50
9. INSTALLATIE VAN MEVROUW E.A. (ELS) GROENEWEG ALS LID VAN DE
GEMEENTERAAD.
DE VOORZITTER:
De commissie van onderzoek van de geloofsbrieven heeft de geloofsbrieven van mevrouw Els
Groeneweg onderzocht. Ik wil mevrouw Van Maanen als voorzitter van deze commissie vragen
hierover aan de raad verslag uit te brengen, zittende. Gaat uw gang.
MEVROUW VAN MAANEN:
Ja ik blijf even zitten.
De commissie uit de raad van de gemeente Breda heeft de geloofsbrieven en verder bij de Kieswet
gevorderde stukken ontvangen die zijn ingezonden door mevrouw Els Groeneweg. En op 25 januari
2012 is mevrouw Els Groeneweg benoemd tot lid van de gemeenteraad. En de commissie
rapporteert aan de raad dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde bevonden
en gebleken is dat de benoemde aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoet.
DE VOORZITTER:
Ik dank de commissie voor haar goede werkzaamheden en ik wil voorstellen mevrouw Groeneweg
toe te laten als lid van de raad van de gemeente Breda. Ik nodig u uit hier te gaan staan.
Mevrouw Groeneweg, u heeft er voor gekozen de eed af te leggen. Ik lees u eerst de tekst voor,
waarna u antwoordt met: zo waarlijk helpe mij God almachtig en daarbij steekt u de twee juiste
vingers op.
De eed. Ik zweer dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk,
onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen ofte laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk
of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de
Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de raad, naar eer en
geweten zal vervullen.
MEVROUW GROENEWEG:
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
DE VOORZITTER:
Ik wens u succes met uw werkzaamheden voor onze mooie stad. U heeft gehoord van mevrouw
Verkuylen wat het allemaal kan opleveren. En ik wil dat graag onderstrepen met het aanbieden van
een bloemetje.
10. AFSCHEID VAN DE HEER A. (BART) VOS ALS LID VAN DE GEMEENTERAAD.
DE VOORZITTER:
Beste Bart, zo moet ik spreken, want Bart spreekt mij ook altijd zeer keurig aan. Vandaar.
Beste Bart. Sinds je studententijd ben je al actief voor jouw partij, D65 in Breda. En in 2005
woonde je vanaf de publieke tribune voor het eerst een Bredase raadsvergadering bij. En na de
verkiezing van 2006 werd je commissielid niet-raadslid. En met je 21 jaar was je toen de jongste
van allemaal. Op 20 september 2007, en ik kan mij dat nog zeer herinneren, nu bijna 4,5 jaar
geleden, mocht ik je als raadslid installeren. En ik gaf daarbij aan dat we jou al hadden leren
kennen als een zeer noest en ijverig commissielid, maar bovenal ook als een zeer goed debater,
zodat wij hoge verwachtingen van jou hadden met betrekking tot je inbreng als
volksvertegenwoordiger. Ik denk dat ik mag vaststellen dat niet alleen iedereen in deze zaal maar
ook ver daarbuiten heeft mogen vaststellen datje meer dan volledig aan deze verwachtingen hebt
voldaan. Niet alleen jij zelf, maar ook je hier aanwezige ouders en je jongste zus, mogen daar
zeker trots op zijn. U heeft een hele bijzondere sympathieke zoon, mevrouw en mijnheer.
Wij hebben Bart immers leren kennen als een analytisch maar ook als een kritisch raadslid. Zijn
kennis van zaken manifesteerde zich onder meer op het gebied van overheidsfinanciën en dit is
dan denk ik ook mede de vrucht van zijn masterstudie Finance en Investment aan de Erasmus
universiteit te Rotterdam. Maar ook zijn snelle functie als beleidsadviseur bij de directie financieel-
economische zaken van het Ministerie van BZK en directe adviseur van de minister, is een meer
dan logische stap.
Met regelmaat kwam Bart in het debat met historische feiten over opstellingen en stemgedrag van
andere partijen op de proppen, wat soms voor die partijen dan toch weer een aha momentje
opleverde.