed. Anderen nog?
Dan is het woord aan de heer Akinci, GroenLinks.
DE HEER AKINCI:
Ik zat net nog heel even te denken aan de commissievergadering van afgelopen dinsdag en ik heb
op een gegeven moment, - ik hoop dat ik me daar op een gegeven moment ook wel een beetje in
herpakt heb -, ook niet heel netjes geantwoord opeen vraag van de heer Van Lunteren op dat
moment toen het ging over risico's en de wijze waarop je het accountantsrapport kunt
interpreteren. En ik moest daar even aan terug denken omdat ook de toon van het debat en de
wijze waarop we hier van mening verschillen, ook van belang is in dit dossier. Daar kan ook de
wethouder misschien nog wel een bijscholingscursusje in gebruiken.
Los daarvan gaat het GroenLinks nog altijd om de inhoud en de ambitie die rond dit dossier hangt
en dat is die duurzaamheidambitie van de stad die ook inderdaad landelijk erkend wordt, daar
moet ik de heer Willems gelijk in geven. Dat is een feit. Ook dit jaar weer. En het feit dat die
Biomassacentrale zo'n belangrijk punt is, zo'n belangrijk onderdeel is van de wens om de stad
klimaatneutraal te maken. Daar horen nog steeds, - en daar blijft GroenLinks gewoon aan vast
houden -, een aantal belangrijke randvoorwaarden bij.
De motie die straks ingediend wordt van de Kwekerijstraat, mevrouw Haagh u heeft gelijk, de
toezegging was natuurlijk al eerder gedaan, maar het is wel belangrijk volgens mij om die nog
eens een keer te benadrukken. Maar wat mij betreft nog veel belangrijker, en dat staat ook in de
tekst van het voorstel, is dat de adviezen van Schoonderbeek ingepast worden in het voorstel. En
dat dat ook gedaan wordt samen met de bewoners. En dat zal misschien in het begin morrend zijn
en misschien niet met heel veel enthousiasme, maar ik denk dat het van belang is om samen met
de bewoners van de Kwekerijstraat te komen tot die optimale inpassing. En ik ben er ook van
overtuigd dat als we dat in gezamenlijkheid oppakken, dat dat leidt tot een Biomassacentrale op
deze locatie waar geen hinder van ondervonden wordt. En ik ben ook, de wethouder heeft het nog
benadrukt zojuist, het staat ook in het stuk, en dat is voor ons wat dat betreft genoeg waarborg,
want dat vinden we belangrijk.
Ik snap dat we op dit moment in een stadium zitten waarbij het vertrouwen, als ik het heel
eufemistisch zou uitdrukken, niet optimaal is, maar het is er gewoon niet. Dan is het in ieder geval
nu zaak om in de verdere werkwijze met bewoners te zorgen dat er weer gewerkt wordt door
dingen samen op te pakken en door samen ook te kijken naar de Schoonderbeek adviezen van wat
betekent dat nou voor bijvoorbeeld geluid en geuroverlast en wat kunnen we doen om die tot 0 te
reduceren. Ik heb daar heel veel vertrouwen in. Als dat, - en in die zin komt volgens mij het
raadsvoorstel, het aangepaste raadsvoorstel, wel tegemoet aan een heieboel opmerkingen die
dinsdag in de commissie gemaakt zijn -, als daar op een gegeven moment geen sprake van blijkt
te zijn, dan kunnen we inderdaad als raad, ultimo nog een beslissing nemen om hier niet mee
verder te gaan. Dan is het een Biogascentrale en daar blijft het dan bij. Dat is niet onze hoop, niet
onze verwachting, en zeker niet onze ambitie, maar er is nog een ultiem go, no go moment. Om
naar dat ultieme moment te kunnen werken, moeten we nu wel dit voorstel gaan aannemen.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Het woord is aan de heer Stubenitsky.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mag ik de excuses van mijnheer Akinci aanvaarden. Volgens mij waren we het daar al
over eens. Het debat rechtvaardigt soms wat verhitte discussie.