75 liever in een uitkering gaat zitten omdat hij moet bijdragen aan zijn eigen levensonderhoud. Dus wat dat betreft, verwachten wij daar geen al te grote problemen mee. Tot zover. MEVROUW KOGER: Mijnheer de voorzitter, mag ik... DE VOORZITTER: Gaat uw gang. MEVROUW KOGER: iets vragen. U zegt: in zijn eigen onderhoud. Maar het gaat ook zelfs zover dat hij in het onderhoud van zijn ouders moet voorzien. MEVROUW VAN MAANEN: We zullen het even omdraaien. Mijn ouders leven helaas niet meer. Maar stel je nou voor dat mijn ouders nog zouden leven en die zouden financiële problemen hebben. Dan zou ik het persoonlijk helemaal geen schande vinden om mijn ouders te helpen. Zou u dat moeilijk vinden? MEVROUW KOGER: Het woord helpen en volledig onderhouden gaat een stuk verder natuurlijk. Ik zal altijd mijn ouders helpen en mijn kinderen en mijn broers en mijn zussen en zelfs nog wel mijn kleinkinderen en misschien nog wel mijn fractiegenoten. MEVROUW VAN MAANEN: En de VVD is dus van mening dat je best van mensen mag vragen verantwoordelijkheid te nemen van familieleden en geliefden om die bij te staan. DE VOORZITTER: Ik dank u wel. Even ook vanwege de snelheid en de afspraak met het FVO. Ik stel vast een drietal vragen, kanttekeningen, waarop de wethouder wordt gevraagd te reageren. Voor de zomer een kaderstellend debat re-integratie, de evaluatie over een halfjaar en een vraag over de kleding, meer informatie. Met andere woorden: hoe werkt dat. Mag ik de wethouder uitnodigen tot een reactie? MEVROUW KOGER: Mijnheer de voorzitter, ik heb ook nog een vraag gesteld en die heeft u nog niet aangehaald. En dat is: wat heeft de wethouder na het rekenkameronderzoek gedaan om met die bejegening iets te..., DE VOORZITTER: Terecht. Akkoord. Ja, terecht. Goed dat u dat aanvult. Het gaat er mij ook om dat we vooral op de gemaakte vragen ingaan en daarmee ook enige snelheid zoals we in het FVO hebben afgesproken in de balans tussen college en inbreng raad. Het woord is aan de wethouder. WETHOUDER MEEUWIS: Dank u wel. Ook dank u wel voor de complimenten. Ik zat even om me heen te kijken met de vraag: over wie hebben ze het nou? Ik denk dat we, om even de beeldspraak en het meest gememoreerde onderwerp van vandaag even bij de kop te pakken, dat we in gezamenlijkheid tot een mooi aangekleed voorstel zijn gekomen. Als u vraagt in de moties die ik overigens niet allemaal heb, kunnen wij zeg maar voor de zomer, waar mevrouw Koger het over heeft, kunnen wij dan een breed kaderstellend debat organiseren op basis van alles wat er dan is. Dus dat betekent dat we dan ook de wetgeving, de wetteksten, de debatten die daarover in de Tweede Kamer en de aanpassingen die daarop zijn, dat we daar een goede inzicht in hebben. Ik denk ook dat het goed is om op dat moment dat debat te hebben, voordat we met de nota komen, zodat eventuele opmerkingen, kaderstellende bepalingen en inzichten van de raad daarin op voorhand al verwerkt kunnen worden. Daar ben ik uiteraard altijd voor te vinden. Als de vraag is, van wat heeft u na het rekenkameronderzoek gedaan op het gebied van re- integratie, dan kan ik daar denk ik in alle bescheidenheid anderhalf uur spreektijd mee vullen. Dus ik wil dat graag...,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 23