6
via welke weg dan ook gratie te verlenen of de verblijfsvergunning te verlenen. Dus eigenlijk
moeten ook deze kinderen per dossier bekeken worden in hoeverre dat ze aan bepaalde eisen
voldoen zoals in de wet staat. Maar er zijn een aantal kinderen inderdaad die vanwege de lange
procedures, slimme advocaten, zodat de procedures gerekt worden, een jaar of 7 of 8 in Nederland
zijn, op jonge leeftijd naar Nederland gekomen, inderdaad geworteld in deze samenleving. Maar er
zijn verschillen. Op welke leeftijd zij naar Nederland zijn gekomen en hoe lang zij in Nederland zijn.
Dus in die zin weet ik niet of de motie zoals die is bedoeld voor de Tweede Kamer, Spekman, de
oplossing biedt voor alle kinderen. Dus daar wil ik mij toch van af houden voorzitter. Maar de
intentie is goed, zoals in de motie is bedoeld.
DE VOORZITTER:
Wilt u afronden?
DE HEER ÜgERLER:
Wij zullen de motie niet mede ondertekenen maar wel steunen.
Wat mij verbaast voorzitter, is de opstelling van de Partij van de Arbeid. In het vorige kabinet had
de Partij van de Arbeid een staatssecretaris die ook de asielzaken deed en dat zal de Partij van de
Arbeid goed weten. In die tijd is ook die zaak aangekaart bij deze staatssecretaris en dat is
dezelfde reden dat de Partij van de Arbeid nu aanvoert van rechtse partijen om dit niet te steunen.
Met dezelfde houding was de staatsecretaris van de Partij van de Arbeid destijds voor deze
kinderen niet opgekomen en het verzoek zou zijn afgewezen.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Andere leden van uw raad?
De heer De Jong. Gaat uw gang.
DE HEER DE JONG:
Dank u, voorzitter.
In principe zijn wij een partij van handhaven. Maar onder deze omstandigheden, - het zijn jonge
kinderen, ze zijn hier geworteld -, kun je om humanitaire redenen eigenlijk naar ons idee niet
anders doen dan de motie steunen.
DE VOORZITTER:
De heer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Dank u, voorzitter.
Het gedeelte van het wetsvoorstel van Spekman en Voordewind om de toelatingsprocedure te
bekorten, is een goed streven dat bij de hele asielzoekersindustrie wel niet heel erg welkom zal
zijn. Maar de hele asielproblematiek is een landelijke aangelegenheid en als er partijen in Breda
zijn die aan die landelijke problematiek iets willen veranderen, dan moeten zij dat bij hun landelijke
partijgenoten aankaarten. De motie en het idee er achter klinken heel sympathiek maar we moeten
de realiteit niet uit het oog verliezen. In Nederland woonden vanmorgen om 11.00 uur precies
16.737.553 mensen. 100.000 mensen hebben het voorstel mee ondertekend. Dus 16.637.553 niet.
Ik sluit me aan bij die meerderheid.
DE VOORZITTER:
De heer Akinci, GroenLinks.
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, als het gaat om streng asielbeleid of een soepel asielbeleid, dan heeft deze raad daar
vrij weinig over te zeggen. Dat is landelijk beleid. En we constateren dat de toelatingseisen, als het
gaat om asiel, de afgelopen jaren strenger zijn geworden. Dat is een gegeven. Er is een ander
gegeven wat ons als raad wel aan gaat, en dat is de situatie waar een heleboel kinderen van
asielzoekers zich in begeven. Want los van de procedure die misschien door ouders gerekt is, of
misschien zelfs zaken waarvan op voorhand bekend was dat die weinig kansrijk waren, dan nog
mogen kinderen daarvan nooit de dupe zijn. Kinderen die zoals de heer Blankenstein net ook al
gezegd heeft, vaak geboren of opgegroeid zijn in Nederland en absoluut geworteld zijn in deze
samenleving. Nederland en ook Breda kent in die zin vele Mauro's. Vandaar ook goed dat het
initiatief kinderpardon nu er is maar ook het initiatiefvoorstel waaraan al is gerefereerd, van de
heren Spekman en Voordewind. Wij zijn hier niet om Tweede Kamertje te spelen. Maar we zijn hier
wel om de belangen van onze samenleving te behartigen en van de mensen die in Breda wonen.
We hebben te maken met een wethouder die ook die problemen kent en ook sympathie heeft voor