78
In het amendement staat om het vooralsnog niet door te trekken. We moeten op een gegeven
moment een vertaling gaan maken. Maar de criteria die daar bij horen, stellen we zelf vast. En wat
ons betreft, blijft het overeind staan dat we niet verder aan het armoedebeleid tornen.
MEVROUW VAN MAANEN:
Dus u zegt eigenlijk had u nu een motie of een amendement kunnen maken van dat u het sowieso
niet had gewild want u bent ook niet bereid als straks, want u heeft allerlei overwegingen, maar als
die overwegingen anders zijn, dan bent u ook niet bereid om anders naar de uitkomst van zo n
motie te kijken.
DE VOORZITTER:
Slotopmerking mevrouw Haagh, want dan denk ik dat dit voldoende gewisseld is.
Gaat uw gang.
MEVROUW HAAGH:
Ik heb een vraag gesteld aan mevrouw Van Maanen.
DE VOORZITTER:
Ja.
MEVROUW HAAGH:
Die zou ik dan graag beantwoord zien. Kijk, ik hoef geen 2 dezelfde moties in de raad te brengen.
De raad heeft zich uitgesproken dat er een grens zat aan de bezuinigingen op het armoedebeleid.
En het lijkt me niet zinvol om ieder keer, ik wil het wel doen hoor, want ik vind het erg belangrijk
en dan kom ik er iedere keer mee. Maar het lijkt me niet nodig want dan had de raad zich er wel
over uitgesproken.
DE VOORZITTER:
Goed. Dit is voldoende gewisseld.
De wethouder wil nog.
Andere leden nog van uw raad?
MEVROUW HAAGH:
Burgemeester...,
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van Maanen nog een reactie? Tot slot?
MEVROUW VAN MAANEN:
Graag. Kijk waar het de VVD om gaat, is dat de regelingen die we hier treffen voor mensen met
een laag inkomen, vangnetregelingen zijn. Wat ons betreft, is het dan belangrijk dat mensen die in
zo'n regeling zitten hun vaste lasten kunnen betalen en kunnen participeren in de maatschappij en
dat zij ondertussen ook worden getriggerd om zelf in hun inkomen te voorzien. Dus mocht het zo
zijn dat mensen onder een grens komen waarbij ze niet meer in staat zullen of kunnen zijn, en als
dat uit het onderzoek komt, om in de basisbehoefte te voorzien, dan vindt u de WD aan uw zijde
om daarover te praten.
DE VOORZITTER:
Goed. Dan is dit gewisseld.
De wethouder wil nog een korte reactie
WETHOUDER MEEUWIS:
Voorzitter, misschien ten overvloede maar in ieder geval als aanvulling, het volgende. De
argumenten die wij besproken hebben en gewisseld hebben en ook de amendementen zullen deels
een beperkte tijdsgeldigheid hebben omdat wij natuurlijk per 1 januari aanstaande met volledig
nieuwe wetgeving te maken hebben en op dat moment ook weer met elkaar om tafel moeten, -
want dan blijven we wel lekker bezig -, om tafel moeten om de effecten daarvan voor Breda in
kaart te brengen en daar zorgvuldig beleid op te formuleren. Ik hecht er zelf ook aan om te stellen
dat het college er waarde aan hecht om ook de motie zoals die is aangenomen door de raad, dat
wij zeg maar geen aanvullende maatregelen of nieuwe maatregelen of beleid zullen ontwikkelen die
zeg maar het armoedebeleid verder aantasten, dat dat onverkort overeind blijft, los van zeg maar
zaken, die wij door rijksmaatregelen hebben in te voeren, dat wij daar zelf dus zorgvuldig en
voorzichtig en in ieder geval niet met extra maatregelen in zullen treden. Ik hecht er waarde aan
om dat nog even te melden.
